Auto’s van de zaak zorgen voor bijna 25% van de jaarlijkse totale CO2–uitstoot door het Nederlandse personenautoverkeer en spelen daarmee een belangrijke rol in de vergroening van het Nederlandse wagenpark. Uit de PBL-evaluatie ‘Fiscale vergroening en de auto van de zaak’ blijkt dat de naar CO2-uitstoot gedifferentieerde bijtelling op de auto van de zaak in de periode 2011-2016 tot minder CO2-uitstoot heeft geleid. Dit beleid heeft ook duidelijke keerzijden gehad en de effectieve milieuwinst is door verschillende factoren lager uitgevallen. Met een andere vormgeving had het beleid effectiever kunnen zijn.
In het afgelopen decennium werden er als gevolg van de vergroening van de bijtelling steeds meer zuinige auto’s verkocht, terwijl de grote en minder zuinige modellen steeds minder populair werden. Uit de PBL-evaluatie blijkt dat de totale CO2 –uitstoot van zakenauto’s 6% lager is dan zonder deze bijtelling het geval zou zijn geweest. Dit komt neer op een (deels toekomstige) afname van in totaal circa 1,6 megaton CO2.
Nadelige effecten van vergroeningsbeleid
De vergroening van de bijtelling van de afgelopen periode heeft ook z’n keerzijde. Het kost(te) de Nederlandse overheid € 3,7 miljard euro aan gederfde belastinginkomsten uit de bijtelling. Tevens heeft de vergroening van de bijtelling onbedoeld geleid tot een toename van het marktaandeel van dieselauto’s, omdat bepaalde dieselmodellen ook onder de 14% bijtelling vielen. Met als gevolg een negatieve bijdrage aan de lokale luchtkwaliteit.
Daarnaast hebben bepaalde factoren ertoe geleid dat de (nationale) CO2-reductie van zakenauto’s lager is uitgevallen. Zo is het verschil tussen de tijdens de Europese typegoedkeuring vastgestelde CO2-uitstoot en de daadwerkelijk gemeten uitstoot in de praktijk de afgelopen jaren toegenomen. En blijkt ten opzichte van de conventionele auto’s een relatief groot aandeel van de (semi-)elektrische auto’s direct na afloop van het zakelijk gebruik te worden geëxporteerd. Daardoor slaat een deel van de CO2-reductie neer in het buitenland en draagt het niet bij aan het behalen van de nationale klimaatdoelstelling.
Aanknopingspunten voor toekomstig beleid
De vergroening in de bijtelling zou effectiever geweest zijn wanneer een systeem met absolute kortingen gehanteerd was in plaats van procentuele kortingen. Een naar CO2-uitstoot gedifferentieerde bijtelling met absolute kortingen leidt er namelijk toe dat goedkopere, veelal lichtere/zuinige, auto’s relatief meer korting krijgen dan duurdere, veelal zwaardere/onzuinige, auto’s. Omdat dieselauto’s gemiddeld duurder zijn in aanschaf, zou de verkoop van diesels hierdoor ook ontmoedigd zijn wat gunstig is voor de lokale luchtkwaliteit.
Ook zou het beleid effectiever zijn geweest indien elektrische auto’s meer zouden doorstromen naar de particuliere tweedehandsmarkt na afloop van het zakelijk gebruik.
Noot: op het 18de Nationaal Sustainability Congres zijn 2 inhoudelijke sessies (van Business Concern en Toyota) gericht op duurzame mobiliteit en bedrijven.