Social Accountability International (SAI), een organisatie voor sociale certificering voor fabrieken en organisaties, en het Ethical Trading Initiative (ETI), een alliantie van bedrijven, vakbonden en vrijwilligersorganisaties die werken aan het verbeteren van het leven van werknemers, hebben hun belofte om de concrete klachten over zeer slechte arbeidsomstandigheden van meisjes en jonge vrouwen in de textiel- en kledingindustrie in Zuid-India effectief aan te pakken, niet kunnen nakomen.
Dit is het resultaat van een analyse van de non-juridische klachtenmechanismen van ETI en SAI die vandaag worden gepresenteerd in het rapport Case Closed, Problems Persist, uitgebracht door drie NGO’s: de Landelijke India Werkgroep (LIW), het Centrum voor Onderzoek naar Multinationale Ondernemingen (SOMO) en het in het Verenigd Koninkrijk gevestigde HomeWorkers Worldwide (HWW).
De auteurs keken naar hoe concrete klachten werden behandeld door respectievelijk ETI en SAI en of hun klachtensystemen voldoen aan de normen van de United Nations Guiding Principles for Business and Human Rights (VN Leidende beginselen voor Bedrijfsleven en Mensenrechten). LIW, HWW en SOMO bevelen ETI en SAI aan om dringend hun procedures te verbeteren met betrekking tot toegankelijkheid, legitimiteit, voorspelbaarheid, billijkheid, transparantie en rechtencompatibiliteit om schending van arbeidsrechten aan te pakken.
Het is belangrijk op te merken dat de klachtenprocedures van beide organisaties werden geactiveerd als reactie op ernstige arbeidsrechtenschendingen, waaronder vormen van gedwongen en gebonden arbeid, beperkte bewegingsvrijheid en de ergste vormen van kinderarbeid.
Problemen rond arbeidsrechten niet opgelost
Sinds 2010 rapporteren SOMO, LIW en HWW over ernstige arbeidsrechtenschendingen, waaronder dwangarbeid en kinderarbeid, in de textiel- en kledingindustrie in Tamil Nadu, Zuid-India. In 2014 werden de klachtenmechanismen van SAI en ETI geactiveerd als reactie op onderzoeksresultaten gepresenteerd door SOMO, LIW en HWW. Deze organisaties concluderen nu dat de resultaten van beide procedures niet in overeenstemming zijn met internationaal erkende mensenrechten.
In het geval van de SAI-klachten werd opnieuw een inspectie uitgevoerd als onderdeel van de klachtenafhandeling. Deze bevestigde deels de zorgen m.b.t. arbeidsrechten zoals geuit door SOMO, LIW en HomeWorkers Worldwide. Dit heeft er echter niet aan bijgedragen om die zorgen te verhelpen. SAI besloot de certificering van een van de fabrieken in te trekken, wat betekende dat de klacht leidde tot het ‘straffen’ van het toeleverende bedrijf. Het intrekken van certificering leidt echter niet noodzakelijkerwijs tot enig voordeel voor de werknemers.
De ETI Code Violation Procedure zegt een oplossing te bieden voor benadeelde arbeiders. In de betreffende zaken definieerde de procedure echter niet duidelijk de verantwoordelijkheden van ETI als een verbeterinitiatief enerzijds en de verantwoordelijkheden van de betrokken ETI-lidbedrijven anderzijds. Hoewel het doel van de procedure is om schendingen van de ETI-basiscode op te lossen die niet op informele wijze kunnen worden opgelost, heeft ETI geen leidende rol gespeeld bij de afhandeling van de klacht. Dit werd grotendeels overgelaten aan de indiener van de klacht en het ETI-lidbedrijf. Er is geen bewijs dat de klachtenprocedure de arbeidsomstandigheden in de betreffende spinnerijen en fabriek heeft verbeterd.
Geen behoorlijke consultatie van werknemers
Beide klachtenmechanismen slaagden er ook niet in om werknemers op een zinvolle manier te consulteren. Initiatieven zoals ETI en SAI, die gericht zijn op het verbeteren van de omstandigheden voor werknemers, kunnen niet effectief zijn als werknemers en hun vertegenwoordigers geen centrale rol spelen bij het toezicht op de omstandigheden op de werkplek, het naar buiten brengen van klachten en het vinden van oplossingen voor de problemen waarmee zij worden geconfronteerd.
Het bieden van een eerlijke, concrete en duurzame remedie voor alle getroffen werknemers zou de hoogste prioriteit moeten hebben voor elk klachtenmechanisme. SOMO, LIW en HWW betogen dat de meest kwetsbare werknemers, met name meisjes en jonge vrouwen uit de Dalit-gemeenschappen in Zuid-India die weinig toegang hebben tot (rechts)hulp, de meeste steun verdienen. De lange en uitputtende manier waarop klachten werden behandeld door zowel ETI als SAI leidde echter niet tot een tastbare verandering voor deze meisjes en jonge vrouwen.