Het Nieuwe Werken (HNW) heeft invloed op mobiliteit en congestie, concludeert het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid in de publicatie ‘Effecten van Het Nieuwe Werken op mobiliteit en congestie’. In de periode 2000-2016 bleek dat vooral thuiswerken en het schuiven met de werktijd om de spits te mijden de grootste invloed hadden op de mobiliteit. Door het KiM-onderzoek is hierover voor het eerst gedetailleerde empirische kennis beschikbaar. Door HNW nam in 2000-2016 het aantal voertuigkilometers met circa 3% procent minder toe ten opzichte van 2000 dan wanneer er geen HNW geweest was. En er ontstond op de hoofdwegen 5% minder groei van de verkeersomvang en 18% minder reistijdverlies dan zonder HNW. Er lijkt nog potentie te zijn voor verdere groei van vormen van HNW.
Thuiswerken en spitsmijden grootste invloed op ontwikkeling mobiliteit en congestie
Het Nieuwe Werken kent diverse vormen, van thuiswerken, werken in een andere bedrijfsvestiging of in een flexkantoor tot schuiven met werktijden en werken tijdens de reis. Uit het KiM-onderzoek blijkt dat thuiswerken en het schuiven met de werktijd om met de auto de spits te mijden de meest voorkomende vormen van HNW zijn. Het aantal thuiswerkuren groeide tussen 2000-2016 met 38 procent. Het schuiven met werktijd om de spits met de auto te mijden groeide met 40 procent. Dit komt door de toename van het aantal mensen dat aan HNW doet en doordat zij dat vaker doen.
Afname van gebruik auto, ov en fiets door HNW
De ontwikkeling in de verschillende vormen van HNW leidt in de periode 2000-2016 op werkdagen tot afnames van autogebruik (circa -2,6 procent), ov-gebruik (circa -2,2 procent) en fietsgebruik (-0,5 procent). Als gevolg van HNW nam de verkeersomvang op de hoofdwegen in 2016 met 5 procent minder toe ten opzichte van 2000 dan wanneer er geen HNW geweest zou zijn. Het reistijdverlies op de hoofdwegen nam als gevolg van HNW in dezelfde periode met 18 procent minder toe dan zonder HNW.
Mogelijkheden door werkgever en werksituatie bepalend voor ontwikkeling HNW
Ruim 40 procent van de werkenden doet nu al aan een of meer vormen van HNW. De werksituatie is sterk bepalend of men voor HNW kiest. Bij ruim een derde van de werkenden leent de werksituatie zich daar niet voor. Bij bijna een kwart lijkt er in bijna alle sectoren potentie aanwezig voor verdere groei van HNW. Vooral zzp’ers en zelfstandige ondernemers met personeel, werknemers in de ICT, de financiële en zakelijke dienstverlening en het openbaar bestuur doen veel aan vormen van HNW.
Door KiM-onderzoek nu empirische gegevens beschikbaar
Het KiM verrichtte dit onderzoek in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Directoraat-Generaal Mobiliteit). Voor het onderzoek heeft het KiM enquêtes laten uitvoeren onder circa 14.000 personen uit de Nederlandse beroepsbevolking in maart 2014, 2015 en 2016. Daarvoor ontbrak het aan toereikende empirische kennis over de vormen van Het Nieuwe Werken van werkenden en van hun mobiliteitsgedrag. Daarom ontwikkelde het KiM een methodiek om empirisch onderzoek te kunnen doen naar de ontwikkeling van de verschillende vormen van Het Nieuwe Werken en de effecten daarvan op de ontwikkeling van het gebruik van de auto, het openbaar vervoer en de fiets en op de ontwikkeling van de congestie.