In 2017 groeide de biologische sector met 7%. De verwachting vooraf lag iets lager (6 %). In totaal nam het aantal biologische bedrijven geregistreerd bij Skal Biocontrole met 420 toe. De groei zat met name bij handel en verwerking. Met de groeiende vraag naar biologische producten is er volop ruimte voor meer biologische boeren in Nederland.
In de landbouw zijn er steeds meer nieuwe instromers, vooral bij de varkenshouders, melkveehouders en (glas)tuinbouw. In met name Zuid-Nederland is de ontwikkeling hoopvol. De drie zuidelijke provincies hebben tot nu toe het laagste percentage biologisch areaal. In Noord-Brabant en Limburg groeide het areaal in omschakeling in 2017 hard ten opzichte van 2016. In Noord-Brabant was in 2016 131 hectare in omschakeling, in 2017 groeide dat naar 642 hectare. In Limburg was het 54 hectare, en was in 2017 256 hectare in omschakeling. Zeeland heeft in 2017 een flinke inhaalslag gemaakt in areaal in omschakeling (van 35 naar 263 hectare). Weliswaar groeide het aantal biologische landbouwbedrijven met 164 en nam het areaal toe met 7.751 ha, maar verdere groei in de biologische landbouw is hard nodig om aan de sterk groeiende vraag te voldoen.
Rol van provincies
Bionext, ketenorganisatie voor de biologische sector, ziet een prominente rol voor provincies als het gaat om het stimuleren van biologische landbouw. Manager Miriam van Bree licht toe: “Onze verwachting is dat de vraag naar biologische producten in 2018 met bijna 10 % groeit en dat de biologische landbouw in 2018 met 5 % groeit. Er is dus volop ruimte in de markt voor nieuwe biologische boeren. De provincies kunnen bijvoorbeeld omschakelprojecten organiseren. Groningen en Limburg hebben op dit moment zo’n biologisch promotieprogramma. Boeren kunnen hierbij via een introductiecursus kennismaken met biologisch, in een keukentafelgesprek met een expert doorpraten over financiële en bedrijfsmatige aspecten. In Limburg kunnen omschakelaars al hun vragen kwijt bij ‘boerenbuddies’: een ervaren bio-boer fungeert hierbij als vraagbaak. Andere provincies kunnen deze aanpak zo overnemen.”