Wereldwijd nemen bedrijven de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties (VN) nog weinig serieus. De door de VN geformuleerde Sustainable Development Goals (SDG’s) hebben onder meer tot doel in het jaar 2030 een eind te maken aan armoede, ongelijkheid en klimaatverandering en te zorgen voor veilige en duurzame steden, duurzame en betaalbare energie, toegang tot schoon drinkwater, voldoende voedsel, fatsoenlijke banen en economische groei. Uit onderzoek van KPMG onder de G250, de 250 grootste ondernemingen in de wereld, blijkt dat ruim 40% van de bedrijven op dit moment een relatie legt tussen de eigen duurzaamheidsdoelstellingen en die van de Verenigde Naties. Minder dan 10% van deze bedrijven heeft echter op basis van de SDG’s concrete en meetbare doelstellingen voor de eigen onderneming gedefinieerd.
Bijna 80% van de onderzochte bedrijven maakt wel duidelijk dat zij invloed uitoefenen op de SDG’s en hoe zij dat willen doen. Daarnaast maakt ruim 80% duidelijk welke van de zeventien doelstellingen zij het meest relevant vindt voor het bedrijf. Van deze ondernemingen legt 65% bovendien uit waarom zij deze SDG’s relevanter vinden dan andere doelen. Niet meer dan één op de vier bedrijven heeft echter indicatoren vastgesteld op basis waarvan de bijdrage aan de SDG’s kan worden gemeten.
SDG’s helpen om fit te blijven
“Een gemiste kans”, zegt Arjan de Draaijer, partner bij KPMG Sustainability. De Draaijer: “Want door met de SDG’s aan de slag te gaan en een business case met specifieke doelstellingen neer te zetten, kunnen bedrijven in de toekomst succesvoller zijn. Daarnaast geven bedrijven zo richting aan hun ambitie om bij te dragen aan een duurzame wereld. Zij kunnen de SDG’s dus gebruiken als een strategisch kader om fit for the future te zijn. Voor ieder bedrijf dat inzicht geeft in de bijdrage die zij aan de SDG’s levert, is het overigens van groot belang dat zij laat zien dat zij de doelstellingen goed begrijpt. En wat ze concreet voor de samenleving en de onderneming betekenen. Dit is essentieel voor de kwaliteit van de verslaggeving over de SDG’s. Toch scoort een beperkt aantal bedrijven hiermee op dit moment een voldoende, een teken dat veel bedrijven nog een lange weg te gaan hebben. De belangstelling van bedrijven voor de SDG’s is sinds de aankondiging in september 2015 wel sterk toegenomen. Veel bedrijven zijn zich bewust van de SDG’s en hebben de belangrijkste doelen voor hun bedrijf geïdentificeerd. Bovendien zijn zij druk bezig om de doelstellingen te integreren in hun bedrijfsvoering en in hun verslaglegging. Desondanks zijn deze doelstellingen nog niet sterk ontwikkeld. Veel bedrijven hebben geen doelstellingen waartegen ze hun voortgang bekijken door middel van het gebruik van indicatoren en communiceren ook niet gebalanceerd over eventuele negatieve impacts die wél interessant zijn voor belanghebbenden. Dit kan een vertekend beeld scheppen van de werkelijkheid.”
Niet alle ontwikkelingsdoelen relevant
De Draaijer adviseert bedrijven die serieus met de SDG’s aan de slag willen gaan om zich niet op alle zeventien SDG’s te concentreren. De Draaijer: “Onze ervaring leert dat voor de meeste bedrijven niet meer dan een paar SDG’s echt relevant zijn. Door te identificeren welke doelstellingen de meeste kansen én de meeste risico’s opleveren, kunnen zij hun tijd en geld veel efficiënter inzetten. Veel bedrijven laten zich op dit moment overigens ook wat afschrikken door de bijna 170 targets die ten grondslag liggen aan de SDG’s. Een gedegen analyse van deze targets, geeft bedrijven een nog grondiger beeld van de kansen en risico’s die elk van de doelen met zich meebrengt. Ondernemingen die deze stap willen zetten, gaan uiteindelijk de meeste waarde creëren voor de samenleving en het bedrijf als gevolg van het VN-initiatief.”