Duurzaamheid is een belangrijk thema in de kabinetsformatie. Met een doelstelling van een reductie van de CO2-uitstoot van 85% tot 95% in 2050 ontkomt ook het mkb er niet aan om duurzamer te worden. Uit onderzoek van het ING Economisch Bureau blijkt dat een meerderheid in het mkb goed op weg is. De meest populaire activiteiten voor verduurzaming zijn energiebesparing, afvalreductie en recycling. Een volgende verdiepingsslag laat vooralsnog op zich wachten in het mkb.
Drie op de vier mkb-bedrijven is duurzaam bezig
Uit onderzoek onder bijna 700 mkb-bedrijven blijkt dat 3 op de 4 bedrijven op de één of andere manier duurzaam bezig is. Circa de helft doet aan energiebesparing en ongeveer een derde aan afvalreductie en recycling. Dit zijn de meest toegepaste vormen van duurzaamheid binnen het mkb. Andere duurzame activiteiten zoals directe CO2-reductie en natuurherstel krijgen veel minder aandacht in het mkb. Innovatieve bedrijven blijken hier wel meer oog voor te hebben
Kostenreductie belangrijkste driver
De belangrijkste drijfveren voor mkb-bedrijven om aan duurzaamheid te doen zijn kostenbesparingen, gevolgd door het tegengaan van verspilling. Duurzaamheid moet dus in de eerste plaats financieel voordeel voor het bedrijf opleveren. Dat verklaart ook waarom energiebesparing zo hoog scoort. De terugverdientijd van dergelijke investeringen zijn over het algemeen kort. Een duurzaam imago, onderscheiden van concurrenten en/of kansen in de markt zijn veel minder relevant voor ondernemers om duurzaam te ondernemen.
Prikkel vanuit de overheid
De belangrijkste reden voor één op de vier bedrijven om niet aan duurzaamheid te doen ligt in het feit dat het geen prioriteit heeft binnen het bedrijf. Andere redenen zijn dat er nooit is over nagedacht en dat het niet rendabel is. Met name de laatste reden is tegenstrijdig, aangezien bedrijven die duurzaam ondernemen dit juist doen vanwege de kostenbesparingen die hiermee worden gerealiseerd. Het lijkt er dan ook op dat niet-duurzame bedrijven hier nog onvoldoende mee bekend zijn. Hier ligt een taak voor de overheid om via voorlichting de bewustwording over de kostenvoordelen te vergroten. Een prikkel om wel duurzaam te gaan ondernemen moet volgens de bedrijven vanuit de overheid worden gestimuleerd met belastingvoordelen en/of subsidies.
Duurzame investeringsagenda van het mkb
De investeringsagenda laat zien dat bedrijven ook de komende twee jaar vooral van plan zijn te investeren in energiebesparende maatregelen en in het opwekken of gebruik van duurzame energie, zoals zonnepanelen en windenergie. Vanuit de klimaatdoelen komt er binnen duurzaamheid ook steeds meer aandacht voor de circulaire economie en natuurherstel. Deze aspecten staan echter nog zeer laag op de investeringsagenda voor het mkb. Dit geldt ook voor het ontwikkelen van duurzame producten en/of diensten en het duurzaam produceren. Terwijl dit juist mogelijkheden biedt voor mkb-bedrijven om zich van concurrenten te onderscheiden.
Verdiepingsslag laat nog op zich wachten…
Duurzame activiteiten binnen het mkb worden vooral ingegeven door kostenbesparingen en niet zo zeer uit ideologische overwegingen. Energiebesparing en afvalreductie zijn maatregelen die relatief eenvoudig te implementeren zijn en snel tot kostenbesparingen kunnen leiden. Maatregelen op het gebied van natuur en klimaatadaptie of het ontwikkelen van duurzame producten of diensten vergen daarentegen grotere investeringen en meer tijd en hebben vaak een langere en onzekere terugverdientijd. Vandaar dat deze volgende verdiepingsslag, hoewel hard nodig vanuit het klimaatbeleid, vooralsnog op zich laat wachten in het mkb.
…maar innovatieve bedrijven nemen het voortouw
Dit onderzoek kijkt alleen naar de zogenoemde ‘harde’ kant van duurzaam ondernemen. Hieronder vallen activiteiten die te maken hebben met energieverbruik, grondstofgebruik, CO2-reductie en natuurverbetering. De ‘zachte’ kant van duurzaamheid – zoals kwaliteit van werkgelegenheid en gelijke kansen voor mannen en vrouwen – wordt in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten.
Onderzoeksverantwoording:
De enquête is uitgevoerd door Kantar TNS in opdracht van ING Economisch Bureau. In augustus zijn 677 mkb-bedrijven, met minimaal 5 en maximaal 250 werknemers, in Nederland door middel van webmail enquête ondervraagd