In 2016 was de uitstoot van broeikasgassen 1 procent hoger dan een jaar eerder. De chemische industrie stootte meer uit en er is meer aardgas verbruikt voor de verwarming van woningen en kantoren. De netto uitstoot van elektriciteitscentrales is gedaald. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe, voorlopige cijfers uit de emissieregistratie.
Grotere CO2-uitstoot door chemische industrie
De uitstoot van alleen het gas koolstofdioxide (CO2) bedroeg 167 miljard kg in 2016. Dat is bijna 2 miljard kg meer dan een jaar eerder. De chemische industrie heeft door een grotere bedrijvigheid 1,5 miljard kg CO2 meer uitgestoten en er was een toename van 0,8 miljard kg CO2 door een hoger aardgasverbruik voor verwarming van woningen en kantoren. Energiebedrijven stootten per saldo 0,4 miljard kg CO2 minder uit dan in 2015.
Meer aardgas, minder steenkool voor recordproductie elektriciteit
Het aandeel steenkool in de elektriciteitsproductie is in 2016 gedaald naar 32 procent, nadat het tussen 2011 en 2015 toenam van 18 procentnaar 36 procent. Het aandeel aardgas steeg naar 46 procent, terwijl het in de jaren daarvoor afnam van 60 procent in 2011 naar 42 procent in 2015. De trendomkering in 2016 komt na de sluiting van drie oude kolencentrales en een grotere inzet van aardgascentrales.
De substitutie van steenkool door aardgas zorgt voor een lagere CO2-uitstoot. Deze reductie werd grotendeels teniet gedaan door de extra inzet van aardgas bij de elektriciteitsproductie. Die was nodig om de gedaalde import van elektriciteit te compenseren. Dit leidde tot een recordproductie van elektriciteit in 2016.
Daling emissie-intensiteit Nederlandse economie
In 2016 zorgden de chemische, aardolie- en basismetaalindustrie samen voor 78 procent van de uitstoot van broeikasgassen door de industriesector. Deze branches genereren maar 17 procent van de toegevoegde waarde van de industrie. Deze drie industrieën hebben de hoogste emissie-intensiteit binnen de industriesector. Deze is bijna vijfmaal hoger dan die van de hele industriesector en ruim zevenmaal hoger dan de emissie-intensiteit van de Nederlandse economie.
De voedings- en genotmiddelenindustrie had in 2016 een aandeel van 10 procent in de uitstoot van broeikasgassen door de industriesector. Het aandeel van deze branche in de industriële toegevoegde waarde is echter 21 procent. De emissie-intensiteit van de voedings- en genotmiddelenindustrie is ongeveer de helft van die van de hele industriesector.
De emissie-intensiteit van de Nederlandse economie was in 2016 ongeveer 42 procent lager dan in 1990. Dit hangt samen met een gegroeid aandeel van de dienstensector en een gedaalde emissie-intensiteit van de industriesector. Ook energiebesparingen, binnen en buiten de industriesector, speelden een rol in de gedaalde emissie-intensiteit van de Nederlandse economie.