Met het machinaal wassen van onze kleding vervuilen wij onze zeeën en oceanen. Dit schokkende resultaat wordt na jarenlang wetenschappelijk onderzoek gepresenteerd tijdens een persconferentie, vandaag, in het Conscious Hotel in Amsterdam. Bewezen is dat kledingvezels niet alleen in het water zitten, maar ook in het voedsel dat we eten en de lucht die we inademen. Daarnaast blijkt volgens een in februari van dit jaar gepubliceerd rapport van de International Union for Conservation of Nature (IUCN), dat het gebruik van synthetische vezels tussen 1992 en 2010 met 79,3% is gestegen.

KLEDINGVEZELS IN MOSSELEN, HONING EN ZEEZOUT GEVONDEN

Er was al langer bekend dat microplastics uit cosmetica in ons water terechtkomen. Maar uit dit onderzoek komt naar voren dat de vervuiling door kledingvezels nog vele malen groter is. Zo blijkt dat maar liefst 34,8% van de primaire microplastics na het wassen van synthetische kleding in ons milieu terechtkomt. “Uiteindelijk belanden deze microvezels weer op ons bord”, zegt Maria Westerbos, directeur van de Plastic Soup Foundation. Er worden vezels teruggevonden in plankton, in zowel gekweekte als wilde mosselen, in zeezout en zelfs in honing. Het aantal diersoorten dat hinder heeft van plastic ligt in 2017 op 1220 en blijft stijgen. Westerbos: “De effecten zijn legio: van verslechterde conditie, inwendige verwondingen tot verhongering en uitdroging.”

De Europese autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) beschouwt micro- en nanoplastics inmiddels als een potentiële bedreiging voor onze voedselveiligheid. De consumptie van vis en schelpdieren die hele kleine stukjes plastic bevatten, kunnen een mogelijk gezondheidsrisico voor de mens met zich mee brengen.

VEZELS IN DE LUCHT: WE ADEMEN ONZE KLEDING OOK IN

In 2016 werden de resultaten bekend gemaakt van een unieke meting in Parijs naar de neerslag van microvezels uit de lucht. Er werden twee tot 355 microvezels per dag, per vierkante meter geteld; in het centrum van de stad twee keer zoveel als in een voorstad. De gevonden kledingvezels bestonden voor 29% gedeeltelijk of volledig uit plastic. “De gevolgen voor de volksgezondheid zijn niet te overzien”, aldus Westerbos. “De microplastics zouden chemicaliën af kunnen geven die onze celwanden kunnen passeren, bijvoorbeeld van de longen, en zo via de bloedbaan in het lichaam gaan circuleren. Microdeeltjes kunnen zodoende ook via de placenta ongeboren baby’s bereiken.”

PARTICULIEREN EN MERMAIDS PROBEREN VERSCHIL TE MAKEN, INDUSTRIE DOET NIETS

Plastic Soup Foundation (PSF) is de communicatiepartner van het Life+ Mermaids consortium. Tijdens dit driejarige project is er intensief onderzoek gedaan naar het verlies van vezels in de wasmachine. Daarnaast is er voor het eerst succesvol geëxperimenteerd met bio-based coatings van garnalen (chitosan) en planten (pectine): hiermee is een spectaculaire reductie bereikt tot wel 50% minder vezelverlies.

Gedurende dit onderzoek heeft de Plastic Soup Foundation ook actief contacten gelegd met andere partijen die zoeken naar oplossingen voor dit probleem. Wereldwijd worden allerlei innovatieve pogingen ondernomen om te voorkomen dat vezels in het spoelwater terecht komen. Zo wordt in de Verenigde Staten na succesvolle crowdfunding de Cora Ball in productie genomen. Deze bal is geïnspireerd op de natuurlijke werking van koraal, waarbij in dit geval de minuscule deeltjes in de wasmachine uit het stromende water worden gefilterd. Een ander voorbeeld is de Guppy Friend, een wasmachinezak ontwikkeld door een groep surfers, skaters en creatieve individuen uit Berlijn. Hierbij blijven de microvezels achter in de zak.

Maria Westerbos: “We weten ook dat er achter de schermen hard gewerkt wordt aan een extern wasmachinefilter, maar het is nog te vroeg om daar iets over te zeggen. Zorgelijk is het wel, dat de kledingindustrie tot op heden nauwelijks initiatief toont om het probleem bij de bron aan te pakken. Natuurlijk is het fantastisch dat er grassroots oplossingen worden bedacht, maar het is nog veel belangrijker dat er iets gedaan wordt aan de kleding zelf. In plaats daarvan maken steeds meer merken kleding van kwetsbare ocean plastics, die nog sneller uit elkaar vallen. Daarmee maken ze het probleem alleen maar groter. Alleen Patagonia en G-Star lijken het probleem serieus aan te willen pakken.”