Steeds meer spelers in de chemische industrie ondernemen vrijwillig actie om duurzame innovaties door te voeren. Dat stellen Arthur D. Little partners Martijn Eikelenboom en Michael Kolk. Door de waarde van duurzaamheid te benutten kunnen chemische bedrijven beter vooruit plannen en zich voorbereiden op een meer welvarende toekomst.
De chemische industrie, die in 2013 wereldwijd een waarde van $4,1 biljoen vertegenwoordigde, ondergaat momenteel net als andere sectoren en industrieën aanzienlijke veranderingen. Een van de grootste uitdagingen waar de sector mee te maken krijgt is de noodzaak om de transitie naar duurzamere visies en verdienmodellen te versnellen. De sector heeft daarin al stappen gemaakt – sinds 1990 heeft het zijn CO2-uitstoot met meer dan de helft (-58%) weten terug te brengen, ten opzichte van een productiegroei van 71% – een indrukwekkende prestatie die de positie van de chemische industrie als een van de meest innovatieve sectoren ter wereld onderstreept. Toch hebben spelers in de chemische waardeketen nog een lange weg te gaan om de lange termijn klimaatdoelen te realiseren.
Wettelijke verplichtingen, zoals het verminderen van CO2-uitstoot, het gebruik van hernieuwbare energie en het afbouwen van het gebruik van bepaalde technologieën, zijn de drijvende kracht achter de teruggebrachte uitstoot. Maar volgens Martijn Eikelenboom, die aan het hoofd staat van Arthur D. Little in de Benelux en leiding geeft aan de Global Sustainability praktijk van het consultancybureau, wordt er in de industrie ook steeds vaker vrijwillig actie ondernomen om te verduurzamen.
“We zien dat een groot deel van de verduurzamingsacties vrijwillig zijn en de chemische bedrijven beter willen concurreren op dit vlak”, merkt hij op. Eikelenboom benadrukt dat het omarmen van duurzaamheid organisaties een concurrentievoordeel kan opleveren op een aantal dimensies, waaronder meer mogelijkheden om het groeipotentieel te verhogen, door het identificeren van nieuwe kansen, een meer gestroomlijnde bedrijfsvoering en een betere capaciteit voor het verminderen van risico’s.