De online deeleconomie in Nederland is in de afgelopen drie jaar gegroeid. In 2016 zegt ruim 1 op de 5 Nederlanders gebruik te maken van online deelplatforms voor het lenen en delen van spullen. In 2013 lag dit gebruik nog op 6 procent van de Nederlanders. Dit blijkt uit vergelijkend representatief onderzoek van Kaleidos Research onder 2625 Nederlanders.
Andere kijk op delen
Niet alleen nemen meer Nederlanders deel aan de online deeleconomie, ook kijken zij in 2016 anders naar dit fenomeen dan drie jaar geleden. Het delen van spullen met onbekenden is minder taboe geworden. 1 op de 3 Nederlanders heeft geen bezwaar tegen het delen van spullen met mensen buiten de eigen kenniskring. In 2013 vond slechts 1 op de 10 Nederlanders dit geen probleem. Ook de definitie van wat er onder delen mag worden verstaan, is door de jaren heen breder geworden. Bijna 6 op de 10 Nederlanders (59%) onderschrijft in 2016 de stelling dat delen in ruil voor geld geen echt delen is. In 2013 was nog driekwart van de Nederlanders van mening dat delen per definitie zonder financiële vergoeding is.
Verschil in gebruik en houding tussen jonge en oudere Nederlanders
Jonge Nederlanders onder de 35 jaar delen en lenen vaker dan Nederlanders ouder dan 35 jaar. Van de jonge Nederlanders neemt 29% deel aan de deeleconomie, onder Nederlanders van boven de 35 jaar is dit 20%. Ook staan jongeren positiever tegenover deze vorm van delen en hebben ze een ruimere definitie van wat er onder delen mag worden verstaan.
Positief effect deeleconomie op milieu
De meeste Nederlanders (68%) geloven dat het delen van spullen in Nederland een positief effect heeft op het milieu. Een veel kleiner deel van de Nederlanders (28%) gelooft dat delen in Nederland kan bijdragen aan wereldwijde armoedebestrijding. In de afgelopen drie jaar zijn jongeren positiever gaan denken over het effect dat delen in Nederland heeft op het verminderen van milieuvervuiling en armoede wereldwijd. Oudere Nederlanders zijn daarentegen juist negatiever gaan denken over deze effecten.