Afgelopen woensdag vond de Nationale Klimaattop plaats. 1700 mensen van het bedrijfsleven, de overheid en maatschappelijke organisaties kwamen bij elkaar om afspraken te maken over een concrete uitwerking van het klimaatakkoord van Parijs. De NOS noemde het een “lieve” klimaattop. En dat wás het ook. Sterker nog: het was een wassen neus. Met veel gejuich werd het ene initiatief na het andere gevierd. De minister-president was er ook, en was – uiteraard – uitermate positief. De aanwezige bedrijven lieten op overtuigende wijze zien hoe zij zich inzetten om klimaatverandering te voorkomen.
Maar deze bedrijven hadden ook een paar uiterst relevante vragen aan de premier: Blijft de salderingsregeling stabiel, zodat het zelf opwekken van duurzame energie door huiseigenaren aantrekkelijk blijft? Komt er ruimte voor netwerkbedrijven om wijken niet op het gasnetwerk aan te sluiten? En dan de vraag van 40 bedrijven, waaronder Eneco, het Havenbedrijf Rotterdam en zelfs Shell: Komt er een klimaatwet? Dan is het stuitend te zien dat de premier deze vragen onbeantwoord laat, en ze slechts pareerde met de wedervraag “Wat gaan jullie doen?”
Natuurlijk heeft het bedrijfsleven een grote verantwoordelijkheid als het gaat om het halen van de doelen uit het klimaatakkoord. Het bedrijfsleven dóet ook al veel. Maar duurzame ondernemers, en dan vooral MKB’ers, hebben de overheid daarbij hard nodig. In plaats van collectief in slaap gesust te worden door bewindspersonen die niet verder kunnen tellen dan de komende vier jaar, is visie en moed nodig van de regering om beslissingen te nemen die een klimaatcrisis ook werkelijk kunnen voorkomen. Dit is een unieke kans: Niet alleen zien we deze crisis wél aankomen, we weten bovendien wat we moeten doen om haar te voorkomen (en er zelfs sterker uit te komen!). Dan moet de overheid echter wel duidelijke beslissingen nemen, gericht op de lange termijn – en niet tot de volgende verkiezingen.
Ik durf te stellen dat als de klimaattop in Parijs net zo was verlopen als de klimaattop van afgelopen woensdag, dit een ramp was geweest voor de wereldeconomie. Terwijl we als Nederland juist zoveel ambitieuzer kunnen zijn, als we niet van 192 andere landen laten afhangen of en wanneer wij hier ook eens concrete stappen zetten. Nederland heeft veel in huis om zelfs ver voorop te lopen en zodoende niet alleen bij te dragen aan oplossingen voor klimaatverandering, maar op lange termijn hiervan ook de economische vruchten te plukken. Dit zorgt voor een sterke internationale concurrentiepositie en meer (lokale) werkgelegenheid. Doen we dit niet, dan verliezen we banen en onze welvaart. Grote financiële instituties zoals De Nederlandsche Bank en BlackRock, de grootste vermogensbeheerder ter wereld, wijzen op de gigantische economische risico’s als we te laat overgaan op actie…
Wat moet de overheid dan doen?
– Het belastingstelsel moet radicaal hervormd worden, zodat arbeid goedkoper wordt en gebruik van grondstoffen duurder. Dit voorkomt de uitstoot van broeikasgassen en het opraken van grondstoffen. De juiste fiscale prikkels zullen bijdragen aan een werkelijk circulaire economie, waarin grondstoffen kunnen worden hergebruikt . TNO berekende al eens dat de circulaire economie ons 7,3 miljard euro en 54.000 banen kan opleveren.
– Er moet een ambitieuze klimaatwet komen zodat verstandig klimaatbeleid ook voor de lange termijn wordt verankerd.
– Innovatie moet volledig worden gericht op maatschappelijke vraagstukken, zoals de Sustainable Development Goals.
Ik realiseer mij dat dit geen eenvoudige maatregelen zijn. Maar we kunnen er eenvoudigweg niet omheen dat de overheid een langetermijnvisie toont en de noodzakelijke beslissingen gewoon néémt. Juist nu we (nog) niet in een economische crisis zitten is het tijd om moed te tonen. Want moed, dat is waar het tot op heden vooral aan lijkt te ontbreken!
De aanstaande verkiezingen en het regeerakkoord zijn bij uitstek een kans voor politici om te laten zien dat zij wel visie hebben. Ondernemers begrijpen als geen ander wat er gebeurt als je niet inspeelt op de noden van het moment: dan gaan ze failliet. Staten gaan dat niet en daarom meent de overheid het zich te kunnen veroorloven om door te modderen. De blik slechts gericht op de volgende verkiezingen…
Marjolein Demmers, Directeur De Groene Zaak – Ondernemers voor een duurzame economie