Namens ROCKWOOL, Heijmans, MVO Nederland, OVG Real Estate, Royal Haskoning DHV, VACpunt Wonen, De Groene Zaak, Dutch Green Building Council en DNA in de Bouw overhandigde Hannie Stappers, Director Public Affairs ROCKWOOL, op 26 september 2016 in Nieuwspoort het Manifest ‘Bouwen met Waarde(n)’ aan drs. Ferdi Licher, Programmadirecteur Bouwen en Energie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
‘We regelen al een aantal zaken op het minimumniveau om veiligheid te borgen. We moeten echter samen opschalen om ook de verder weg liggende doelen te bereiken. Maar het moet ook financierbaar zijn’, aldus Licher na de overhandiging van het Manifest. ‘Samenwerken’, was dan ook de centrale boodschap op het congres ‘Sturen op integrale waardecreatie in Bouw- en Vastgoed’. Op initiatief van ROCKWOOL zijn diverse stakeholders enthousiast gemaakt om te participeren in het Manifest, waarin overheid, bouwbedrijfsleven en opdrachtgevers worden opgeroepen om sociale gebouwprestaties mee te nemen bij nieuwbouw, aanpak bestaande bouw en regelgeving. Het moment van overhandiging van het Manifest kon niet beter worden gekozen: tijdens de eerste dag van de Dutch Green Building Week en aansluitend op de Global Goals Week in New York.
Sustainable Development Goals
Op 25 september 2015 is ‘de 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling’ door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen. De kern van deze Agenda zijn 17 zogenoemde Sustainable Development Goals (SDG’s) en 169 onderliggende subdoelstellingen of targets. De goals en targets bouwen voort op de Millennium Development Goals (MDG’s) die eind 2015 zijn afgelopen, en op andere internationale overeenkomsten op het gebied van duurzaamheid. De gemaakte afspraken zijn niet wettelijk bindend, maar een inspanningsverplichting. Landen worden opgeroepen om de mondiale SDG’s te vertalen naar nationale doelstellingen en beleid.
De stakeholders van het Manifest vragen vooral aandacht voor vier van de zeventien SDG’s:
- Good health and well-being (nr. 3)
- Sustainable cities and communities (nr. 11)
- Responsible consumption and production (nr.12)
- Climate action (nr. 13)
‘Nederland en Denemarken hebben een voorloperrol bij veel SGD’s. We moeten samen de stakeholders stimuleren en faciliteren om de bal rollende te houden’, aldus Ole Moesby, ambassadeur van Denemarken.
Binnen het publieke speelveld zijn er volgens Moesby vier instrumenten die – mede ook in het licht van de komende verkiezingen – gebruikt kunnen worden om sociale prestaties tot een verplicht onderdeel van de bouwregelgeving te maken:
- Het nieuwe Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL 2018)
- De nieuwe Wet Kwalititeitsborging voor het Bouwen (Wkb, gefaseerd vanaf 1 januari 2017)
- Maatschappelijk Verantwoord Inkopen en Aanbesteden
- Nearly Zero Energy Buildings (2021).
Moesby: ‘De bouwsector moet haar verantwoordelijkheid oppakken. Maar dan moet er ook faciliterende regelgeving zijn, zodat er sprake is van een eerlijk speelveld.’
Sociale impact in de Gebouwde Omgeving
Het Manifest adviseert eerst de meest kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s) op te stellen. Voorbeeld is het verminderen van de sociale impact van brand. De huidige regelgeving is voornamelijk gericht op veilig vluchten en beperking van brandschade bij belendende panden. Maar behoud van een gebouw is geen doel binnen het huidige Bouwbesluit, waardoor de materiële schade vaak enorm is. Maar liefst 50% van de bedrijven gaat na een brand binnen twee jaar failliet, hetgeen ook leidt tot grote maatschappelijke kosten. Daarnaast wordt vermindering van de sociale impact van geluid genoemd. Geluidsoverlast leidt tot verminderde prestaties en een hoger ziekteverzuim. Deze ‘verborgen’ kosten kunnen enorm oplopen. Verder zou de sociale impact gewaardeerd moeten worden in het inkoop en aanbestedingsproces.
In het manifest wordt ook aangedrongen op dataverzameling aan de hand van bijvoorbeeld Kadaster, CBS, IFV, Verbond van Verzekeraars en Stichting Salvage. Deze data is nu nog niet gelinkt, maar is wel cruciaal voor meting en trendanalyse. Ook communicatie naar de markt, monitoring door overheid en jaarlijkse rapportering van de behaalde resultaten aan en Sociale Impact Rapportage wordt aanbevolen. Worden de doelstellingen niet gehaald, dan moet het beleid worden bijgesteld.
Maatschappelijke kosten
Hannie Stappers, Director Public Affairs ROCKWOOL, liet tijdens het congres enkele indrukwekkende cijfers zien van maatschappelijk kosten door onvoldoende aandacht voor sociale prestaties: ‘Het kwantificeren van maatschappelijke kosten is erg lastig. Wij gebruiken daarvoor de ziektelast, die door de Wereldbank en de WHO worden uitgedrukt in DALY’s: Disability-Adjusted Life-Years. De DALY kwantificeert gezondheidsverlies en is opgebouwd uit twee componenten: de jaren verloren door vroegtijdige sterfte en de jaren geleefd met ziekte. Wat blijkt: een jaar niet in gezondheid geleefd kost 75.000 euro. Er is vervolgens berekend wat de besparingen/vermeden kosten in Nederland zijn aan de hand van de productiecijfers van 2015 van ROCKWOOL Benelux. Dan kom je tot 12 procent minder dodelijke slachtoffers bij branden: goed voor € 7,4 miljoen vermeden maatschappelijke kosten. En vermindering van 280.000 gevallen van geluidsoverlast: € 1,1 miljard vermeden maatschappelijke kosten. Nog meer cijfers: vermindering van 500 industriële branden, 42 faillisementen, 37.148 m2 verloren vastgoed: € 102 miljoen euro vermeden bedrijfskosten. En tot slot maar liefst 167,2 miljoen euro aan vermeden productiviteitskosten, op scholen en kantoren door 9% verbeterde prestaties.’
Stappers besluit: ‘Het is toch vreemd dat we in de regelgeving zo focussen op energiebesparing, terwijl energiekosten maar één procent uitmaken van de gebouwkosten in de exploitatiefase. Circa 90 procent van de kosten gaat naar het personeel. Dan is het duidelijk dat een slechtere prestatie van het personeel enorm veel geld kost. Daarom is de sociale prestatie van een gebouw ook zo belangrijk en dat willen we met het Manifest duidelijk maken.’
Download het MVO Verslag 2015 van Rockwool Benelux