De Nederlandse modesector houdt jaarlijks 21,5 miljoen kledingstukken over. Voor modewinkels betekent dit een omzetverlies € 313,5 miljoen. Winkels, groothandels en producenten blijven zitten met onverkoopbare kleding omdat ze trends verkeerd hebben voorspeld en de maat, pasvorm of kleur niet goed is.

Onverkochte kledingvoorraad zorgt voor omzetschade en zinloze milieu-impact, maar vreemd genoeg is tot nu toe nauwelijks onderzocht hoe groot dit probleem is. Daarom heeft onderzoeksbureau Conclusr in opdracht van MVO Nederland een enquête gehouden onder 379 winkeliers en groothandelaren. Ook 70 buitenlandse kledingproducenten werden ondervraagd.

Daaruit blijkt dat 6,5% van alle nieuw geproduceerde kleding achterblijft bij producenten, groothandels en winkeliers. Deze broeken, T-shirts, jurkjes et cetera bereiken nooit de origineel beoogde consument. Het aandeel onverkochte kleding bij winkels is 4,2%. De voornaamste reden dat kleding onverkocht blijft is omdat het de verkeerde maat, pasvorm of kleur heeft.

Twee derde verkocht voor originele prijs

De 4,2% onverkochte kleding is het restje dat overblijft na de Sale-periode. Daarin gaat 31% van alle kleding met kortingen tot 75% de winkel uit. 64,8% van alle kleding wordt verkocht voor de originele prijs. De jaarlijkse berg onverkochte kleding bestaat uit 21,5 miljoen stuks, waarvan 13,8 miljoen stuks achterblijven bij winkels. Dit betekent voor hen een omzetverlies van € 313,5 miljoen.

Niet alle onverkochte kleding wordt vernietigd, zoals vaak wordt verondersteld. Het grootste deel wordt per kilo verkocht aan commerciële opkopers of geschonken aan goede doelen. Deze organisaties brengen de kleding opnieuw op de markt via outlets of ze verspreiden het in landen in Oost-Europa, Afrika en Azië.

Deel nieuwe kleding wordt vernietigd

Naar schatting 1,23 miljoen nieuwe, maar onverkochte kledingstukken worden jaarlijks vernietigd. Ongeveer de helft wordt gerecycled tot vilt, de andere helft eindigt in de verbrandingsoven. Een belangrijke reden voor modemerken om nieuwe kleding te vernietigen is om hun eigen markt niet te verstoren en hun imago te beschermen.

Onverkochte kleding voorkomen

Maatregelen die bedrijven kunnen nemen om onverkochte kleding te verminderen zijn vooral gericht op het dichter bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Sommige modebedrijven weten de tijd tussen productie en levering in te korten tot 15 dagen door ongeverfde stoffen op voorraad te houden en modeartikelen dicht op de afzetmarkt te produceren.

Hoe sneller de vraag van de consument bekend is, hoe beter een bedrijf op deze vraag kan inspelen. De snelheid van informatie in de keten kan verkort worden met ´Electronic Data Interchange´. Daarbij wordt kassa-informatie uit de winkel dagelijks teruggespeeld naar groothandels en producenten, die daarop hun planning en productie kunnen aanpassen.

Grote winkeliers hebben bovendien de mogelijkheid om voorraden te verschuiven naar filialen waar een grotere vraag is naar een specifiek product. Zij houden minder onverkochte voorraad over dan kleine winkeliers.

Zie voor meer informatie en het onderzoeksrapport: mvonederland.nl/onverkochte-kleding