De Alpen vormen voor het internationaal transport een natuurlijke barrière op het Europese continent. Het is niet alleen goedkoper, maar ook duurzamer om containers met als bestemming Zuid-Duitsland, Tsjechië of Polen via Noord-Europese havens te transporteren dan via Zuid-Europese havens. Dit ondanks het feit dat de containerschepen tussen Azië en Europa altijd via het Suez-kanaal varen en de vaarroute naar zuidelijke havens als Koper, Constanta en Genua dus korter is. Dit blijkt uit onderzoek van Panteia naar verduurzaming van logistieke ketens in Europa. Panteia ziet ook mogelijkheden het transport duurzamer te maken.
Allard Castelein, CEO Havenbedrijf Rotterdam: “De Noord-Europese havens presteren goed omdat hier veel grote containerschepen komen en veel van het achterlandtransport per binnenvaart en spoor georganiseerd is. Dat zorgt voor een relatief lage ecologische footprint ook al is de route langer. Maar het rapport laat ook zien dat het nog beter kan, met name door LNG toe te passen als transportbrandstof en door met ICT de logistiek efficiënter te maken. Dit zijn twee belangrijke uitdagingen in de komende jaren.”
Volgens het onderzoek stoot een schip met een capaciteit van 20.000 TEU (eenheidsmaat voor containers) veel minder CO₂ per container per dag uit dan een schip met 10.000 TEU. Dit kan tot de helft van de CO₂-uitstoot schelen. Logistieke ketens worden dus duurzamer naar mate ze meer gebruik maken van grote schepen. De grote Noord-Europese havens worden relatief vaker door deze schepen aangelopen dan de kleinere Zuid-Europese havens, omdat meer goederen van en naar deze dichtbevolkte regio verscheept worden.
Het rapport concludeert dat instelling van een zogenoemde Sulphur Emission Control Area (SECA) voor de Middellandse Zee zal leiden tot minder uitstoot van zwaveldioxide, maar vrijwel niet tot verschuivingen van marktaandeel van de verschillende havens. De onderzoekers noemen dit dan ook een ‘quick win’ in het tegengaan van luchtverontreiniging.Op dit moment gelden strengere regels voor uitstoot van de scheepvaart op de Noordzee en de Oostzee dan op de Middellandse Zee. Dit levert volgens de onderzoekers geen concurrentievoordeel op voor de zuidelijke havens.
Toepassing van LNG als transportbrandstof in de logistiek (scheepvaart, binnenvaart, truck) heeft vooral een positief effect op de binnenvaart en kustvaart. Logistieke ketens via havens die hier sterk in zijn zoals Rotterdam worden daarmee duurzamer dan andere. Treinen hebben overigens de mogelijkheid op 100% hernieuwbare energie te rijden.
Brede toepassing van ICT kan de logistiek efficiënter maken en de beladingsgraad van containers en transportmodaliteiten verhogen. Panteia becijfert een maximale CO₂-reductie van 5% tot 10%.
Voor het onderzoek zijn grote verladers en logistieke bedrijven geïnterviewd. Zij vinden prijs het belangrijkste criterium, gevolgd door service en betrouwbaarheid. Pas daarna komt duurzaamheid. Duurzaamheid is een deal maker, maar nog geen deal breaker.
Wetgeving en incentives zijn dan ook belangrijk om verduurzaming van de logistiek te bewerkstelligen. Havenautoriteiten, transportondernemingen en overheden spelen hierin een belangrijke rol. Bijvoorbeeld in het stimuleren van het gebruik van LNG in plaats van diesel of stookolie, het stimuleren van binnenvaart en spoor, en het ontwikkelen van ICT om logistieke ketens efficiënter te maken. Zeehavens kunnen zelf via stimuleringsmaatregels voor schonere schepen ook een effectieve bijdrage leveren aan verduurzaming van de logistiek. Maatregelen die zowel de kosten als de emissies naar beneden brengen, zijn daarom erg interessant.
Het onderzoek van Panteia is gedaan in opdracht van het Havenbedrijf Rotterdam en Deltalinqs. Het Havenbedrijf wil een leidende rol spelen in het verkleinen van de ecologische voetafdruk van transport en vindt dat besluitvorming hierover op feiten gebaseerd moet zijn.