NUON zal in contracten met hoofdaannemers aanpassingen doorvoeren om zo de naleving van afspraken in de gehele keten van leveranciers te bevorderen. Meer specifiek betekent dit dat NUON aan haar hoofdaannemers oplegt dat zij aan hun leveranciers en onderaannemers dezelfde verplichtingen opleggen als die welke NUON aan de hoofdaannemer oplegt ten aanzien van arbeidsvoorwaarden, loontarieven en de naleving van nationale – en Europese regelgeving. Daarmee verplicht de hoofdaannemer onderaannemers contractueel zich te allen tijde te houden aan wet- en regelgeving. De overeenkomst tussen partijen is van toepassing op alle grote projecten die door NUON met ingang van 1 november 2013 worden uitgevoerd.
Deze kwestie had de FNV aan het Nationale Contactpunt OESO-Richtlijnen ter bemiddeling voorgelegd naar aanleiding van gebeurtenissen op de bouwplaats aan de Eemshaven. De OESO richtlijnen voor multinational ondernemingen, die inmiddels door 46 landen zijn onderschreven, kennen een ketenverantwoordelijkheid van opdrachtgevers voor het naleven van regelgeving ten aanzien van tewerkstelling en arbeidsverhoudingen door onderaannemers. Deze ketenverantwoordelijkheid reikt verder dan de huidige Nederlandse wet- en regelgeving. Volgens de huidige Nederlandse wet- en regelgeving kan een opdrachtgever namelijk op veel terreinen nietaansprakelijk worden gesteld voor problemen die zich voordoen bij de onderaannemers.
Lopende deze bemiddeling heeft Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Asscher per brief aan de Tweede Kamer laten weten de ketenaansprakelijkheid voor de betaling van loon uit te willen breiden. Dat betekent in de praktijk dat niet alleen de werkgever, maar ook de opdrachtgever aansprakelijk wordt voor het betalen van het cao-loon aan een werknemer. Het NCP vindt het een goede zaak dat er een aanpassing van de wetgeving zal komen.
De eindverklaring en bijbehorende documenten zijn te vinden op de website van het NCP: http://www.oesorichtlijnen.nl/meldingen/overzicht-meldingen
De OESO-richtlijnen maken duidelijk wat de Nederlandse overheid (en 45 andere landen) van bedrijven verwacht bij het internationaal zakendoen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Ze bieden handvatten voor bedrijven om met kwesties om te gaan zoals ketenverantwoordelijkheid, mensenrechten, kinderarbeid, milieu en corruptie. Bij geschillen over de toepassing van de Richtlijnen kunnen partijen zich richten tot het Nationaal Contactpunt (NCP). Het NCP probeert vervolgens partijen bij te staan om gezamenlijk te komen tot een oplossing van het probleem gericht op de toekomst, onder andere door bemiddeling via het NCP zelf of via een derde partij.