Nederland zet zich de komende 4 jaar samen met VN-arbeidsorganisatie ILO in voor betere arbeidsomstandigheden in lage- en middeninkomenslanden. Minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) tekende daartoe donderdag bij het World Economic Forum in Davos een overeenkomst met de ILO.
‘Fatsoenlijk werk is armoedebestrijding. De ILO werkt samen met bedrijven en overheden om daarvoor te zorgen. Die inzet raakt de kern van mijn nieuwe agenda voor hulp, handel en investeringen. Daarom steunt Nederland ook de komende 4 jaar het belangrijke werk van de ILO’, aldus Ploumen.
Het nieuwe partnerschap legt de samenwerking tussen Nederland en de ILO vast voor de komende 4 jaar (2014-2017). Met de helft van de Nederlandse bijdrage (€ 2,5 miljoen per jaar) wordt het succesvolle Better Work Programma ondersteund. Daarmee pakt de ILO misstanden aan in onder meer de textielsector in landen als Bangladesh en Indonesië.
De andere helft is een algemene bijdrage waarmee de organisatie snel en effectief kan optreden waar dat nodig is. De ILO stelt wereldwijd normen op voor fatsoenlijke arbeidsomstandigheden en helpt met het in de praktijk brengen daarvan. De ILO is sterk in het betrekken van het bedrijfsleven bij hun werkzaamheden en het bevorderen van maatschappelijk verantwoord ondernemen.