Oost-Nederland krijgt de komende jaren honderd miljoen euro van de Europese Unie om innovaties en een koolstofarme economie te stimuleren. Het Rijk doet daar nog eens zeventien miljoen bij.
Voorwaarde is wel dat de provincies Gelderland en Overijssel en het bedrijfsleven zelf ook investeren in innovatie en in een economie die minder afhankelijk is van fossiele brandstoffen. Die zogenaamde cofinanciering betekent dat Gelderland en Overijssel samen met de grote steden* er zelf 48 miljoen in steken. Verwacht wordt dat het bedrijfsleven 120 miljoen investeert. Alles bij elkaar betekent dat voor de jaren 2014-2020 in totaal 285 miljoen euro beschikbaar komt voor innovatie en voor een koolstofarme economie.
Dat hebben de provinciebesturen van zowel Gelderland als Overijssel besloten. De beide provincies vormen samen het werkgebied Oost-Nederland van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).
Oost-Nederland zet in op vier gebieden: High Tech Systemen en Materialen (HTSM), gezondheid (Health), Agrofood en Energie & Milieutechnologie (EMT). Binnen die sectoren beschouwen Gelderland en Overijssel ICT, water, chemie, de creatieve en de maakindustrie als sleuteltechnologieën.
Vooral het midden- en kleinbedrijf en kennisinstellingen in Overijssel en Gelderland kunnen de komende jaren aanspraak maken op EFRO-subsidies. Een dergelijke impuls blijkt het meeste effect te hebben als bedrijfsleven, onderwijs en overheid samen optrekken. Projecten waarin die drie goed samenwerken, maken daarom de meeste kans op een EFRO-subsidie.
Nederland krijgt in totaal 509 miljoen euro vanuit het EFRO-programma. Eerder al besloot het kabinet dat daarvan krap een vijfde (19,77 procent) naar Gelderland en Overijssel gaat. ‘Brussel’ moet de EFRO-plannen van Gelderland en Overijssel nog definitief goedkeuren. Naar verwachting gaat het EFRO-loket september dit jaar open voor het aanvragen van subsidie.
*De grote steden zijn Almelo, Enschede, Hengelo, Zwolle, Deventer, Apeldoorn, Arnhem, Nijmegen en Ede