Een structurele verbetering van de arbeidsomstandigheden in de textielsector in productielanden is het gezamenlijke doel van de Nederlandse kleding en textielsector. Samen met de genoemde partijen wordt gewerkt aan een actieplan gericht op het oplossen van problemen. Een actieplan dat in 2012 geïnitieerd is door het bedrijfsleven en omarmd is door de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, mevrouw Ploumen.
Samenwerking is de sleutel. Via een dialoog worden initiatieven van de verschillende genoemde partijen samengebracht om met elkaar slagkracht te hebben om daadwerkelijk iets te kunnen veranderen. Daarbij wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht op Europees en internationaal niveau.
In dat opzicht is de Nederlandse kleding en textielsector verheugd met de oproep van de Europese Unie richting de Bengaalse overheid om misstanden in de textielsector aan te pakken. Dit gebeurt al via het tripartiet National Action Plan dat met ondersteuning van de International Labour Organisation in Bangladesh is opgesteld en ondertekend door de Bengaalse overheid, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en vakbonden. Dit nationale actieplan is belangrijk om de situatie in Bangladesh te verbeteren. De Europese Unie en het Europees Parlement hebben beide benadrukt dat de Bengaalse overheid een belangrijke rol speelt, maar onderstrepen ook dat het Europese bedrijfsleven MVO-richtlijnen moet promoten in de Bengaalse textielindustrie.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is in de afgelopen decennia een van dé speerpunten geworden voor de Nederlandse kleding en textielsector en zijn er diverse successen geboekt. Helaas doen misstanden zich nog steeds voor. De textielsector is wereldwijd enorm competitief, met een keten die bijzonder gelaagd is en daardoor complex. Nederlandse kleding en textielbedrijven zijn zeker welwillend, maar hun rol en invloed binnen de markt is ontoereikend om alle misstanden op te lossen die zich voordoen in de keten. Daarom wordt onder meer via bedrijfsinitiatieven zoals het Business Social Compliance Initiative (BSCI), het Ethical Trade Initiative (ETI) en de Fair Wear Foundation (FWF) samenwerking en ondersteuning gezocht. Doel van deze initiatieven is onder meer het tegengaan van overwerk, kinderarbeid, uitbuiting, discriminatie en het promoten van veilige werkomstandigheden. Daartoe worden audits verricht en worden fabrieken door onafhankelijke instanties gecontroleerd en getoetst op de eisen die aan hen gesteld worden via deze social compliance initiatieven en controleert de Nederlandse kleding en textielsector vaak ook zelf ter plekke. De Nederlandse kleding en textielsector is nauw betrokken geweest bij de oprichting van deze initiatieven.
In het genoemde actieplan zal onder meer aandacht zijn voor arbeidsomstandigheden en brandveiligheid. Op dit gebied zijn er verschillende initiatieven, zoals de Fire Safety Alliance. In de Fire Safety Alliance nemen 25 Europese en Amerikaanse modemerken en retailers (Europese en Amerikaanse), IndustriALL, de Schone Kleren Campagne, het Deutsche Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit (GIZ), ETI, Workers Right Consortium en anderen deel aan het opstellen van een internationaal actieplan. Er zijn reeds meerdere bijeenkomsten geweest met het doel voor half mei een gemeenschappelijke aanpak te vinden om zo een kritische massa te creëren van verschillende stakeholders die één gezamenlijk doel en gedeelde uitgangspunten hebben. Voorts is het doel om overlap tussen initiatieven (waaronder het joint memorandum Fire & Building Safety van de Schone Kleren Campagne) en versplintering te voorkomen. Met het nationale actieplan wordt aansluiting gezocht op de internationale samenwerking.
Een ander onderwerp dat terug zal komen in het actieplan is leefbaar loon en wettelijke minimum lonen. Ook hiertoe worden gezamenlijk doelen afgesproken en wordt er aansluiting gezocht bij initiatieven zoals de Europese Road Map Living Wage. Een initiatief dat breder is dan de textiel- en kledingsector alleen, maar waar de Nederlandse textielsector wel nauw bij betrokken is.
Alle ontwikkelingen in Bangladesh tonen keer op keer aan dan er structurele oplossingen geboden zijn. Voor een structurele verandering is overhaast te werk gaan niet de oplossing. De Nederlandse kleding en textielsector sluit zijn ogen niet voor de problematiek, maar op korte termijn kan de situatie in Bangladesh niet verbeterd worden door de Nederlandse textiel- en kledingsector alleen.