Uit Europees onderzoek is gebleken dat de IT-branche 2 procent van het totale energieverbruik op zich neemt. Daarnaast kunnen ICT-innovaties het energieverbruik in de andere sectoren tot wel 15 procent terugdringen. Dit heeft ertoe geleid dat er de afgelopen jaren een wildgroei aan instellingen is begonnen met het uitgeven van labels op het gebied van duurzaamheid waar IT-bedrijven aan moeten voldoen. Zo zijn op de IT-sector bijvoorbeeld de MVO-prestatieladder, de energie managementnorm en het EU ecolabel van toepassing. “Dat er naar de IT-sector wordt gekeken om de CO2-uitstoot te verminderen, is een goede zaak.” Aldus George de Haan, environmental specialist bij Fujitsu. “De grote verschillen in de labels die behaald kunnen worden, zorgen echter voor verwarring omdat bedrijven door de bomen het bos niet meer zien.”
Grote verschillen meetinstrumenten
De analyse van Fujitsu toont dat de kosten verschillen van niets tot 25.000 euro per jaar. Wat de duurzaamheidslabels meten loopt enorm uiteen. Sommigen meten op vijf niveaus, anderen op slechts één. De meeste labels meten het energieverbruik, maar ook dat wordt verschillend gemeten. Waar sommigen kijken naar watt uur, kijken anderen naar de uiteindelijke C02-uitstoot. Ook de zwaarte van de eisen die worden gesteld kan behoorlijk verschillen. Zo verdien je bij de ene instantie al punten door het überhaupt invullen van een vragenlijst, terwijl je bij een andere ook externe controles op je energieverbruik moet toestaan. “Hierdoor is het als bedrijf niet goed te bepalen of je duurzaam bezig bent.” Aldus De Haan. Volgens hem zou de IT-branche meer gebaat zijn bij standaardisatie van meetinstrumenten en doelstellingen op het gebied van duurzaamheid. De Haan: “Zo weet iedereen waar hij aan toe is en kunnen we op een transparante manier laten zien dat duurzame IT de toekomst heeft.”