Het toekennen van een bevoegdheid aan de AVA om het duurzaamheidsverslag vast te stellen zou een fundamentele verschuiving in de bevoegdheidsverdeling tussen het bestuur, de raad van commissarissen (RvC) en AVA (kunnen) betekenen, die de reikwijdte van de implementatie van de richtlijn duurzaamheidsrapportering (CSRD) ver te buiten gaat. Gelet hierop lijkt het in de rede te liggen om dit separaat nader te bezien nadat ondernemingen enige ervaring hebben opgedaan met de CSRD. Dit schrijft staatssecretaris Teun Struycken (Rechtsbescherming) in antwoord op vragen van de Tweede Kamer over het CSRD-implementatietraject.

De antwoorden zijn op 20 december jl. naar de Tweede Kamer gestuurd. Eumedion is voorstander van een dergelijk AVA-recht en hadden de fracties van Groen Links-PvdA en D66 hieromtrent vragen aan de staatssecretaris gesteld. In de antwoorden verduidelijkt de staatssecretaris dat een aandeelhouder via zijn agenderingsrecht de AVA een voorstel kan doen om een andere externe accountant te benoemen dan die door de RvC is voorgedragen. Een dergelijk voorstel dient als (bindend) stempunt op de AVA-agenda te worden geplaatst. Ook al is de RvC in de statuten bevoegd verklaard om de externe accountant voor te dragen, doet dit niet af aan de wettelijke bevoegdheid van de AVA om de controle- assuranceopdracht te verlenen, aldus de staatssecretaris.

Een aandeelhouder kan derhalve bewerkstelligen dat een ‘contravoorstel’ op de AVA in stemming komt. De staatssecretaris bevestigt verder dat het kabinet geen gebruik maakt van de lidstaatoptie om het duurzaamheidsverslag te laten onderzoeken door een geaccrediteerde onafhankelijke verlener van assurancediensten in plaats van een externe accountant. De staatssecretaris wijst er in dit verband op dat de CSRD aan onafhankelijke verleners van assurancediensten gelijkwaardige eisen stelt  als aan accountants en accountantskantoren. ”Gezien de korte implementatiedeadline is het niet realistisch om een gelijkwaardig systeem, inclusief toezicht, te introduceren voor onafhankelijke verleners van assurancediensten”, aldus staatssecretaris Struycken.

Hij verdedigt verder de keus om de CSRD deels via een wetsvoorstel en deels via een algemene maatregel van bestuur (amvb) in de Nederlandse wet- en regelgeving om te zetten. Wel merkt hij hierbij op dat de amvb en de wet op hetzelfde moment in werking zullen treden, zodat er geen onduidelijkheid kan ontstaan over het ingaan van de verplichtingen uit de amvb en die uit de wet.

De ontwerpimplementatie-amvb zal nu voor advies naar de Raad van State worden gestuurd. Het implementatiewetsvoorstel zal binnenkort voor behandeling aan de Tweede Kamer worden voorgelegd. Daarnaast heeft het Ministerie van Financiën op 23 december jl. een consultatie geopend over een ontwerp-amvb die de eisen bevat voor accountants(kantoren) die de duurzaamheidsverslagen gaan beoordelen. Deze consultatie staat tot 4 februari 2025 open.

Het kabinet heeft de implementatiedeadline van de CSRD (6 juli 2024) ruim overschreden. Nederland staat hierbij overigens niet alleen. Duitsland heeft bijvoorbeeld de CSRD-implementatie opgeschort i.v.m. de val van de regering. Zij heeft de Europese Commissie op 17 december jl. per brief opgeroepen om de inwerkingtreding van de CSRD met twee jaar uit te stellen: “Om de bureaucratie aanzienlijk te verminderen en tegelijkertijd maatschappelijk verantwoord ondernemen mogelijk te maken, moet worden overwogen om de deadline voor de aanvraag van het CSRD met twee jaar uit te stellen voor die bedrijven die vanaf boekjaar 2025 of later voor het eerst moeten rapporteren en om de drempels voor duurzaamheidsrapportage met betrekking tot de netto-omzet, het balanstotaal en werknemers te verhogen. Dit zou grote ondernemingen de broodnodige ruimte geven om zich aan te passen aan de nieuwe regelgevende omgeving en de groep grote ondernemingen binnen het bereik van  duurzaamheidsrapportage te verkleinen. Dit zou ook meer tijd bieden om de toepassing van de ESRS op de eerste tranche van bedrijven (grote ondernemingen die entiteiten van openbaar belang zijn) te beoordelen met als doel het totale aantal ESRS-datapunten te verminderen.”

(uit de Nieuwsbrief van Stichting Eumedion, 24 december 2024)