Uit de Nederlandse Innovatie Monitor 2024 blijkt dat bedrijven minder innoveren en hun klimaatambities verder uitstellen. Kunstmatige intelligentie (AI) wordt als kans gezien voor het verhogen van de productiviteit en innovatiekracht, maar een duidelijk effect op de bedrijfsprestaties is vooralsnog niet zichtbaar. Een eventuele inperking van de arbeids- en kennismigratie baart bedrijven juist zorgen. Bedrijven met theoretisch geschoolde buitenlandse kenniswerkers zijn juist innovatiever; zij zien echter weinig mogelijkheden om een eventuele inperking van arbeidsmigratie op te vangen door meer Nederlands personeel aan te trekken, huidige werknemers om te scholen of efficiënter te werken. Bijna een derde van deze kennisintensieve bedrijven geeft aan in dat geval groeiplannen te realiseren in het buitenland en ruim een kwart van deze bedrijven overweegt bedrijfsactiviteiten te verplaatsen naar het buitenland.  Arbeidsintensieve bedrijven met hoofdzakelijk praktisch opgeleide kennismigranten zullen vaker op zoek gaan naar oplossingen in Nederland, zoals het werven van meer Nederlandse werknemers, robotisering/automatisering, omscholing en anders het afschalen van de productie.

Het onderzoek werd onder regie van Prof. dr. Henk Volberda uitgevoerd. Hij is als hoogleraar Strategie & Innovatie verbonden aan de Amsterdam Business School, Universiteit van Amsterdam. Daarnaast is hij directeur van het Amsterdam Centre for Business Innovation.

Het Nederlandse bedrijfsleven stelt klimaatambities verder uit

Vorig jaar werd duidelijk dat de klimaatambities van bedrijven op de korte termijn verwaterden, en deze trend zet dit jaar versneld door. Waar de afgelopen drie jaar telkens meer dan de helft van de bedrijven aangaf dat ze streefden naar een verwaarloosbare CO2-voetafdruk in 2030, is dat percentage dit jaar gedaald naar 40 procent. Daarentegen zien we een toename van het aantal bedrijven dat deze ambities heeft voor het jaar 2050. Dit laat zien dat een deel van het Nederlandse bedrijfsleven zijn klimaatambities voor de kortere termijn verschuift naar de langere termijn. Het percentage bedrijven zonder klimaatambitie — gedefinieerd als bedrijven die niet of pas vanaf 2050 of later streven naar een verwaarloosbare voetafdruk — is terug op het niveau van vier jaar geleden.

Henk Volberda stelt dat “waar de afgelopen drie jaar telkens meer dan de helft van de bedrijven aangaf te streven naar een verwaarloosbare CO2-voetafdruk in 2030, het percentage dit jaar gedaald is naar 40 procent”.

Er is veel draagvlak onder bedrijven voor klimaatbeleid waarbij de uitstoter betaalt

Bijna 70 procent van de bedrijven vindt het eerlijk dat bedrijven die meer CO2 uitstoten, ook meer bijdragen aan de kosten van het klimaatbeleid dan bedrijven met een lagere uitstoot. Slechts een klein deel van de bedrijven (5 procent) vindt dit verdelingsprincipe onrechtvaardig. De steun hiervoor is aanzienlijk groter dan voor andere verdelingsprincipes, zoals principes met aandacht voor de strategische autonomie van Nederland (13 procent) of solidariteit en draagkracht van bedrijven (18 procent). Deze opvatting van het bedrijfsleven strookt grotendeels met burgerperspectieven op het gebied van klimaatrechtvaardigheid. Opvallend is dat het huidige beleid, dat dit principe (groten)deels volgt, weinig draagvlaak lijkt te hebben – waarbij wel opgemerkt moet worden dat een grote groep bedrijven er ook neutraal tegenover staat.

Opvallend is volgens Volberda “dat het huidige beleid, dat dit principe van klimaatrechtvaardigheid (groten)deels volgt, weinig draagvlaak lijkt te hebben onder bedrijven”.

De Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) heeft nog geen doorslaggevend effect op het aantal bedrijven dat systematisch over haar duurzaamheidseisen rapporteert

De begin 2024 van kracht geworden rapportageverplichting vanuit de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) lijkt daarmee nog geen doorslaggevend effect te hebben op het aantal bedrijven dat systematisch over haar duurzaamheidsprestaties rapporteert. Waar vorig jaar een kwart van de bedrijven nog niet voorbereid was op de vanaf 2025 voor hen geldende rapportageplicht als gevolg van de CSRD (Koeman et al., 2023), geldt nog steeds voor ongeveer één op de vijf rapportageplichtige bedrijven dat zij geen data verzamelen of rapporteren over hun klimaatimpact. Wel is het zo dat rapportageplichtigen een stuk verder zijn in het (continu) meten van hun impact op het klimaat, zowel ten opzichte van vorig jaar als ten opzichte van niet- rapportageplichtige bedrijven.

Henk Volberda vindt het “zorgwekkend dat maar liefst één op de vijf rapportage plichtige bedrijven aangeeft dat zij geen data verzamelen of rapporteren over hun klimaatimpact.”

Over de Nederlandse Innovatie Monitor

De Nederlandse Innovatie Monitor is één van de grootste jaarlijkse vragenlijstonderzoeken naar innovatie in Nederland. Op initiatief van het Amsterdam Centre for Business Innovation (ACBI) van de Universiteit van Amsterdam (UvA) wordt ondernemend Nederland ieder voorjaar ondervraagd over ontwikkelingen binnen hun organisatie op het gebied van innovatie, duurzaamheid, inzet van nieuwe technologieën, investeringen en bedrijfsprestaties. Het onderzoek wordt uitgevoerd door SEO Economisch Onderzoek (SEO).

De Nederlandse Innovatie Monitor is gebaseerd op een vragenlijst die wordt uitgezet onder bestuurders en leidinggevenden van Nederlandse bedrijven. In totaal zijn er dit jaar 776 complete vragenlijsten verzameld.  Het onderzoek werd onder regie van Prof. dr. Henk Volberda uitgevoerd. Hij is als hoogleraar Strategie & Innovatie verbonden aan de Amsterdam Business School, Universiteit van Amsterdam. Daarnaast is hij directeur van het Amsterdam Centre for Business Innovation.