In 2023 is de totale mediaanremuneratie van de CEO’s van grote en middelgrote beursgenoteerde bedrijven in België gestegen; voor de kleinere is die licht gedaald. De grootste verschillen hebben te maken met de langetermijnremuneratie en de pensioenbijdrage. Deze liggen in de grootste beursgenoteerde bedrijven tien keer zo hoog dan bij de kleine. Het meest opzienbarende resultaat van het onderzoek is echter de achterstand die België heeft met betrekking tot het opnemen van duurzaamheidscriteria (ESG) in de kortetermijnbonussen. Dat zijn enkele bevindingen uit het jaarlijkse onderzoek naar de remuneratie van CEO’s van beursgenoteerde ondernemingen door het Executive Remuneration Research Centre aan Vlerick Business School. Het onderzoek werd uitgevoerd door professor Xavier Baeten en senior researcher Marthe Van Hove op basis van de remuneratierapporten van 2023. De focus lag dit jaar op het ontwikkelen van een indeling voor specifieke duurzaamheidscriteria (ESG) in de kortetermijnbonussen.
CEO-salarissen in België: grote verschillen afhankelijk van beursindex
Het onderzoek geeft jaarlijks een overzicht van de belangrijkste remuneratiegegevens en hun evolutie. Zo bedroeg de mediaan van de totale remuneratie (inclusief vast salaris, kortetermijnbonus, en langetermijnremuneratie) voor de Bel 20 bedrijven € 2.810.634, voor de Bel Mid € 1.061.653 en voor de Bel Small € 545.705. Voor 2022 bedroegen die cijfers respectievelijk € 2.701.215, € 868.303, en 579.692.
De verschillen worden vooral verklaard door de langetermijnremuneratie (dikwijls onder de vorm van aandelen) en de pensioenbijdragen. Daar waar 75% van de CEO’s van Bel 20 bedrijven dit soort remuneratie ontvangt, bedraagt dit slechts 16% in de Bel Small. Maar ook het bedrag is sterk verschillend: de mediaanwaarde van de langetermijnremuneratie bedraagt voor de Bel 20 € 1.435.415, voor de Bel Mid € 378.891, en voor de Bel Small € 146.250.
Voor 2023 werden ook data opgenomen over de bijdrage die het bedrijf levert voor het pensioen van de CEO. De meerderheid van de bedrijven betaalt zo’n pensioenbijdrage, maar de bedragen liggen sterk uiteen: in de Bel 20 bedraagt de mediaanbijdrage € 179.980, in de Bel Mid € 96.095, en in de Bel Small € 16.300.
De samenstelling van de pakketten is dan ook duidelijk verschillend. Daar waar het vast salaris van een CEO van een Bel 20 bedrijf 34% deel uitmaakt van de totale remuneratie, ligt dat voor de Bel Mid op 68%, en voor de Bel Small zelfs op 77%. De langetermijnremuneratie maakt dan weer bijna de helft (45%) uit van het pakket in de Bel 20, terwijl dit zakt naar 27% in de Bel Mid, en 9% in de Bel Small.
Internationale vergelijking
Bij een internationale vergelijking op basis van de Stoxx 600 index (600 grootste Europese beursgenoteerde bedrijven, waaronder ook 18 Belgische bedrijven) valt op dat de Belgische bedrijven qua grootte vergelijkbaar zijn met de bedrijven uit het Verenigd Koninkrijk. De mediaan van de totale remuneratie ligt echter uiteen: voor de Belgische bedrijven die deel uitmaken van die index bedraagt de mediaan € 3.066.938, en voor de UK € 4.560.409. Voor de Franse CEO’s bedraagt de mediaan € 4.380.745, voor de Duitse € 4.362.393, voor de Nederlandse € 3.702.265, en voor de Zwitserse € 3.354.540. Zweden is hekkensluiter met € 1.575.052.
Grote achterstand voor België voor de opname van duurzaamheidscriteria in kortetermijnincentives
Uniek aan het onderzoek voor dit jaar is de focus op duurzaamheidscriteria (ESG-criteria). Het kan gaan om criteria op het vlak van milieu, sociale aspecten, of criteria die te maken hebben met goed bestuur. In 2023 werden door 59% van de Belgische beursgenoteerde bedrijven één of meerdere van die criteria opgenomen voor de bepaling van de kortetermijnbonus. Dat is een duidelijke stijging in vergelijking met 5 jaar geleden, toen 46% van de bedrijven dat deed.
Als men de opsplitsing maakt per ESG-dimensie, blijkt dat 13% van de Belgische beursgenoteerde bedrijven milieu-indicatoren opneemt, 30% neemt sociale indicatoren op, en 23% neemt criteria rond ‘governance’ (goed bestuur) op. Als men nog een niveau dieper gaat, blijken de meest populaire criteria te maken te hebben met klantgerichtheid (19%; bvb. net promoter score, klantentevredenheid), werknemerstevredenheid (13%), en de diversiteit op het niveau van het topmanagement (11%).
Xavier Baeten, Professor Reward & Sustainability aan Vlerick Business School: “Duurzaamheid is en blijft een belangrijke uitdaging en focus. Uniek aan onze aanpak is dat we de duurzaamheidsindicatoren zeer gedetailleerd in kaart hebben gebracht, en in lijn met de structuur die is uitgezet door de Europese Commissie in het kader van de nieuwe rapporteringsregels met betrekking tot ESG. Als we kijken naar de resultaten – en de Belgische beursgenoteerde bedrijven vergelijken met de 600 grootste beursgenoteerde bedrijven in Europa – zien we dat België echt achterophinkt. Daar waar 33% van de Europese bedrijven (daling van) emissies opneemt voor de bepaling van de bonus, ligt dit in België op amper 8%. Ook de uitwerking van een milieustrategie wordt slechts door 6% van de Belgische bedrijven opgenomen voor de bepaling van de bonus, tegenover 26% van de Europese. Hier is duidelijk werk aan de winkel, want bedrijven moet er zich ook bewust van zijn dat ze, door de nieuwe rapporteringsregels van de Europese Commissie (Corporate Sustainability Reporting Directive), in hun jaarverslag informatie zullen moeten geven over de integratie van duurzaamheidsprestaties in incentivesystemen (variabele beloning). Deze verplichting geldt overigens niet enkel voor beursgenoteerde bedrijven, maar ze zal ook al gelden voor middelgrote ondernemingen.”