De natuur laten groeien in de leefomgeving in Nederland is haalbaar én levert maatschappelijk en economisch rendement op. Dit is te lezen in het ‘Investeringsperspectief Natuurinclusief’ dat vandaag wordt overhandigd aan Jannemarie de Jonge, Ambassadeur Collectief Natuurinclusief. Over de vraag hoe investeringen in natuur zich – op korte en lange termijn – uitbetalen, boog Collectief Natuurinclusief zich de afgelopen periode. De voornaamste conclusie: de benodigde investering is relatief bescheiden, de maatschappelijke winst is groot en de kansen liggen voor het oprapen. Iedere euro die we nu besteden aan natuur, betaalt zich wel 8 tot 38 keer uit. De kansen en aanbevelingen zijn hier te lezen, inclusief een overzicht van investeringsmogelijkheden en interventies, waaronder financiële bijdragen, regelgeving en normering.

Natuur is geen kostenpost, maar een investering

Natuur wordt vaak gezien als een kostenpost, maar onderzoek toont aan dat investeren in natuur niet alleen goed is voor het milieu, maar ook voor onze directe leefomgeving, economie en samenleving. Vroege investeringen voorkomen oplopende maatschappelijke kosten, zoals blijkt uit het Nederlandse programma ‘Ruimte voor de Rivier’, waar natuur als buffer tegen overstromingen fungeert. Dit soort investeringen helpt kosten voor waterbeheer en biodiversiteitsschade te beperken. Daarnaast is 75% van de Europese bedrijven afhankelijk van ecosysteemdiensten en in Nederland schat het CBS de waarde van deze diensten op minstens €869 miljard (CBS, 2018). Jannemarie de Jonge, Ambassadeur Collectief Natuurinclusief: “Als het Investeringsperspectief ons één ding duidelijk maakt, dan is het dat investeren in natuur loont. Dit is hét moment om deze kans te benutten en natuur centraal te stellen in onze woon-, werk- en recreatieomgeving. Dit verrijkt niet alleen onze leefomgeving, maar helpt ook bij andere maatschappelijke opgaven zoals waterveiligheid en klimaatadaptatie. Een natuurinclusieve aanpak betekent een betere kwaliteit van leven voor mens, plant en dier. De cijfers laten zien: het is een haalbare opgave en vooral een kwestie van slimmer samenwerken en bestaande successen opschalen.”

De kracht van het collectief

Collectief Natuurinclusief is een samenwerkingsverband van private partijen en overheden, individuen en organisaties die zich inzetten voor een natuurinclusieve samenleving, waarin natuur en biodiversiteit onlosmakelijk verbonden zijn met onze leefomgeving en economie. Om de slagkracht en impact te vergroten, richt het collectief zich op de volgende tien domeinen: bouw, infrastructuur, gezondheid, landbouw, vrijetijdseconomie, financiële sector, water, energie, onderwijs en bedrijventerreinen. Onno Dwars, CEO Ballast Nedam Development: “Het Investeringsperspectief Natuurinclusief toont het belang om partijen te verbinden, activeren en samen te werken aan de grote maatschappelijke uitdagingen van deze tijd. Door natuurinclusiviteit vanuit een overkoepelend perspectief als kader en kans te stellen, ontstaat ruimte voor impactvolle ideeën. Samenwerkingen tussen verschillende sectoren en domeinen worden op die manier tastbaar en leiden tot concrete projecten en gebiedsgerichte initiatieven. Door de geldstromen hier vervolgens op in te richten, groeit niet alleen de ecologische maar ook de economische waarde.”

Routekaart naar 2050 | bescheiden investering nodig om doelen te halen

Een analyse van de kosten en baten van een natuurinclusieve samenleving toont aan dat het benodigde investeringsbedrag bescheiden is vergeleken met de baten die het oplevert. Voor een ambitieus natuurscenario komt het IBO Biodiversiteit uit op een eenmalige investering van circa 8 miljard euro, met een structureel bedrag van circa 600 miljoen euro op jaarbasis. Op het Nederlandse bruto binnenlands product (BBP) van 1.033 miljard is dat een relatief bescheiden investering.

Het gaat hierbij bovendien niet zozeer om ‘nieuw geld’, maar vooral om het uitfaseren of ombuigen van bestaande geldstromen van overheden en marktpartijen, die nu nog een negatieve impact hebben op de natuur. In het licht van onze maatschappelijke afhankelijkheid van de natuur en de fysieke risico’s die de continuïteit van de Nederlandse economie bedreigen, is dit een overzichtelijk bedrag.

Het laat zien waar de kansen liggen voor resultaten op korte en middellange termijn: waar kunnen we onze aandacht, tijd en middelen het best op richten? Collectief Natuurinclusief onderscheidt drie investeringsperspectief stadia in de ontwikkeling van natuurinclusiviteit:

  • OPSTARTFASE (tot en met 2026): extra inzet om natuur nadrukkelijker een plaats te geven in onze activiteiten en innovatie aanjagen. De opstartinvesteringen zullen gaandeweg afnemen wanneer er meer kennis en ervaring wordt opgedaan.
  • DOORONTWIKKELING (vanaf 2026): omvat inspanningen om de omslag te maken naar het integreren van natuurinclusiviteit in alle geldstromen en activiteiten. Denk aan: het omschakelen van niet-natuurinclusieve technieken naar zogeheten Nature-based Solutions in infrastructuur, watermanagement of industrie. In deze fase nemen de baten van natuurinclusief steeds verder toe en komen ook beter in beeld. Ontwikkeling en toepassing van Nature-based Solutions biedt werkgelegenheid en versterkt de kennisbasis van onze economie, ook in internationaal perspectief. De investeringen in een natuurinclusieve samenleving verdienen zich terug.
  • STRUCTURELE FASE (vanaf 2030): natuurinclusiviteit wordt de norm. Het rendement van de investeringen in een natuurinclusieve samenleving is structureel wanneer natuurinclusiviteit gangbaar en normaal is geworden. Voor de eerste domeinen van Agenda Natuurinclusief kan dit in 2030 bereikt zijn en voor alle tien domeinen rond 2050.

Foto credits: Collectief Natuurinclusief