Elektrisch rijden is in opmars. Uit het eReadiness-onderzoek van PwC blijkt dat meer dan zestig procent van de consumenten overweegt de komende vijf jaar een elektrische auto aan te schaffen. Bart van Osch en Roel Drost, PwC-experts op het gebied van automotive en duurzaamheid, geven hun kijk op de ontwikkeling en de kansen voor consumenten en ondernemers.
Het eReadiness-onderzoek van PwC, gehouden onder 17.000 consumenten in 27 landen, laat zien dat de interesse in elektrisch rijden groot is. Van elke tien respondenten zeggen er zes te overwegen om binnen vijf jaar over te stappen op een emissievrije batterij-auto. Van alle respondenten die al elektrisch rijden, is maar liefst 93 procent tevreden over hun auto; slechts één procent overweegt terug te keren naar een brandstofauto, vanwege de beperkte actieradius of onverwachte kosten.
Bedenkingen zijn er ook. Vooral de kosten zijn nog een knelpunt, blijkt uit het onderzoek. Zo vindt 75 procent van de Europese consumenten de aanschafprijs een cruciale factor; voor hen is een elektrische auto een overweging als deze in aanschaf niet meer kost dan 40.000 euro. Ook zijn veel consumenten onzeker hoe de totale gebruikskosten zullen uitpakken als overheden hun subsidies voor elektrische auto’s terugschroeven, zoals ook in Nederland vanaf 2025 gebeurt.
Opkomst van elektrisch rijden
Bart van Osch PwC-expert op het gebied van indirecte belastingen, is betrokken bij dit initiatief vanuit PwC Nederland. De huidige opkomst van elektrisch rijden is volgens hem feitelijk een ‘herleving’. Van Osch: ‘Honderd jaar geleden was elektrisch rijden al net zo populair als rijden op brandstof. De allereerste auto’s waren elektrisch, en begin twintigste eeuw gingen ze qua marktaandeel min of meer gelijk op. Pas toen mensen in de jaren twintig van de vorige eeuw steeds langere afstanden wilden gaan rijden, wat met de accu’s van toen nog niet kon, kreeg de brandstofauto de overhand.’
Misvattingen rond elektrisch rijden
De laatste jaren maakt de elektrische auto een sterke comeback. Toch heeft die ook nu scepsis te overwinnen. Roel Drost, PwC-expert op het gebied van klimaat en natuur, ziet dat veel consumenten terughoudend zijn om de overstap te maken. ‘Ze kijken vooral naar beperkingen en twijfels, en laten zich misleiden door nepnieuws en lobbyverhalen’, vindt hij. Terwijl de elektrische auto qua duurzaamheid een goede aanschaf is.
Een van de grootste misvattingen, vindt Drost, is dat de batterijproductie van elektrische auto’s gepaard zou gaan met veel uitstoot. ‘Die kost inderdaad meer energie dan de productie van een brandstofmotor. Maar dat compenseren ze ruimschoots tijdens de gebruiksfase. Over de hele levenscyclus stoot een elektrische auto ongeveer zestig procent minder CO₂ uit dan een vergelijkbare brandstofauto. Zelfs als je de productie van de auto en de accu én van de stroom voor alle gereden kilometers meetelt. En ze gaan ook nog langer mee dan brandstofauto’s. En naarmate we steeds meer groene stroom opwekken in de komende jaren voor het opladen van elektrische voertuigen, wordt de milieuwinst alleen maar nóg groter.’
Elektrisch rijden zorgt voor minder fijnstof
Een andere veelgehoorde bedenking is volgens Drost dat elektrische auto’s door hun hogere (batterij)gewicht meer fijnstof veroorzaken, vooral door een verhoogde slijtage van banden en remmen. ‘Voor de banden klopt dat, maar elektrische auto’s gebruiken hun wielremmen juist minder vaak, doordat ze veruit de meeste tijd remmen op de motor om hun bewegingsenergie terug te winnen. Daardoor slijten de wielremmen en remblokken van elektrische auto’s gemiddeld juist veel mínder. Sowieso vergen ze veel minder onderhoud en hoeven er tijdens de levensduur minder onderdelen te worden vervangen. Het zijn gewoon karts met een batterij erop. Overall is hun uitstoot dus lager, wat weer goed is voor de luchtkwaliteit.’
Groter netwerk en beter belastingklimaat nodig
Een belangrijke bottleneck bij de groei van elektrisch rijden is de beperkte ruimte op het stroomnet. Drost: ‘Inderdaad: als iedereen nu overstapt op elektrisch, is ons stroomnet de komende tien tot vijftien jaar simpelweg niet voldoende. Maar daar wordt inmiddels hard aan gewerkt, mede vanwege de enorme economische belangen van meer ruimte voor bedrijvigheid en groei.’
Van Osch benadrukt daarnaast dat het hoog tijd is om de verouderde regels rond tarieven, belastingen en subsidies te moderniseren. ‘Simpel voorbeeld: de tarieven en voorwaarden van leveranciers zijn op dit moment over het algemeen zo ingestoken dat een particulier bij een ongesaldeerd stroomverbruik boven de tienduizend kWh wordt gezien als een zakelijk gebruiker. Maar met een gasloos, geheel elektrisch huis en twee elektrische auto’s zit je daar als particulier al snel aan. Zo zijn er veel oude regeltjes waar de bezem doorheen moet. Daarnaast is het zaak dat de overheid een stabiel fiscaal beleid gaat voeren. Zodat consumenten en ondernemers voor langere tijd weten waar ze aan toe zijn.’
In dat licht is het extra jammer dat het huidige kabinet de stimulans voor aanschaf en gebruik van een elektrische auto versneld wil afbouwen. ‘Te vroeg’, vreest Van Osch. ‘Er is de komende tijd nog doordacht en stabiel beleid nodig om de transitie naar elektrisch rijden succesvol te maken.’
Nationaal plan voor e-mobiliteit
Van Osch ziet sowieso veel ruimte om de verduurzaming van de mobiliteit in Nederland met fiscale aanpassingen te stimuleren. ‘Belastingen per kilometer, zoals in rekeningrijden, zouden op termijn het fiscale gat kunnen dichten dat teruglopende inkomsten uit benzine- en dieselbelasting achterlaten.’ Drost benadrukt dat ook duidelijke wetgeving essentieel is. ‘Een consistent juridisch kader rond elektrische voertuigen is nodig om consumenten en bedrijven duidelijkheid te geven. De overheid zou een nationaal plan voor e-mobiliteit moeten ontwikkelen, zodat alle partijen dezelfde richting opgaan. Dit biedt een stabiele basis voor investeringen en groei in de markt voor elektrische auto’s.’
Elektrisch rijden betere keus voor lange termijn
Want dat staat volgens beide specialisten als een paal boven water: elektrisch rijden is in alle opzichten onbetwist de betere keuze voor de lange termijn. Voor consumenten én voor ondernemers, benadrukt Drost: ‘Als je kijkt naar alle duurzaamheidsvoordelen, maar ook naar bijvoorbeeld de opkomst van zero-emissiezones en de verplichting van transparante CO2-rapportage die sinds juli geldt voor grotere bedrijven, is kiezen voor elektrisch veruit het meest logisch. Zo zet je grote stappen in duurzaamheid en in maatschappelijk verantwoord ondernemen.’
Ook voor consumenten hebben de twee een positieve boodschap. Van Osch: ‘Naast het rijcomfort en het feit dat je geen emissies uitstoot, zijn er nog zoveel andere voordelen: minder onderhoud, opladen met je eigen zonnepanelen, de mogelijkheid om je auto te gebruiken als thuisbatterij. Ja, er zijn echt nog wel vraagtekens. Maar de elektrische auto is nú al een betere keuze voor de toekomst.’