Het ene moment voel je je strijdlustig, het volgende moment zinkt de moed je in de schoenen. Marian Zandbergen, sociaal psycholoog, onderzoeker bij de Hogeschool van Amsterdam en leernetwerkcoördinator bij het consortium CirCollab, verdiepte zich in de ups en downs die je als professional kunt ervaren bij het werken aan de circulaire economie: eco-emoties. Ze schreef er een blog over, met praktische tips voor werkgevers.

Planten uit de stad als basis voor natuurlijke textielverfstof, bouwmaterialen gemaakt van vlas en andere gewassen, en wol van Rotterdamse schapen verwerkt in een 3D-breimachine. Toen ik drie jaar geleden via mijn werk betrokken raakte bij CirCollab – een consortium gericht op versnelling van de transitie naar een circulaire economie in de Metropool Regio Amsterdam – ging er een wereld voor me open. Ik begon anders te kijken naar het nieuws en stelde ook in mijn privéleven keuzes ter discussie. Ik kocht minder spullen – en meer tweedehands –, knapte onder meer een wollen jas, een plantenbak en een houten krukje op, en kocht vooral kleding van écht duurzame merken. Ik voelde sterk de urgentie om een positieve bijdrage te leveren aan de toekomst van onze planeet.

Meer actie

Behalve mijn eigen gedrag als consument viel ook dat van anderen me meer op dan voorheen. Ik begon me er tot mijn eigen verbazing soms ook aan te ergeren. Dan zag ik hoe buurtgenoten nog perfecte meubelen aan de straat zetten. Of hoeveel pakketten met kleding er dagelijks bezorgd worden in het appartementengebouw waar ik woon. En ik merkte dat dit iets met me deed. Alsof ik opeens inzag hoe ver we nog te gaan hebben in de transitie naar een circulaire economie. Ik kreeg de behoefte aan meer actie en ervaarde frustratie bij het uitblijven van verandering, zowel privé als in mijn werk. En ik zag dit ook om me heen bij collega’s in ons netwerk. Transities gaan nu eenmaal langzaam en zijn per definitie ingewikkeld. Maar bij deze transitie lijkt de gevoelde urgentie als gevolg van klimaatverandering een extra dimensie toe te voegen aan de ervaringen van de mensen die veranderingen willen realiseren.

Worstelen met eco-emoties

Ik was benieuwd of er bij de 33 organisaties die meedoen met CirCollab meer professionals worstelen met dergelijke eco-emoties. Wat zijn eco-emoties eigenlijk? In hoeverre spelen die een rol in hun werk en privéleven? En hoeveel invloed hebben ze op wat deze professionals bereiken in hun rol, voor hun werkgever en voor samenwerkingen die moeten bijdragen aan een circulaire economie?

Mijn vragen mondden uit in een onderzoek, uitgevoerd binnen de CirCollab-leerlijn ‘Circulair denken en doen’; een project met één-op-één interviews, een focusgroepsdiscussie en improvisatietheater, opgevoerd tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van ons consortium.

Omgaan met negatieve berichtgeving

Dat ik niet de enige ben met eco-emoties, werd me al snel duidelijk. Veel van de professionals die ik sprak, vonden het al fijn dat er überhaupt werd gevraagd naar hun ervaringen. Alle eco-emoties kwamen voorbij in de gesprekken: positieve emoties als hoop en een gevoel van zingeving, maar ook negatieve emoties als boosheid, frustratie, verdriet en angst.

Veel van de professionals vertelden me dat ze het lastig vinden om te gaan met de mentale impact van de informatie die via hun werk op hun pad komt; informatie die aan de ene kant de urgentie van hun werk laat zien – denk aan berichten over waar we staan ten opzichte van de klimaatdoelstellingen, of over de gevolgen van de klimaatverandering – en aan de andere kant dat het opschalen van circulaire initiatieven tergend langzaam gaat. Die kennis maakt ze bij vlagen moedeloos. Sommigen trekken zelfs hun kinderwens in twijfel, omdat ze zich zorgen maken over de gevolgen van klimaatverandering voor onze planeet en de generaties na ons.

Wat uit het onderzoek ook naar voren kwam: zelfs rasoptimisten, denk aan de trekkers van de meest succesvolle initiatieven, zien het regelmatig even niet meer zitten en moeten hun gedachten en emoties in balans zien te houden. Ze steken daar bewust tijd en moeite in. Zo maken ze bijvoorbeeld telkens opnieuw weer de keuze om positief te denken en door te blijven gaan.

Relativeringvermogen

Werken aan de circulaire economie vraagt dus nogal wat van professionals. Je moet leren omgaan met grote onzekerheid, relativeren, creatief denken en vertrouwen hebben in het probleemoplossend vermogen van jezelf en de organisatie waar je voor werkt.

Werkgevers zijn zich naar mijn idee nog te weinig bewust van de kwetsbaarheid van de frontrunners die voor ze werken. Zelfs de meest vastberaden pionier heeft steun nodig, en een gevoel van onderlinge verbondenheid om door te kunnen zetten. Het is nu eenmaal een transitie met een urgentie. Die urgentie wordt gevoeld, heeft lading, en dat werkt door in werk en privéleven.

De tijd nemen

Mijn advies aan organisaties die zich inzetten voor een circulaire economie is: maak op vaste momenten in het jaar – bijvoorbeeld tijdens een kennissessie of een heidag – nadrukkelijk de ruimte om met elkaar je zorgen over klimaatverandering te uiten. Bespreek met elkaar wat voor impact het op de individuele medewerkers heeft en hoe ze zo goed mogelijk kunnen omgaan met de wisselende eco-emoties die ze ervaren. En vraag medewerkers wat ze hiervoor nodig hebben.

Successen blijven delen

Erken dat eco-emoties er nu eenmaal bij horen in deze grote en complexe maatschappelijke transitie. Dat het moeilijk is, en allerlei gedachten en emoties oproept, onderstreept het belang van het onderwerp. Maar spreek ook met elkaar af dat je met elkaar meestal positief probeert te denken, bijvoorbeeld door telkens weer te kijken naar wat je ook alweer drijft. En door inspirerende voorbeelden en successen met elkaar te blijven delen. Verbinding met gelijkgestemden en positieve inspiratie werden door de professionals in het onderzoek het vaakst genoemd als motiverende factoren.

Daarnaast is het belangrijk dat leidinggevenden hun medewerkers ondersteunen bij het stellen van haalbare doelen en het aangeven van grenzen. Zodat deze vaak zeer gedreven professionals kunnen blijven doen waar hun hart ligt: bijdragen aan een circulaire economie en een betere toekomst voor onze planeet.

Meer weten?

Meer weten over wat werken aan de circulaire economie met mensen doet en hoe je hier als werkgever mee omgaat? Ik verzorg er een parallelsessie over tijdens het SIA-congres 2024 op 28 november. Aanmelden kan hier.’