Het is in deze tijd erop of eronder, en beloften zijn alleen iets waard als we ze nakomen.

Het is 2024 en de uitstoot van broeikasgassen neemt nog steeds toe. Ondanks alle discussies. Ondanks alle ambities en – helaas ook – ondanks alle investeringen die worden gedaan door particuliere bedrijven en overheidsinstanties.

Wat ontbreekt er? Ten eerste snelheid en ten tweede een sterker gevoel van urgentie. Die komen niet vanzelf bovendrijven. Daarvoor is actie nodig.

De mobiliteitssector, en de auto-industrie in het bijzonder, beschikt over de technologieën om zijn steentje bij te dragen aan het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen: elektrificatie. Er is simpelweg geen andere, geloofwaardige en zó goed ontwikkelde technologie die ons kan helpen om het Akkoord van Parijs na te leven.

Elektrische auto’s worden steeds beter. Het bereik, de laadsnelheid, het infotainment, de prestaties, het comfort – als je in de markt bent voor een geweldige auto, in welk segment dan ook, is de kans groot dat het EV-alternatief beter is dan het ICE-alternatief. Toch versnelt het adoptietempo over het algemeen niet. In veel landen gaat het zelfs trager.

Er zijn enkele fantastische voorbeelden van landen waar de overstap naar elektrisch rijden blijft versnellen: Noorwegen, India en China, om er maar een paar te noemen. Deze landen laten goed zien hoe incentives en duidelijke standpunten een exponentiële impact hebben. Zodra een consument de overstap maakt naar zijn of haar eerste EV, wordt het sneeuwbaleffect bovendien een realiteit – iets dat al is bewezen door andere, duurzamere oplossingen, zoals zonne-energie.

Maar in plaats van te versnellen, krabbelen veel beleidsmakers nu terug. De ambitieuze uitfaseringsplannen van de Europese Unie voor auto’s met een verbrandingsmotor worden in twijfel getrokken door dezelfde beleidsmakers die de plannen hebben ingevoerd, daarbij gedreven door een beweerde noodzaak om “het concurrentievermogen te verbeteren en banen te beschermen”. Tegelijkertijd neemt de steun af voor banen die worden gecreëerd door bedrijven als Northvolt of Vattenfall (een van de vele bedrijven die investeren in windenergie), die een ongelooflijk belangrijke rol spelen in de toekomstige concurrentiekracht van deze regio.

Helaas is dit slechts een voorbeeld van wat we ook in andere markten en gebieden zien. Beleidsmakers en investeerders laten kortetermijnzorgen en minuscule veranderingen in de curve beslissende acties op het gebied van klimaatverandering tegenhouden, in plaats van zich te committeren aan wat ze kiezers en bedrijven hebben beloofd. Daardoor komen onze ambities voor 2035 in gevaar.

Deze besluiteloosheid vertraagt niet alleen de groene transitie, maar zorgt er ook voor dat de ‘bruine’ alternatieven het goedkopere en handigere alternatief blijven.

We dringen er bij de beleidsmakers en investeerders die aanwezig zijn bij COP29 op aan om hun beloften na te komen en hun steun voor de beschikbare klimaatoplossingen op te voeren, waaronder het versterken van de steun voor de overgang naar elektrische mobiliteit en het vaststellen van een plan en structuur voor het invoeren van een wereldwijde prijs op koolstofuitstoot.

Of ze nu groot of klein zijn; er zijn genoeg bedrijven die zich al inzetten voor deze overgang. Maak gebruik van ons, onze technologieën en ons niet aflatende geloof om de transitie te versnellen.

Michael Lohscheller, CEO Polestar