Het totale verbruik van vlees en vleeswaren (op basis van karkasgewicht) per hoofd van de bevolking in Nederland in 2023 is vrijwel gelijk aan 2022. Toen werd er 75,1 kilo gegeten, in 2023 komt dit verbruik uit op 75,3 kilo. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen Economic Research in opdracht van Wakker Dier.

Sinds 2005 onderzoekt Wageningen Economic Research de vleesconsumptie jaarlijks. Het jaar 2022 komt daarbij uit de bus als het jaar met het laagste verbruikscijfer ( 75,1 kilo). De daling in de cijferreeks tijdens de ‘coronajaren’ 2020-2021 heeft zich de laatste twee jaar gecontinueerd op een niveau van iets boven de 75 kilo. Dit is 2,5 kilo lager dan het 2019-cijfer. De trendbreuk in 2020 blijft hierdoor van kracht.

Weinig verandering

De cijfers voor 2023 verschillen nauwelijks van de cijfers die voor 2022 zijn berekend. Het verbruik van de hoofdcategorieën varkens-, rund- en pluimveevlees wijzigt in alle drie de gevallen weinig, met 0,2 kilo. Zoals al vele jaren het geval is, zijn de cijfers voor de andere onderscheiden categorieën van kalfs-, schapen- en geiten- en paardenvlees een herhaling van wat in eerdere jaren is genoteerd.

Er hebben zich geen verrassende veranderingen in 2023 voorgedaan. Opvallend is nog wel dat uit de data die betrekking hebben op vleesaankopen bij de detailhandel (supermarkten en slagers/poeliers) blijkt dat de kleine toename in het totale verbruik van rundvlees samenhangt met de gestegen verkoop van rundvleesgehakt (9,6%). De verkoop van ander rundvlees via het retailkanaal daarentegen daalt (-7,7%).

Minder duurder snijvlees

Het afzetverlies van varkensvlees in de verkoop bij supermarkten en slagerijen is veel kleiner (0,2%), maar wordt op het totaal niet gecompenseerd door de iets gestegen verkoop van half-om-half gehakt (3,4%). In beide gevallen wijst dit erop dat (duurder) snijvlees (biefstuk, karbonades en dergelijke) minder langs de kassa van supermarkten en slagers gaat dan (goedkopere) draaiproducten (gehakt, hamburgers en dergelijke).