Plantaardige vleesvervangers zijn populair onder vegetariërs en ‘zware’ flexitariërs die heel weinig vlees eten. Flexitariërs die nog geregeld of veel vlees eten, waarderen de vleesvervangers een stuk minder. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van WUR-onderzoekers Muriel Verain en Hans Dagevos.

Dagevos en Verain vroegen 1941 Nederlandse volwassenen of ze de vlees- en zuivelconsumptie de komende jaren wilden verlagen. Daaruit bleek dat 30% dat van plan was, 20% neutraal scoorde en 50% dat niet van plan was. Ook vroegen zij de consumenten hoe ze hun vleesconsumptie wilden verminderen. Gingen ze kleinere vleesporties eten, vleesvervangers kopen, het vlees vervangen door andere eiwitbronnen zoals peulvruchten of noten, of vlees en zuivel gewoon weglaten? Daaruit bleek dat de consumenten vooral bereid waren om de porties te verkleinen en om rood vlees te vervangen door wit vlees, wat vanuit milieuoogpunt positief is, maar niet bijdraagt aan een verlaging in dierlijke eiwitten. Vlees vervangen door plantaardige vleesvervangers bleek de minst populaire strategie.

Maar toen de twee onderzoekers de groep consumenten nader onder de loep namen, bleken er grote verschillen. Onder flexitariërs die een of twee keer per week vlees aten bij het avondmaal, waren vleesvervangers populair. Onder consumenten die drie tot vijf dagen in de week vlees aten, waren de vleesvervangers echter niet populair en hardcore elke-dag-vleeseters wilden ze helemaal niet. De plantaardige vleesvervangers zijn dus niet populair onder mainstream-flexitariërs die de helft van de week vlees eten, concluderen Dagevos en Verain.

Deze uitkomst werd bevestigd toen aan de consumenten werd gevraagd wat hun favoriete alternatief voor vlees zou zijn. De mainstream flexitariërs waarderen peulvruchten, noten, zaden en paddenstoelen hoger dan de vegetarische burgers, balletjes of gehakt.

Deze studie levert twee contra-intuïtieve uitkomsten op, zeggen de onderzoekers. Aan de ene kant vinden ze geen ondersteuning voor het heersende idee dat plantaardige vleesvervangers favoriet zijn onder flexitariërs als laagdrempelig alternatief voor vleesconsumptie. Aan de andere kant vinden ze dat vleesvervangers juist wel populair zijn onder de 6% van de consumenten die geen vlees eten en de 9% van de consumenten die hooguit een of twee keer per week vlees eten. Dit ontkracht het idee dat (semi-)vegetariërs weinig trek in plantaardige vleesvervangers zouden hebben.