Taal is krachtig. Taal beïnvloedt onze manier van denken. Bestuurders en opiniemakers weten hier vaak slim gebruik van te maken. Een term als ‘linkse hobby’ of ‘duurzaamheidswaanzin’ zet dan ook niet direct aan tot verduurzaming…

Rond het jaar 2000 zwakte spindokter en professor Frank Ian Luntz de alarmerende woorden ‘opwarming van de aarde’ af tot de alom aanvaarde term: ‘klimaatverandering’. Er zou sprake zijn van ‘een wetenschappelijk onzekere situatie’. En direct móeten verduurzamen zou zorgen voor ‘een ongelijk speelveld dat leidt tot economische schade’.

Geen speld tussen te krijgen. In de wetenschap is namelijk altijd sprake van enige onzekerheid. En het zijn van een koploper– als bedrijf, land of de Europese Unie – gaat altijd gepaard met (bedrijfs)economische risico’s.

En daar zit ik dan, als Programmamanager Duurzaamheid voor Croonwolter&dros Infra, te luisteren naar opmerkingen als: “Goed idee, goed voor onze planeet, maar wel duurder. Dus hoe verkoop ik dit? En wat verdienen wij eraan?” Of: “We móeten met elektrisch materieel bouwen, maar is dat nou echt zo duurzaam?” Veelal op gevoel gebaseerde reacties of vragen. En bovenal, ‘duurzaam’ is zeker niet altijd duurder!

Mijn valkuil is om op dergelijke vragen een uitgebreid, complex en soms langdradig antwoord te geven. Dus hierbij: sorry, ik probeer er aan te werken…

Wat ik merk is dat korte en heldere antwoorden helpen. Met woorden die aansluiten bij monteurs, engineers en managers. Geen ‘klimaatpraat’, maar woorden als ‘schoner’, ‘efficiënter’ en ‘energiezuinig’. Ook mensen die niet veel met duurzaamheid hebben zijn dan vaak wel bereid om mogelijke meerkosten (deels) te betalen. Als we verduurzaming maar met de juiste woorden over weten te brengen.

Tijdens mijn werk moet ik nog regelmatig toelichten dat de opwarming van de aarde zorgt voor onnatuurlijke en snelle verandering van onze leefomgeving. Negatieve effecten van de opwarming van de aarde, zoals hogere waterstanden en toenemende piekbuien moeten we oplossen. Hiervoor kijken we graag naar de overheid, en we vergeten vaak dat wij als belastingbetaler voor de kosten zullen opdraaien. Het is dus verstandiger om deze effecten nu zo veel mogelijk te beperken. Iets waar we in ons dagelijks werk ook veel aan kunnen doen!

Ik trap toch weer in mijn valkuil. Een wat uitgebreid, misschien complex verhaal, en met taalgebruik dat door sommigen als ‘activistisch’ wordt gezien. Taal is voor mij echter een belangrijk middel om mensen te motiveren duurzamere keuzes te maken. De juiste woorden kunnen motiveren om tóch te kiezen voor duurzamere oplossingen.

Denk aan zonnepanelen die niet onder dwangarbeid door Oeigoeren in China zijn gemaakt. Of accupakketten op groene stroom op onze bouwplaatsen, in plaats van de vertrouwde dieselaggregaten. Zo denken we aan onze medemens, hebben we minder uitlaatgassen en sta je niet in de herrie.

Is dit herkenbaar? Het spanningsveld tussen wat wel en niet duurzaam is, en vooral als duurzaam wordt gezien. Wat breng je wel ter sprake? En wat niet? En hoe zorg je er nou écht voor dat we in bouwprojecten andere, vernieuwende en duurzame keuzes durven maken?

Ik ben er tros op dat ik met mijn rol binnen Croonwolter&dros van ‘een linkse hobby’ mijn werk heb gemaakt. Alleen samen zorgen we ervoor dat we op een verantwoorde manier met onze aardbol omgaan…

Olle de Geest, Programmamanager Duurzaamheid Croonwolter&dros

Dit artikel is eerder geplaatst op de website van Croonwolter&dros