Duurzaamheid staat al zeker tien jaar op de agenda van Alrijne, sinds de zorggroep in 2014 de eerste Green Deal Duurzame Zorg ondertekende. In de komende jaren hoopt Alrijne de duurzaamheidsrapportage uit te breiden, hoewel dat voor de publieke sector nog geen verplichting is. PwC’er Denise Kors gaat in gesprek met Alrijne-bestuurder Ivo van der Klei over wat duurzaamheidsrapportage volgens CSRD te bieden heeft en hoe samenwerking in het ecosysteem daarbij kan helpen.

Zorggroep Alrijne, met drie ziekenhuislocaties en twee verpleeghuizen in Leiden en omgeving, heeft sinds 2020 het gouden keurmerk van de Milieuthermometer Zorg. ‘De impact van de zorg op het milieu hadden we hier al vroeg in de smiezen’, vertelt Ivo van der Klei, een van de drie bestuurders van Alrijne. ‘We hebben heldere afspraken en resultaten rondom afval, energie en inkoop. Ons nieuwe verpleeghuis bijvoorbeeld is nagenoeg energieneutraal, dat is echt fantastisch.’

Cherry picking

PwC’er Denise Kors adviseert organisaties in de publieke sector over duurzaamheidsstrategie en de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Ze heeft veel contact met (semi-)publieke organisaties over de systematiek die de CSRD biedt om tot de materiële thema’s te komen. Eerder dit jaar sprak Kors met Prorail over de motivatie voor verslaglegging over duurzaamheid – de spoorwegbeheerder moet net als andere grote bv’s en beursgenoteerde ondernemingen per 2025 formeel voldoen aan de CSRD. Rechtsvormen waarin de publieke sector vooral opereert, zoals stichtingen, verenigingen en zelfstandig bestuursorganen, hebben die rapportageverplichting vooralsnog niet.

Van der Klei: ‘Juist omdat CSRD voor ons niet verplicht is, kunnen we aan “cherry picking” doen. We kunnen zaken uitwerken, met de kapstok van CSRD als basis, waarvan we toch al willen weten hoe we ervoor staan.’ Milieu en klimaat hebben ook de persoonlijke interesse van Van der Klei, die naast financiën, ICT en vastgoed ook zorgonderdelen in zijn portefeuille heeft. Met de uitbreidende ESG-wetgeving komt nu ook het sociale aspect van duurzaamheid op tafel. ‘Dat is vanzelfsprekend ook voor ons van groot belang, met 4.400 medewerkers en een kleine tweehonderdduizend mensen die jaarlijks van onze zorg afhankelijk zijn.’

‘Door in het zorgecosysteem kennis te delen en samen te werken, kunnen we stap voor stap groeien naar een volwaardige duurzaamheidsrapportage.’

Gelijke beloning

Als voorbeeld noemt Van der Klei de gelijke beloning van vrouwen en mannen: ‘Dat is in principe door de cao Ziekenhuizen geregeld. Maar hoe goed weten we eigenlijk of de beloning in de praktijk ook gelijk uitpakt? Dat willen we in kaart brengen, en dat leidt onmiddellijk tot praktische vragen: wie gaat het doen, waar halen we de gegevens vandaan en hoe definiëren we precies gelijke beloning? Dit soort onderwerpen vragen om het nodige denkwerk en zijn niet één op één met onze systemen te beantwoorden. Daar moeten we echt mee aan de slag.’

‘En dat is precies de bedoeling’, vult Kors aan. ‘Hetzelfde proces zijn we bij PwC doorgegaan. We hebben bijvoorbeeld doelen voor de man-vrouwverhouding op verschillende functieniveaus. De instroom was gelijk, maar onderweg vielen er toch meer vrouwen af. Dan ga je met elkaar zoeken en praten hoe dat komt, hoe je dat kunt meten en hoe je dat kunt verbeteren. De rapportage helpt om concreet te worden, leidt tot focus in de strategie en geeft je data om mee te sturen. Het doel van CSRD is evenwichtig rapporteren: niet alleen de dingen laten zien waar je goed in bent, maar ook de zaken waarin je nog stappen te zetten hebt.’

Evenwichtig rapporteren en vergelijken

Van der Klei onderkent het belang van evenwichtig rapporteren. ‘Anders is het niet veel meer dan mooie woorden. Zo vond ik in een jaarverslag van een andere instelling wel hoeveel personeel ze hadden aangenomen maar niet hoeveel er weer vertrokken waren. Met zulke rapportages kunnen instellingen zich niet met elkaar vergelijken, terwijl we juist door de vergelijking de zorg en ons werkgeverschap kunnen verbeteren en verduurzamen. Daar gaat het uiteindelijk om – de cijfers zijn het middel daartoe.’

Afwachtende houding

Van der Klei moest zich als registeraccountant verdiepen in CSRD, ‘en er ging een wereld voor me open.’ Hij probeert de wetgeving sindsdien ook onder de aandacht te brengen bij zorgbracheorganisatie Actiz, ziekenhuisvereniging NVZ en ook bij de woningcorporatie waar hij toezichthouder is.
Kors: ‘Jij ziet hier kansen, dat is mooi. Maar dat illustreert ook dat aan de slag gaan met CSRD nog sterk afhankelijk is van de persoonlijke overtuiging van de bestuurder. Waar komt die afwachtende houding volgens jou vandaan?’

Van der Klei: ‘Europese wetgeving, dat klinkt als een boel werk. Zonder verplichting liggen de prioriteiten dan elders. Maar dat heeft ook met kennisbeperking te maken. Als je bijvoorbeeld het behoud van medewerkers prioriteert – en wie doet dat niet? – dan kan het inzicht dat CSRD biedt, je juist verder helpen. Maar inzicht kan ook confronterend zijn – ontdekken waarop je niet goed scoort, kan betekenen dat je intern ter verantwoording wordt geroepen, en het kan geld kosten. Maar goed, ik wil toch graag weten hoe we ervoor staan en niet wachten tot het verplicht is. Ik zie hier en daar wel interesse ontstaan hoor, en ik reken op de olievlekwerking.’

Dezelfde taal spreken

In haar werk heeft Kors vooral te maken met partijen die wel verplicht volgens CSRD rapporteren. ‘Maar de partijen in het ecosysteem die wel en niet verplicht rapporteren, zijn afhankelijk van elkaar. Als een zorgverzekeraar, die aan CSRD moet voldoen, bijvoorbeeld stelt dat toegankelijkheid van zorg een materieel thema is, dan moet deze organisatie beleid bepalen om die toegankelijkheid op peil te houden. En daar is dan ook de inzet van zorginstellingen bij nodig.’

‘Dan wordt het interessant’, reageert Van der Klei, ‘want het systeem moet daarvoor optimaal in evenwicht zijn. Dus hoe staat het ervoor in de eerste lijn? Is er voldoende verpleeghuiszorg, revalidatie en wijkverpleging ingekocht? En wordt het maatschappelijk werk goed ingezet? Dat zijn ingewikkelde analyses. Ik ben ervan overtuigd dat deze wetgeving gaat helpen om meer structuur te krijgen. Als we dezelfde taal gaan spreken, kunnen we beter de noodzakelijke goede gesprekken voeren en acties bepalen.’

Gezamenlijkheid

Behalve de zorgverzekeraars, rapporteren ook de farmaceutische bedrijven en de leveranciers van allerhande zorgmaterialen volgens CSRD. Kors: ‘Wat verwacht jij van deze partijen in de keten?’

Van der Klei: ‘Ik zou het heel fijn vinden als ze ons betrekken in de discussies, want met alleen een lijstje invullen met schattingen schiet het niet op. Als we gezamenlijk onderzoeken hoe informatie slim uitgevraagd en geleverd kan worden, komen we verder. De rol van gezamenlijkheid is daarin erg belangrijk, net als voor zorginstellingen onderling. Door in het zorgecosysteem kennis te delen en samen te werken, kunnen we stap voor stap groeien naar een volwaardige duurzaamheidsrapportage.’

Duurzaamheid in het bestuursverslag

Kors: ‘Stap voor stap is volgens mij een belangrijke aanwijzing. Zolang CSRD niet verplicht is, adviseer ik altijd om gewoon eens met één thema te beginnen: een financial toewijzen, de richtlijnen erbij pakken en uitzoeken wat je zoal tegenkomt. Met toenemende ervaring kan de rapportage dan uitgebouwd worden. Hoe kijk jij daartegenaan?’

Van der Klei: ‘Ja, wij hopen na de zomer een verdiepingsslag te maken. Verder publiceren we nu een apart jaarverslag duurzaamheid & milieu, maar het is mijn vurige wens om hierover in ons bestuursverslag te gaan rapporteren. Die ambitie staat, maar in de hoeveelheid der dingen die we willen, verwacht ik dat het eerder in de rapportage over 2025 zal zijn dan in de aankomende. Het zou ook helpen als we hierin samen met anderen optrekken en vaste formats kunnen gebruiken – wellicht kunnen de NVZ of Actiz  hierin faciliteren. En PwC kan natuurlijk een rol spelen, zoals met de workshops over CSRD die jij laatst hield met onze rvb en de rvt. Hoe concreter het wordt, hoe meer zorgorganisaties dit zullen willen oppakken.’