Volgens mensen in het onderwijs heeft de sector een voorbeeldfunctie in duurzaamheid. Als mensen ervaren dat hun organisatie actief bijdraagt aan duurzaamheid, beïnvloedt dat hun perceptie hierover en ook de keuzes die zij zelf op het werk en thuis maken. Daarmee gaat de positieve impact die het onderwijs heeft verder dan de ontwikkeling van leerlingen en het welzijn van medewerkers, maar draagt het direct bij aan een duurzamere samenleving. Dit blijkt uit onderzoek naar duurzaamheid en onderwijs dat Dyade samen met Nyenrode Business Universiteit heeft uitgevoerd. Woensdagmorgen 29 mei werden de resultaten van het onderzoek Positieve Impact Onderwijs 2024 in Utrecht gepresenteerd.

Onderwijs draagt direct bij aan de duurzaamheidsdoelstellingen van de Verenigde Naties. Kwaliteitsonderwijs is namelijk de vierde van deze Sustainable Development Goals (SDG’s). Een derde van de meer dan duizend respondenten van het onderzoek geeft aan de SDG’s te kennen. Er is ruimte om meer bewustzijn te creëren over de impactvolle bijdrage die het onderwijs heeft.

Dat onderwijs een voorbeeldfunctie op het gebied van duurzaamheid, daar zijn de meeste respondenten het over eens. Onderwijs zorgt bovendien voor dat leerlingen later goed kunnen functioneren. Duurzaamheid kan volgens 48 procent van de respondenten meer aandacht krijgen in de lesstof, er is ook ruimte om competenties voor duurzaamheidsvraagstukken meer centraal te stellen.

Het eerste exemplaar van het onderzoeksrapport werd overhandigd aan Giuseppe van der Helm, directeur van de Coöperatie Leren voor Morgen. [Treurig] “Het is goed om te zien dat mensen in het onderwijs vinden dat de sector een voorbeeldrol in duurzaamheid heeft en dat zij intrinsiek gemotiveerd zijn om actief aan duurzaamheid bij te dragen.”

Binden en boeien

“Organisaties kunnen hun positieve impact zichtbaarder maken en samen met alle medewerkers vergroten,” zegt Jessica van Wingerden. Als bestuurder van Dyade is ze initiatiefnemer van het Positieve Impact onderzoek. De resultaten laten zien dat er een ruimte is om medewerkers nog meer mee te nemen in de visie en doelen op duurzaamheid binnen de eigen organisatie. “Door mensen hierin mee te nemen, worden zij bewuster van hun bijdrage. Dat maakt werk betekenisvol, draagt bij aan bevlogenheid en is een belangrijke factor voor het binden en boeien van medewerkers.”

Het onderzoek laat zien dat respondenten niet altijd weten wat hun organisatie op duurzaamheid nastreeft. Organisaties kunnen medewerkers hier actiever bij betrekken, leiders kunnen hun voorbeeldrol nadrukkelijker oppakken. Nog geen kwart van de respondenten vindt namelijk dat hun leidinggevende duurzaam voorbeeldgedrag vertoont.

Volgens Jessica van Wingerden is het belangrijk dat leiders in het onderwijs niet alleen vertellen hoe de organisatie en medewerkers moeten verduurzamen, maar dat zij dit zelf ook moeten laten zien. “De vraag is niet zozeer wat je deelt, maar meer wat je doet.”

“Glas is halfvol, maar mag voller”

Bij het inzoomen op verschillende onderwerpen blijkt dat sociale doelstellingen van de organisatie beter bekend zijn dan ecologische of economische doelstellingen. Opvallend is dat respondenten het belangrijk vinden dat organisaties op alle aspecten van duurzaamheid, zowel sociaal, ecologisch als economisch, actie ondernemen.

De resultaten uit het onderzoek onderstrepen het belang voor onderwijsorganisaties om werk te maken van duurzaamheid. Wanneer organisaties zich hiervoor inzetten, zullen medewerkers dit voorbeeld volgen. Hiermee wordt een positieve impact gecreëerd, in het belang van de organisatie, van medewerkers en van de samenleving.

“Het glas is halfvol,” zegt Pascale Peters, die als hoogleraar Strategische Human Resource bij Nyenrode betrokken is bij het onderzoek. Volgens Peters toont het onderzoek aan dat mensen in het onderwijs enorm bevlogen zijn. “Mensen dragen duurzaamheid een warm hart toe, maar het glas mag zeker voller.”

“Wanneer mensen in het werk ruimte krijgen om bij te dragen aan duurzaamheid, zie je dat betrokkenheid toeneemt en mensen zowel in het werk als thuis duurzamer gedrag vertonen,” licht Pascale Peters toe. “Dit begint wel met een duidelijke visie van de organisatie op duurzaamheid en het formuleren van heldere doelen.”

Volgens Giuseppe van der Helm is het voor besturen en schoolleiders belangrijk om te beseffen dat duurzaamheid niet bovenop het huidige werk komt. “Het hoeft niet gestapeld te worden; duurzaamheid is integraal onderdeel in alles wat je doet.”

Onderzoek Positieve Impact Onderwijs 2024

In 2023 bleek dat slechts 15 procent van de afgesproken SDG’s voor 2030 zijn behaald. Onderwijs draagt niet alleen bij aan de duurzaamheidsdoelstellingen, “het is ook waar het fundament voor de toekomst wordt gelegd,” aldus Jessica van Wingerden. “Het is een belangrijke vraag hoe het onderwijs als springplank kan dienen om sneller voorwaarts te bewegen richting het behalen van de duurzaamheidsdoelstellingen.”

Om deze vraag te beantwoorden zijn in de periode februari tot en met april 2024 mensen uit het primair, voortgezet en beroepsonderwijs uitgenodigd een online vragenlijst in te vullen. In totaal hebben 1.020 respondenten deelgenomen aan het onderzoek via een vragenlijst.

De vragenlijst gaat over de demografie, over de eigen opvattingen over duurzaamheid, de rol van onderwijs en de beleving van duurzaamheid in de eigen onderwijsorganisatie. Daarnaast is gebruik gemaakt van wetenschappelijk gevalideerde constructen voor het meten van duurzame houding en gedrag, en voor het meten van bevlogenheid, betekenisvol werk en verloopintentie van respondenten.

Foto: Giuseppe van der Helm krijgt het eerste exemplaar van het onderzoeksrapport Positieve Impact Onderwijs 2024 uitgereikt door Jessica van Wingerden.