Begin dit jaar heeft het Europees parlement ingestemd met wet en regelgeving om een halt toe te roepen aan greenwashing. Daarin worden minimumeisen gesteld aan bedrijven om hun groene beweringen te onderbouwen, bekend te maken en te verifiëren. Ze worden daardoor verplicht om de betrouwbaarheid van hun vrijwillige milieuclaims te garanderen met onafhankelijke verificatie en bewezen met wetenschappelijk bewijs.
Ook de wildgroei van particuliere milieukeurmerken wordt hiermee aan banden gelegd door te eisen dat deze betrouwbaar, transparant, onafhankelijk geverifieerd en regelmatig herzien worden. Nieuwe keurmerken worden alleen toegestaan als ze op EU-niveau zijn ontwikkeld en alleen goedgekeurd als ze aantoonbaar ambitieuzer zijn op milieugebied dan bestaande keurmerkregelingen.
Onafhankelijk gecontroleerd
Inmiddels zijn er voor bedrijven voldoende mogelijkheden voorhanden om aan deze voorwaarden te voldoen, zoals met een Environmental Product Declaration (EPD). Dit gestandaardiseerd document informeert over de mogelijke impact van een product op het milieu en de menselijke gezondheid. Het biedt een kwantitatieve basis voor de vergelijking van producten en diensten.
De basis van een EPD is de norm ISO14025, ook wel Type III environmental declarations genoemd. Het is gebaseerd op berekeningen van een levenscyclusanalyse en wordt door de fabrikant van het product aangeleverd. Deze wordt vervolgens door een onafhankelijke deskundige gecontroleerd en heeft een geldigheidsduur van 5 jaar.
Volledige productieketen en levenscyclus
Het opstellen van EPD’s is niet eenvoudig, maar levert een bedrijf uiteindelijk veel op. De omschakeling naar deze standaard betekende bijvoorbeeld voor Fristads, producent van werkkleding, een inspectie van de volledige productieketen en levenscyclus van een kledingstuk. Elk aspect is onderzocht en deze informatie is zorgvuldig opgenomen in de EPD.
Door dit proces heeft het bedrijf de kennis om de juiste veranderingen in ontwerp en productie aan te brengen. Zo is bij een werkbroek uit de Fristads Green kledinglijn een reductie van de CO2-uitstoot van 45% gerealiseerd en een daling van 92% van het waterverbruik.
Klimaatimpact lager dan gedacht
Fristads heeft inmiddels zijn methodes voor het meten en rapporteren van de uitstoot van CO2 verfijnd door feitelijke gegevens van de productie te gebruiken in plaats van gemiddelden en schattingen uit de industrie. De nieuwe gegevens laten zien dat de klimaatimpact van de productie van Fristads 31% lager is dan eerder werd aangenomen.
Dat laat zien dat het cruciaal is om de klimaatberekeningen te baseren op actuele gegevens. Dankzij de ontwikkeling van de EPD voor kleding heeft Fristads nu de juiste gegevens op de juiste plaats, waardoor ze veel beter inzicht hebben in de uitstoot die plaatsvindt in de eigen toeleveringsketens.
Van groen naar groener
Het voorbeeld van Fristads laat zien dat het met de EPD’s niet alleen een betrouwbaar, transparant, onafhankelijk geverifieerd keurmerk in huis heeft, maar dat het ook inzicht geeft hoe van groen naar groener te gaan.
Het bedrijf heeft er tevens voor gekozen om geen ‘groene’ communicatie op de website te zetten en materiaalinformatie in de productteksten te zetten. Door middel van symbolen is te zien of een product een EPD heeft (groen blaadje), gemaakt is van ‘close the loop’-vezels (plantje) of gemaakt is van duurzamere materialen (groen vierkantje). Zo kan een gebruiker een gefundeerde keuze maken in het aanbod van werkkleding.
Hugo Vedder, Product Specialist bij Fristads en deelnemer van de NEN-werkgroep certificering Circulair Textiel en de werkgroep Werkkleding – UPV Textiel.