Circulariteit is tegenwoordig een centrale pijler in het toekomstbestendig maken van de infrasector in Nederland. De complexiteit, onzekerheid en onenigheid die gepaard gaan met zulke transities maakt sturen op een circulaire toekomst lastig. UT-onderzoeker Tom Coenen promoveert vandaag op dit onderwerp en beschrijft in zijn proefschrift diverse gereedschappen om de transitie naar een circulaire infrastructuursector op een effectieve en wenselijke manier te ondersteunen en sturen.
Het proefschrift van Coenen verdiept zich in de systemische barrières voor de missiegerichte transitie en biedt verschillende manieren om hiermee om te gaan, zowel voor beleid als voor organisaties. Het onderzoek laat zien dat vooral het grote onderlinge verschil in wat onder circulariteit verstaan wordt, leidt tot trage voortgang. Ook het gebrek aan een focus op de opschaling van circulaire initiatieven en onvoldoende ruimte voor de markt om met radicaal circulaire oplossingen te komen houdt de transitie tegen.
Missie-georiënteerde transitieassessment
Naast deze onenigheid over het begrip is het voor transitiebeleid cruciaal om de complexiteit en onzekerheid te omarmen die zulke transities tekent. Dit betekent dat overheden de regie moeten nemen om de circulariteitsmissie te behalen, maar dit dan wel samen met de sector te doen om zo zowel het draagvlak te vergroten als de expertise en dynamieken uit de sector te benutten. Het proefschrift introduceert het ‘missie-georiënteerde transitieassessment’ (MOTA) raamwerk dat beleidsmakers kan ondersteunen om gezamenlijk met de sector de anticiperen op de te nemen transitiestappen.
Organisatieverandering voor circulariteit
Naast bestuur en beleid heeft zo’n transitie ook voor individuele organisaties grote gevolgen. Het proefschrift laat zien dat de introductie van circulariteit bij opdrachtgevers in de infra zorgt voor interne spanningen tussen de reguliere processen en mensen die streven naar circulariteitsimplementatie. Met zogeheten ‘institutional logics’ laat het onderzoek zien dat, om organisaties in lijn met de circulariteitsprincipes te laten functioneren, er coördinatie nodig is tussen deze logics. Dit betekent dat mensen die de logic aanhangen die nodig is voor circulariteit actiever in de primaire organisatieprocessen meegenomen moeten worden.
Ecosysteem-perspectief
De infrasector is sterk project-georiënteerd. Dit werkt echter niet voor circulariteit, aangezien dit vraag om het koppelen van levenscycli die vele decennia duren en de onderlinge afhankelijkheid van assets binnen het Nederlandse infranetwerk. Het proefschrift laat zien dat door een ecosysteem-perspectief te nemen, deze tekortkomingen overbrugd kunnen worden. Door middel van een lange-termijn-gedreven waardepropositie waarin diverse partijen zich kunnen binden, kunnen circulaire oplossingen ontwikkeld worden die individuele projecten overstijgen. Dit vereist dan wel een heel andere manier van werken. Zo zal er meer op relaties dan op contracten gestuurd moeten worden en wordt ook het vroeg betrekken van kundige partijen belangrijker. Hoewel verschillende initiatieven al laten zien dat dit mogelijk is, vraagt dit wel om een forse cultuurverandering in de sector.
De inhoud van het proefschrift is ook vertaald naar het Nederlands in de versie van een magazine, waarin de belangrijkste resultaten voor de praktijk beschreven zijn. Ook bevat dit magazine reflecties en columns van onderzoekers en professionals uit de Nederlandse infrapraktijk.
CV Tom Coenen
Na het afronden van zijn Bachelor in Civiele Techniek en Master in Construction Management & Engineering aan de Universiteit Twente, voltooide Tom een ingenieursdoctoraat (EngD) rondom circulair ontwerp van bruggen en viaducten aan dezelfde universiteit. In 2020 begon Tom een PhD-traject gefinancierd en ondersteund door Rijkswaterstaat, waarvan de resultaten nu voor u liggen. Naast het PhD-onderzoek en onderwijsactiviteiten, was hij betrokken bij verschillende andere onderzoeksprojecten over thema’s zoals organisatorische transformatie, missiebestuur, circulaire veranderingsprogramma’s en platformecosystemen. Tijdens zijn PhD-onderzoek presenteerde Tom zijn onderzoeksbevindingen meerdere keren aan de praktijk, inclusief een technische briefing in de Tweede Kamer. Hij vervolgt zijn academische carrière als universitair docent aan de Universiteit Twente vanaf februari 2024, waar hij blijft werken aan circulariteit en transities in de context van civiele techniek en bouwmanagement.