De chemische industrie in Nederland en Europa gaat door een economisch zware periode. In 2023 daalde de omzet met maar liefst 20 procent. Hoewel er enige tekenen zijn van herstel, blijft de situatie onzeker. Het recent aangekondigde beleid in de Voorjaarsnota en Klimaatbrief voegt extra onzekerheid toe, waardoor investeringen in verduurzaming verder worden belemmerd. Dat schrijft de Koninklijke VNCI in een oproep aan de Tweede Kamer in aanloop naar het commissiedebat Verduurzaming Industrie op 15 mei. De branchevereniging wijst erop dat de chemische industrie kan en wil verduurzamen, en daar ook al dagelijks mee bezig is. Er zijn nu grote meerjarige investeringen nodig als de industrie op deze weg door wil gaan. Om dit van de grond te krijgen zijn naast investeringen ook visie, continuïteit en uitvoering van beleid nodig.

Ongelijk speelveld

De VNCI waarschuwt voor een ongelijk speelveld voor de industrie in Europa én Nederland. Zo zijn door het wegvallen van Russisch gas de energieprijzen in Europa blijvend hoger dan in de rest van de wereld. Dit raakt de chemiesector extra hard omdat voor veel processen nog aardgas nodig is. Daarnaast geldt dat elektriciteitskosten voor grootverbruikers in omringende landen tussen de 15-66 procent lager liggen dan in Nederland, aldus recent onderzoek in opdracht van het kabinet.

Wegvallen industrieregelingen

Het afschaffen van een aantal industrieregelingen in Nederland – die in andere EU-landen nog wel van kracht zijn – drijft de kosten voor de industrie verder op en zorgt voor verdere verslechtering van de concurrentiepositie van de chemische industrie. Denk aan de afschaffing van de volumecorrectieregeling (VCR) en de indirecte-kostencompensatie (IKC), naast de verhoogde nettarieven.

Voorjaarsnota

Daar zouden de recent aangekondigde maatregelen in de Voorjaarsnota en Klimaatbrief nog bovenop komen. De voorgestelde verhoging van de energiebelasting op gas van maar liefst 22,5 procent per 2025, is een zorgwekkende lastenverzwaring die de hele industrie raakt. De industrie heeft geen enkel handelingsperspectief om deze verhoging te vermijden: op zo’n korte termijn is een overstap naar bijvoorbeeld elektriciteit of waterstof onmogelijk.

“De industrie is hard op weg de klimaatdoelen te halen”, zegt Nienke Homan, voorzitter van de VNCI. “De aangekondigde extra lastenverzwaringen werken contraproductief. De industrie wil de transitie in Nederland laten slagen. Het potentieel is er. Het komt nu aan op visie en beleid dat maximale investeringen in verduurzaming mogelijk maakt. Niet alleen voor het behoud en vergroenen van de industrie, maar ook voor onze economische en geopolitieke positie.”

Oplossingen

De chemische industrie in Nederland kan en wil verduurzamen. Dat vraagt om grote investeringen die we nú moeten doen. Maar dat kunnen we niet alleen. Daarom doet de VNCI drie concrete oproepen aan de Kamer:

  1. Houd koers op de uitvoering van bestaand beleid, onder andere via het Nationaal Platform Verduurzaming Industrie (NPVI). Momenteel lopen projecten vast door onduidelijkheid over infrastructuur, energiekosten, langzame vergunningverlening en zorgen over lastenverzwaringen in Nederland. Consistent beleid (via NPVI) is essentieel om investeringsbeslissingen te bevorderen.
  2. Draai de voorgestelde lastenverzwaringen uit Voorjaarsnota en Klimaatbrief terug en werk een effectiever alternatief uit. De voorgestelde extra verzwaring van de Energiebelasting op gas verslechtert de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie en beperkt investeringsruimte voor verduurzaming. De VNCI pleit net als het PBL voor gerichte maatwerkafspraken als effectiever alternatief.
  3. Bouw aan vertrouwen door het maken van een duidelijke visie op de industrie. Het ontbreken van voorspelbaarheid en vertrouwen bemoeilijkt lange-termijnafspraken over verduurzaming. Chemiebedrijven aarzelen om grote investeringen te doen zonder duidelijke visie op toekomstige ruimte voor de industrie. De VNCI werkt graag samen met de sector aan een brede visie op de industrie van de toekomst en een actieplan.

Foto: (v.l.n.r.) Pepijn van Houwelingen, Tjerk Zeitsen, Silvio Erkens, Femke Zeedijk-Raeven, Hester Veltman-Kamp, Joris Thijssen, Wytske Postma, Jorn van der Meer, Nienke Homan, Djoeke Altena, Erik Janssen, Rob van Melis, Dries Maebe, Dessa Langevoort, Marc Obrie | Foto: Chris Bonis