Afgelopen week publiceerde Science een hoopgevende studie (zie artikel in Trouw). Twee derde van de onderzochte projecten op het gebied van natuurbehoud hebben een positief effect op biodiversiteit, of vertragen op zijn minst verlies van natuur. Dat is goed nieuws, we hebben de natuur namelijk hard nodig voor onze economie.
Onderzoek door het World Economic Forum liet in 2020 zien dat ongeveer de helft van het wereldwijde BNP afhankelijk is van de natuur. Verlies van biodiversiteit en natuur kostte de wereld al tientallen triljoenen. Terwijl natuurherstel tot 2030 wereldwijd 395 miljoen banen kan opleveren. Dat bewijst dat de natuur een belangrijke factor is voor de economie, maar nog steeds worden natuur en economie gepositioneerd als twee aparte werelden. Uit een rapport van DNB bleek dat de Nederlandse financiële sector 510 miljard euro aan investeringen heeft die een hoge of zeer hoge afhankelijkheid heeft van de natuur. Het inzichtelijk maken van de waarde van natuur en de kosten van natuurverlies zorgt ervoor dat duidelijk wordt dat de natuur een plek dient te krijgen in de economie.
Wetenschappers van de WUR hebben een database (ESVD) ontwikkeld waarin de diensten die de natuur levert (natuur of ecosysteemdiensten) en de economische waarde van deze diensten worden verzameld. Vorig jaar presenteerde ASN Bank het rapport Make Nature Count 2.0. Hierin zijn voor twee natuurherstelprojecten van het ASN biodiversiteitsfonds van ASN Impact Investors de economische waarde van de ecosysteemdiensten berekend, met behulp van deze database. Daaruit bleek dat investeren in natuur daadwerkelijk loont, voor de natuur en voor de economie. Voor bedrijven en investeerders is het daarom slim om rekening te houden met natuur in hun investeringen en businessmodellen.
Kortom, de natuur moet in economische modellen komen zodat de economie gaat opereren binnen de grenzen van de natuur. Dat is goed voor de natuur, mens én economie.
Roel Nozeman, Head of Biodiversity bij ASN Bank