Bedrijven op bedrijventerreinen in ons land kunnen aanzienlijk besparen op energie en daarmee ook hun CO2-uitstoot fors reduceren. De 184 petajoule aardgas die op de bijna vierduizend bedrijventerreinen in Nederland wordt verbruikt kan met ruim 80% terug naar 30 PJ. De ruim 18,5 megaton CO2-uitstoot kan afnemen tot 13,6 Mton, bij de huidige elektriciteitsmix. Dat blijkt uit berekeningen die TNO op verzoek van het ministerie van EZK maakte.
4,9 megaton CO2 te besparen
In een eerdere studie had TNO al berekend dat kleine en middelgrote verbruikers op bedrijventerreinen in potentie 2,3 megaton aan CO2-uitstoot kunnen reduceren. Als de grootverbruikers op deze terreinen worden meegeteld, loopt de besparing op tot netto 4,9 Mton van in totaal 18,5 Mton aan CO2-uitstoot, bij de huidige elektriciteitsmix. Van deze totale CO2-uitstoot wordt ruim 10 Mton veroorzaakt door verbruik van aardgas en ruim 8 Mton door elektriciteit. Door besparing op aardgas is 8,7 Mton CO2-reductie haalbaar. Besparing op elektriciteit en toename in elektriciteitsverbruik door elektrificatie van warmteprocessen leveren netto een extra CO2-uitstoot op van 3,8 Mton.
Indirecte uitstoot
TNO stelt vast dat met de huidige technologieën direct al 8,7 megaton aan CO2 is te besparen door vermindering van verbruik van aardgas. TNO-expert Vincent Kamphuis: “Je moet hierbij wel onderscheid maken tussen aardgas en elektriciteit. Van de 10,4 megaton aardgas kun je er 8,7 besparen, maar door elektrificatie neemt het elektriciteitsgebruik, en daarmee de indirecte uitstoot van CO2 toe. Per saldo blijft er van die 8,7 megaton dan 3,1 megaton over. Nog altijd een aanzienlijke en noodzakelijke afname. En als de elektriciteitssector verder verduurzaamt, komt de 8,7 megaton weer dichterbij.”
Forse besparing op aardgas
De meeste energiebesparing kunnen bedrijven behalen door verduurzaming van de warmtevraag van hun gebouwen en processen. De potentiële besparing op aardgas bedraagt 42 petajoule in gebouwen en 112 PJ door aanpassing van bedrijfsprocessen. Samen is dat een reductie van 154 PJ, op een totaal verbruik van 184 PJ.
Toename in elektriciteitsverbruik
Bij elektriciteit liggen de cijfers wat lager, namelijk 7 PJ besparing in gebouwen en 15 PJ op processen, in totaal 22 PJ besparing op 101 PJ verbruik. Elektrificatie van warmteprocessen kost echter 69 PJ extra, waardoor de vraag naar elektriciteit netto met 47 PJ groeit, bijna 50% van het huidige elektriciteitsverbruik op bedrijventerreinen. Dit vergroot de vraag naar duurzame elektriciteitsopwekking, en betekent dat er extra aansluitvermogen nodig is op het elektriciteitsnet. Gegeven de huidige netcongestie problematiek vraagt dit om netuitbreidingen en optimale benutting van de beschikbare netcapaciteit, bijvoorbeeld door betere afstemming van lokale productie en verbruik van elektriciteit.
Maatregelen doorgerekend
TNO heeft een groot aantal maatregelen doorgerekend op hun besparingspotentieel. Er is voor deze studie gekozen voor technieken die nu op de markt beschikbaar zijn, en bij individuele bedrijven kunnen worden toegepast. De maatregelen met de grootste potentie voor CO2-reductie zijn warmtepompen voor industriële processen (25% van de totale potentie), efficiënte aandrijving voor industriële processen (16%), dakisolatie (11%) en warmtepompen voor gebouwverwarming (10%). Bij een duurzame elektriciteitsmix leveren ook directe elektrificatie en elektrische boilers voor industriële processen met hoge temperatuur een wezenlijke bijdrage.
Efficiënt ruimtegebruik
De potentiële besparingen zijn te behalen op een relatief kleine oppervlakte. Bedrijventerreinen stoten ongeveer evenveel CO2 uit als de gebouwde omgeving, maar nemen 2 procent van het totale landoppervlak in beslag, tegenover 7,2% door woonruimte. Door in te zetten op verduurzaming van de bedrijven en ook efficiënter ruimtegebruik is de potentie nog beter te benutten. Intensiever gebruik maken van dezelfde oppervlakte creëert ruimte voor collectieve oplossingen zoals batterijen.
Verduurzaming bedrijventerreinen versnellen
In het onderzoek naar het besparingspotentieel voor energieverbruik en CO2-uitstoot zijn de vijf grote industriële clusters (Rotterdam-Moerdijk, Noorzeekanaalgebied, Noord-Nederland, Zeeland West-Brabant en Chemelot) buiten beschouwing gelaten. Daar is nagenoeg bekend wat de potentiële mogelijkheden zijn. Maar de vele bedrijventerreinen buiten deze clusters zijn steeds onderbelicht gebleven. Het ministerie van EZK wil vanuit het Nationaal Programma Ruimte voor Economie het verduurzamen van bedrijventerreinen versnellen, en heeft in dit kader dit onderzoek laten uitvoeren.