Een nieuw rapport van Feedback is gepubliceerd: Blue Empire: How the Norwegian salmon industry extracts nutrition and underunderundersheds livelihoods in West Africa. Dit rapport onthult hoe de uitbreiding van de enorme Noorse zalmkweekindustrie ten koste is gegaan van gemeenschappen en vispopulaties in het Mondiale Zuiden. Terwijl bedrijven hun duurzaamheidsreferenties aanprijzen en beweren een ‘blauwe revolutie’ te leiden, maakt hun inefficiënte praktijk gebruik van wilde vis om gekweekte zalm te voeden. Deze verspilling draagt direct bij aan het verlies van werkgelegenheid en ondervoeding in landen als Gambia, Senegal en Mauritanië.
Berekeningen van Feedback tonen aan dat de Noorse zalmkweek een enorme voedingsvoetafdruk heeft: jaarlijks wordt bijna 2 miljoen ton wilde vis gevangen voor de productie van visolie, een belangrijk ingrediënt in zalmvoer. De auteurs van het rapport schatten dat de jaarlijkse productie van gekweekte zalm in Noorwegen een kwart (27%) lager is dan de hoeveelheid wilde vis die nodig is om de visolie te produceren die wordt gebruikt in Noors gekweekte zalmvoer. Bovendien zou de ambitie van Noorwegen om de productie van gekweekte zalm tegen 2050 meer dan te verdrievoudigen tot 5 miljoen ton, de vraag naar meer dan drie keer zoveel in het wild gevangen vis creëren als in 2020 door de industrie werd gebruikt. Ondanks publieke duurzaamheidsbeloften blijft het gebruik van alternatieve ingrediënten door zalm- en voerproducenten om in het wild gevangen vis in voer te vervangen minimaal.
Een aanzienlijk deel van de visolie die in de Noorse zalmkweek wordt gebruikt, wordt geïmporteerd uit Noordwest-Afrika. Deze regio heeft te kampen met acute voedselonzekerheid. De vis die in 2020 gevangen werd op visgronden voor de kust van West-Afrika om visolie te leveren aan de Noorse zalmkweekindustrie, had tot 4 miljoen mensen in hun voedingsbehoeften kunnen voorzien.
Vier grote voerproducenten, MOWI, Skretting, Cargill en Biomar, leveren bijna 100% van het voer dat wordt gebruikt voor de Noorse zalmkweek. Allevier halen zij visolie uit Noordwest-Afrika. Van de visolie uit West-Afrika die in 2020 door Noorse bedrijven werd gekocht, ging een kwart naar het Noorse MOWI: dat kocht in 2020 5.100 ton visolie uit Mauritanië. Deze 5.100 ton werd volgens Feedback geproduceerd uit 28.300 ton vis. Nog eens 17.000 ton visolie werd door Skretting, Cargill en BioMar ingekocht bij FAO 34, het belangrijkste visserijgebied voor de westkust van Afrika.
De Noorse zalmindustrie is na de olie- en gasproductie een van de belangrijkste exportindustrieën van het land. Hoewel veel van de Noorse kweekzalm-producenten beweren een positieve bijdrage te leveren aan de wereldwijde voedselzekerheid, is hun bedrijfsmodel voornamelijk verkoop aan markten met een hoog inkomen, waar reeds voldoende eiwitten en micronutriënten aangeboden. De top 5 exportbestemmingen naar volume in 2022 voor Noorse zalm waren: Polen, Denemarken, Frankrijk, Nederland en Spanje. De Verenigde Staten waren in 2022 de grootste consumentenmarkt voor Noorse zalm in termen van waarde. Noorse zalm is nu verkrijgbaar in de meeste Europese markten en wordt als premiumproduct over de hele wereld verkocht, ook in Nederland.
Zalm is hier te vinden in alle grote supermarkten zoals Albert Heijn, Jumbo, Aldi, Plus. Om de herkomst van dit product te achterhalen moeten consumenten via ASC-codes door supply chain-lagen moeten graven.
Groothandelaren zoals Makro verkopen ook gekweekte Atlantische zalm, met minimale informatie beschikbaar voor kopers. Dat maakt het voor klanten die de horeca bezoeken moeilijk om betrouwbare informatie te krijgen over de herkomst van het eten op hun bord. Makro is, net als kweekzalmvoerproducent Skretting, een dochteronderneming van SHV Holdings, een Nederlands handelsbedrijf met een omzet van 26 miljard euro in 2022.
Nederland profiteert van de Noorse zalmgroei in de rol als handelscentrum voor vis, schaal- en schelpdieren, maar ook door de kweekvis te verwerken en verder te exporteren.
De kleine vissen waarop de FMFO-industrie zich richt, bevatten belangrijke voedingsstoffen zoals ijzer, zink en calcium. Deze voedingsstoffen zijn het meest nodig voor de cognitieve ontwikkeling van kinderen en voor vrouwen in West-Afrika, waar meer dan de helft van de vrouwelijke bevolking aan bloedarmoede lijdt. In 2020 steeg het aantal ondervoede mensen in de regio tot 274 miljoen, waarbij 84% van de mensen zich geen gezond dieet kon veroorloven. Alleen al in Senegal is de visconsumptie in de 10 jaar tussen 2009 en 2018 met 50% gedaald, als gevolg van een afname van de beschikbaarheid van kleine pelagische vis.
De plundering van West-Afrikaanse visbestanden door aquacultuurbedrijven en de kritiekloze omarming van de industriële aquacultuur door de Noorse regering staan in schril contrast met het Noorse ontwikkelingsbeleid, dat voedselzekerheid en de strijd tegen honger als een prioritair gebied heeft aangemerkt, met name in Afrika ten zuiden van de Sahara, en de centrale rol van vrouwen in de voedselproductie heeft benadrukt. Geconfronteerd met oneerlijke concurrentie van de wereldwijde aquacultuurindustrie, waaronder grote multinationale ondernemingen, mobiliseren West-Afrikaanse gemeenschappen zich om hun vis en bestaansmiddelen te beschermen. Vrouwen, die een centrale rol spelen in de lokale waardeketen en onevenredig worden getroffen door de uitbreiding van de vismeel- en visolie-industrie, lopen voorop bij de inspanningen om regeringen en bedrijven ter verantwoording te roepen.
In het rapport presenteert Feedback nieuwe modellen die aantonen dat het mogelijk is om de zalmproductie in Noorwegen aanzienlijk te verminderen en tegelijkertijd de totale productie van zeevruchten te verhogen, de voedselzekerheid te verbeteren en de visbestanden te beschermen in Noordwest-Afrika en andere regio’s in de wereld waar bedrijven voer inkopen.
Frank Mechielsen, Director Feedback EU, zei: “Kweekzalmbedrijven beweren een positieve bijdrage te leveren aan de wereldwijde voedselzekerheid door ‘de wereld te voeden’. Maar wat we zien met de uitbreiding van de industriële aquacultuur is in feite de continuering van de koloniale machtsverhoudingen. Er is weinig aandacht of zorg voor de verstrekkende gevolgen van de voedselvoerconcurrentie die deels wordt aangedreven door zalmkweek. Initiatieven op het gebied van duurzame inkoop zijn weinig meer dan greenwashing en er is zeer weinig transparantie in de toeleveringsketens van de aquacultuur. In Nederland zijn bedrijven en de overheid niet kritisch op de herkomst van dit product en nemen klakkeloos het duurzaamheidsnarratief van de industrie over. Door kweekzalm te verkopen, verwerken en exporteren zijn zij mede-verantwoordelijk voor deze misstanden.“
Marie Suzanna Traore, Executive Secretary van RAMPAO, zei: “Langs de West-Afrikaanse kust is kleinschalige visserij de enige manier van bestaan voor inheemse gemeenschappen. De grote schepen die de vismeel- en visolie-industrie voorzien van vis die in Afrikaanse wateren is gevangen, ten nadele van deze gemeenschappen, ondermijnen hun menselijke waardigheid.“
Dr. Aliou Ba, senior campagneleider oceanen voor Greenpeace Afrika, zei: “Dit is big business die het leven uit onze oceanen haalt en onze vissersgemeenschappen van hun levensonderhoud berooft. De wetenschap is duidelijk, het zal binnenkort te laat zijn. Ze moeten nu stoppen. Deze industrieën in West-Afrika gebruiken vis om vismeel te produceren en visolie om dieren in Europa en Azië te voeden, terwijl de Afrikaanse bevolking deze vis nodig heeft om zichzelf te voeden.”
Dr. Mika Diop, marinebioloog, Subregionale Visserijcommissie (SRFC), zei: “In Mauritanië zijn de vangsten van ronde sardinella tussen 2020 en 2021 met 66% gedaald. In Senegal zijn ze in dezelfde periode met 86% gedaald en in Gambia met 16%. Door oneerlijke concurrentie van vismeelfabrieken, die meer geld bieden voor vangsten, zijn veel vrouwen die kleine pelagische vissen verwerken hun baan kwijtgeraakt. De overexploitatie van visbestanden heeft geleid tot een drastische vermindering van het inkomen van kleinschalige vissers en van de lokale visconsumptie. In Gambia bijvoorbeeld is de jaarlijkse visconsumptie per hoofd van de bevolking gedaald van 15 kg in 2020 naar slechts 8 kg in 2021.”
Elise Åsnes, leider van Spire, zei: “De Noorse politiek op het gebied van voedselzekerheid moet in binnen- en buitenland worden gecoördineerd. Het kan niet zo zijn dat de Noorse zalmindustrie gebaseerd is op het gebruik van voedselbronnen uit andere landen met voedselonzekerheid. Wat dit rapport laat zien, is gewoon een andere manier om het voedsel uit de handen van arme landen te halen.”
Feedback roept de Noorse regering op om:
- Stop de uitbreiding van de Noorse zalmkweeksector.
- Vereisen van volledige en verplichte transparantie over de herkomst van diervoeders in elke fase van de toeleveringsketen van de aquacultuur.
- Ervoor zorgen dat de binnenlandse gekweekte zalmindustrie haar wereldwijde ontwikkelingsdoelen niet ondermijnt.
Het roept ook bedrijven, waaronder voerfabrikanten en zalmproducenten, op om:
- Maak transparant, consistent en gedetailleerd bekend welke volumes, locaties en soorten visvoer worden ingekocht.
- Stop met het halen van vismeel en visolie (of producten die afhankelijk zijn van FMFO) van locaties waar de productie ervan de concurrentie tussen voedsel en diervoeder stimuleert en de voedselonzekerheid verergert, met name kwetsbare West-Afrikaanse landen.
- Beëindig het gebruik van hele in het wild gevangen vis in voer.