Vanaf vandaag is de SER-dataverkenner toegankelijk. Daarin geven grote vennootschappen voor het eerst volledig inzicht in hoe ver zij zijn qua man-vrouwverhouding in de top en subtop van hun bedrijf en hun plannen op dat terrein. Ruim helft bedrijven voldoet niet aan rapportageplicht over vrouwen aan de top.
Van elkaar leren
De rapportages vloeien voort uit de door de SER aanbevolen wet ‘ ingroeiquotum en streefcijfers’ om de man-vrouwverhouding in de top van bedrijven te verbeteren. Dankzij de nieuwe rapportage kunnen bedrijven van elkaars aanpak leren. In het bijbehorende diversiteitsportaal vinden bedrijven ook tools en handreikingen om hun plannen op het terrein van diversiteit handen en voeten te geven, zodat geen talent onbenut blijft in Nederland.
Toename
Focco Vijselaar, algemeen-directeur VNO-NCW: ‘Diversiteit voegt bewezen waarde toe aan een bedrijf. Bedrijven geven nu voor het eerst inzicht in waar ze staan qua diversiteit in de top. Het is goed te zien dat we de diversiteit gestaag zien oplopen. Doordat bedrijven een plan moeten maken en ze van elkaar kunnen leren verwacht ik dat de groei van de diversiteit in de boardroom verder zal versnellen. Dat is ook nodig, want de eerste resultaten laten ook zien dat we nog veel werk te doen hebben met elkaar. Nog te veel talent blijft onbenut. Daarom is het ook belangrijk dat het beleid gericht is op het steeds verder vergroten van de kweekvijver van vrouwelijk talent.’
De cijfers
Uit de nieuwe SER Scorecard 2024 blijkt dat het percentage vrouwen in het bestuur van alle grote vennootschappen toenam tussen 2020 en 2022 van gemiddeld 13,8% naar 14,7%. In 2012 was dit nog 7,4%. In de Raden van Commissarissen(RvC) was de stijging groter: van gemiddeld 20,7% vrouwen in 2020 naar 26,2% eind 2022 (2012; 9,8%). Positief is dat de subtop – een belangrijk reservoir voor het bestuur – eind 2022 nu al voor gemiddeld 26,3% bestaat uit vrouwen. Hierdoor groeit de pool om talent uit te kunnen vissen voor de top.
SER Scorecard
Voorafgaand aan de lancering verzamelden bedrijven, sociale partners en andere belanghebbenden zich bij de SER. Tijdens deze bijeenkomst werden de resultaten gepresenteerd en werd de SER Scorecard 2024 van de Monitor Genderbalans in het Bedrijfsleven 2024 officieel aan minister Robbert Dijkgraaf van OCW overhandigd. De cijfers uit de Scorecard passen in een jarenlange trend. Het percentage vrouwen in raden van commissarissen is gestegen, mede door de invoering van het ingroeiquotum voor beursgenoteerde bedrijven. De voortgang van het percentage vrouwen in het bestuur stijgt licht, maar blijft achter. De sectorale verschillen zijn wel groot, zo blijkt uit de Scorecard van de Monitor. Nieuw voor bedrijven is dat zij moeten rapporteren over de subtop en het plan van aanpak. Ongeveer 4 op de 10 bedrijven (38%) beschikte over een formeel plan van aanpak voor het realiseren van de gestelde ambities. De subtop bestond eind 2022 voor gemiddeld 26,3% uit vrouwen. Voor een goede doorstroom naar het bestuur is het belangrijk dat de groei van het percentage vrouwen in de subtop gelijke trend houdt met de groei van het percentage vrouwen in het bestuur.
Tijdens de bijeenkomst wees SER-voorzitter Kim Putters op het belang van de verzamelde gegevens via het SER Diversiteitsportaal. Hij noemde het bijzonder dat ongeveer de helft van de bedrijven onder de wet heeft gerapporteerd. Hij benadrukte de mogelijkheden die deze inzichten bieden, samen met de lancering van de SER Dataverkenner, waarbij bedrijven van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen inspireren om genderdiversiteit in de top en subtop te bevorderen. Putters spoort bedrijven die nog niet gerapporteerd hebben aan om deze kans alsnog te grijpen.
De wet ingroeiquotum en streefcijfers
Sinds 1 januari 2022 is de Wet ‘Ingroeiquotum en streefcijfers’ van kracht. De wet heeft als doel om een evenwichtigere man-vrouwverhouding in de (sub)top van het Nederlandse bedrijfsleven te realiseren en vloeit voort uit het SER-advies Diversiteit in de top. Tijd voor versnelling (2019). Uit deze wet komen de nieuwe rapportages voort. Voor beursgenoteerde Nederlandse bedrijven (ca. 100) geldt krachtens de wet een ingroeiquotum voor de RvC. Dit betekent dat de RvC voor ten minste een derde uit mannen en ten minste een derde uit vrouwen dient te bestaan. Voor de Raden van Bestuur en de subtop geldt ook dat beursgenoteerde bedrijven daar eigen streefcijfers voor moeten hebben.
Foto: Dirk Hol/SER