Tijdens een persconferentie vanmiddag heeft Milieudefensie bekend gemaakt dat het een rechtzaak (‘klimaatzaak’) zal starten tegen ING. Iedereen kan zich aanmelden om mede-eiser te worden in deze zaak. “Wij eisen dat ING zijn totale uitstoot halveert. En dat ING de samenwerking stopt met vervuilende bedrijven die onze toekomst in gevaar blijven brengen. Dat zijn bedrijven die geen goed klimaatplan hebben en olie- en gasbedrijven die nog steeds doorgaan met uitbreiding van hun projecten.”
Eerder werd Shell aangeklaagd en deze zaak werd in 2021 door Milieudefensie gewonnen. Het hoger beroep dat Shell daarop indiende loopt nog.
Een bank, verzekeraar of pensioenfonds aanklagen om zijn klimaatbeleid is nog nooit eerder gedaan in Nederland. “We zetten hiermee een historische en spannende stap. Banken, pensioenfondsen en verzekeraars zijn misschien wel rijk en machtig, maar wij zijn met velen. Samen zorgen we dat ze zo snel mogelijk stoppen met het mogelijk maken van vervuiling.”
Milieudefensie eist dat ING zijn uitstoot in 2030 halveert* ten opzichte van 2019 en de samenwerking stopt met vervuilende bedrijven die onze toekomst in gevaar blijven brengen. De eis gaat om alle uitstoot van ING, dus ook de uitstoot van de vervuilende bedrijven waar de bank zaken mee doet, zoals de olie- en gassector. ING is de grootste bank van Nederland en steekt meer geld in vervuilende bedrijven dan alle andere Nederlandse banken.
Donald Pols: “De bank financiert olie- en gasbedrijven, ontbossing en zware industrie die de klimaatcrisis verergeren. En of je nu zelf naar olie boort, of voor de boor hebt betaald, in beide gevallen draag je een verantwoordelijkheid voor de klimaatcrisis waar we nu in zitten. In 2022 was de bank verantwoordelijk voor minstens 61 megaton broeikasgassen; zelfs een land als Zweden stoot minder uit. Daarom stapt Milieudefensie weer naar de rechter, met steun van duizenden mensen.**”
Wie betaalt, bepaalt
99% van ING’s uitstoot komt voort uit leningen aan en samenwerking met vervuilende bedrijven. Milieudefensie eist dat ING van ieder groot bedrijf waarmee het zaken doet, een plan in lijn met het klimaatakkoord van Parijs vraagt. Ook wil Milieudefensie dat ING geen bedrijven meer financiert die nieuwe olie- en gasprojecten starten. Pols: “Wie betaalt, bepaalt. Door financieringen in bijvoorbeeld olie- en gasbedrijven is ING de bankier van de klimaatcrisis. ING moet overtuigende klimaatplannen van grote vervuilende bedrijven eisen en er anders geen zaken meer mee doen.“
ING zet muizenstapjes in de goede richting, zoals de onlangs aangekondigde aanpassingen aan het klimaatbeleid. Maar dit beleid is nog steeds zwaar onvoldoende, zegt Milieudefensie. Zo zal de bank door blijven gaan met het financieren van nieuwe olie- en gasprojecten tot 2040. En het belangrijkste: ING heeft geen doelen die garanderen dat zijn absolute uitstoot vermindert, wat nodig is om gevaarlijke klimaatverandering tegen te gaan.
Winnie Oussoren (21), voorzitter Milieudefensie Jong: “Wij jongeren zitten niet aan de knoppen, maar bedrijven als ING helpen met hun fossiele financiering wel onze wereld én toekomst naar de knoppen.”
Nieuwe Klimaatzaak, zelfde juridische basis
Het vonnis van de rechter in de Klimaatzaak tegen Shell is duidelijk: grote bedrijven hebben een eigen verantwoordelijkheid om hun beleid in lijn te brengen met het klimaatakkoord van Parijs. Wat voor Shell geldt, geldt voor alle grote bedrijven en dus ook voor ING: zij hebben een zorgplicht om hun eigen bijdrage aan gevaarlijke klimaatverandering te verminderen.
Roger Cox, advocaat Milieudefensie: “Sinds de klimaatafspraken in Parijs is het duidelijk wat de politiek en het grote bedrijfsleven te doen staat: grote vervuilende bedrijven moeten het voortouw nemen om hun CO2–uitstoot snel en drastisch omlaag brengen. Alleen zo kan de opwarming worden beperkt tot 1,5 graden. Dat betekent dat ook grote vervuilers als ING en Shell verantwoordelijkheid moeten nemen. Dat doet ING nu niet en daar spreekt Milieudefensie ING met recht op aan. Ik heb alle vertrouwen in deze rechtszaak.”
Waarschuwing voor andere vervuilers
Milieudefensie waarschuwt dat de nieuwe klimaatzaak de andere 27 grote vervuilende bedrijven van zijn lijst niet vrijpleit. Milieudefensie blijft de druk opvoeren en ze in de gaten houden. Net als vorig jaar bezoeken activisten van Milieudefensie dit jaar verschillende aandeelhoudersvergaderingen om die druk voelbaar te maken. Een volgende zaak is dan ook niet uitgesloten.
*de precieze eis betreft 48% CO2-reductie en 43% CO2e-reductie in 2030 ten opzichte van 2019.
* * Mensen kunnen net als in de eerdere Klimaatzaak tegen Shell de zaak steunen door ‘mede-eiser’ worden, ook al zijn ze dat niet in juridische zin.
Lees hier de eisen die Milieudefensie stelt aan ING.
Foto: Marten van Dijl / Milieudefensie
Reactie ING
“ING has taken notice of the announcement that Friends of the Earth Netherlands (Milieudefensie) holds ING liable for alleged contribution to climate change and their threat to initiate legal proceedings against ING.
We’re in regular dialogue with a variety of stakeholders including Friends of the Earth Netherlands. We are confident that we take impactful action to fight climate change and sustainability is part of our overall strategic direction. We will of course respond in court if necessary.
As society transitions to a low-carbon economy, about 80% of energy used globally today is still fossil-fuel based. So even though we finance a lot of sustainable activities, we reflect the global economy and still finance more that’s not sustainable.
We aim to play our part in the social and low-carbon transformation that’s necessary to achieve a sustainable future, steering the most carbon-intensive parts of our portfolio towards reaching net zero by 2050.
Our approach is based on science and we adapt it as the (insights based on) science evolve. For example, we announced in December 2023 that we will phase out the financing of upstream oil and gas activities by 2040 and aim to triple new financing of renewable power generation to €7.5 billion annually by 2025, up from €2.5 billion in 2022, following the agreements made at COP28 and the latest scenarios from the International Energy Association (IEA).”