Nederland zoekt oplossingen voor een aantal grote vraagstukken op het gebied van landbouw en natuur. Vernieuwende, duurzame landbouwsystemen gebaseerd op bomen en struiken kunnen het verschil maken. Met dit project worden verschillende businessmodellen van agroforestry in kaart gebracht door onderzoekers en getest door agrariërs.

Koeien grazen onder walnotenbomen, het wemelt van de insecten bij de houtwallen en vogels pikken aan de bessen in de kilometerslange hagen rondom het landbouwperceel. Zo kan agroforestry op een agrarisch bedrijf eruit zien. Agroforestry is de verzamelnaam van landbouwsystemen waarbij bomen en struiken aan bestaande landbouwsystemen worden toegevoegd. Het levert niet alleen gewassen zoals noten en vruchten op, maar vergroot ook de biodiversiteit en het dierenwelzijn, neemt koolstof op, is beter bestand tegen weersextremen en zorgt voor verkoeling, frisse lucht en een vitale bodem. Houtige gewassen als bomen en struiken kunnen veel waarde opleveren voor een agrarisch bedrijf én pakken maatschappelijke opgaven aan. Maar hoe weet een boer of agroforestry rendabel is? En krijg je betaald voor de ecosysteemdiensten die je levert? Het primaire doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van verschillende verdienmodellen voor agroforestry in Nederland.

Verdienmodel voor agroforestry

‘De grootste belemmering voor het starten met agroforestry, naast wet- en regelgeving, is het verdienmodel’, zegt Evert Prins, coördinator vanuit het Louis Bolk Instituut. ‘Er zijn wel potentiële verdienmodellen, maar die zijn nog erg onzeker. We willen met dit onderzoek een methodiek opzetten die inzicht geeft in de kosten en baten van een landbouwsysteem met bomen en struiken.’ Voor veel van de Nederlandse teelten, zoals suikerbieten, aardappelen en snijmais, zijn algemeen geaccepteerde kengetallen uitgewerkt over wat de teelt kost en wat het oplevert. Prins legt uit: ‘Je kijkt wat de opbrengst bij verschillende grondsoorten is en wat loonwerk kost. Zo kun je systemen met elkaar vergelijken. Maar bij agroforestry heb je te maken met allerlei andere dimensies, zoals de tijd. Je hebt het niet over één seizoen, maar misschien wel over vijftig jaar waarin zo’n systeem verandert.’ Prins verwacht dat ze met dit vierjarige project in het eerste jaar al een methodiek voor een agroforestry-verdienmodel ontwikkelen die in de jaren erna in de praktijk getest wordt.

Ecosysteemdiensten

Om zo’n businessmodel te kunnen maken, moet je ook de ecosysteemdiensten kunnen kwantificeren die een agroforestry-boer levert, stelt Prins. Een boer die wil verdienen aan de maatschappelijke diensten die agroforestry biedt, moet dat heel goed kunnen onderbouwen. Het planten van bomen en struiken zorgt onder andere voor koolstofopslag, een vitale bodem, luchtzuivering, de opvang van hevige regenval en biodiversiteitsherstel. ‘We weten al dat agroforestry aan verschillende ecosysteemdiensten kan bijdragen’, zegt Prins. ‘Maar onder welke omstandigheden en hoeveel, dat is nog niet helemaal duidelijk. De koolstofvastlegging van een walnotenboom op klei is anders dan op zandgrond. We willen dat voor een aantal kansrijke systemen beter in kaart brengen.’

Tien voorbeelden

De onderzoeker geeft aan dat er wel duizenden vormen van agroforestry te bedenken zijn: ‘Want je hebt te maken met verschillende bodemsoorten en verschillende agrarische sectoren zoals melkveehouderij of akkerbouw. Daarnaast heb je allerlei verschillende bomen die je daar kunt integreren en verschillende dichtheden van beplanting. We gaan daarom een lijst van tien systemen publiceren die de meeste potentie hebben om grootschalig toe te passen in Nederland. Denk dan aan notenbomen op een melkveebedrijf op zandgrond of fruitteelt in rijen in de akkerbouw op kleigrond. Van die tien, gaan we er vier in detail uitwerken.’ Het doel hiervan is om de keuze voor agroforestry makkelijker te maken voor de agrariërs die nu nog regulier werken. ‘Ze weten beter wat het gaat opleveren en hoe ze het moeten inrichten.’

Agroforestry-ontwerp is maatwerk

Toch blijft het daadwerkelijk opzetten van een agroforestry-onderneming maatwerk, benadrukt Prins. ‘We willen bij de ontwikkeling van elk agroforestry-systeem maximaal aansluiten bij de ambitie van de ondernemer en de plaatselijke kansen en belemmeringen.’ Daardoor ontstaan veel verschillende systemen. Ook het verdienmodel ziet er bij iedere boer anders uit. ‘Dat is ook het mooie van agroforestry: de diversiteit ervan. Daar gaat nu betrekkelijk veel tijd en energie in zitten, maar daar plukken we straks generaties lang de vruchten van.’

Vervolgonderzoek

Prins is blij met de bijdrage van het Droomfonds van de Triodos Foundation voor dit onderzoek: ‘Zonder een dergelijke bijdrage zou het project flink moet inkorten op de projectactiviteiten. In 2022 hebben we de eerste acht ondernemers geholpen met de inpassing van agroforestry op hun bedrijf. Daar heeft de Triodos Foundation direct aan bijgedragen.’ Uit het project moeten van de lijst met tien agroforestry-systemen uiteindelijk vier concrete voorbeelden komen die in detail uitgewerkt zijn. Prins zou in een vervolgonderzoek graag de overige zes ook uitwerken. Op het gebied van ecosysteemdiensten is ook nog veel onderzoek nodig na dit project.

Hardcore landbouw, maar duurzamer

‘Vijf jaar geleden wist bijna niemand wat agroforestry was, maar het wordt steeds bekender, bij boeren en beleidsmakers. Ik moet wel blijven benadrukken dat het geen natuurontwikkeling is wat we doen. We hebben het gewoon nog over hardcore landbouw, maar dan net even duurzamer. Hiermee willen we huidige boeren een perspectief bieden.’

Over het onderzoek

Dit vierjarige project is in april 2022 gestart door het Louis Bolk Instituut en Wageningen Plant Research Open Teelten, in samenwerking met Rombouts Agro-ecologie, MVO Nederland, verschillende partijen uit het bedrijfsleven en stichtingen. Deze publiek private samenwerking is gefinancierd door de Topsector Agri & Food, diverse provincies, bijdragen uit het bedrijfsleven en diverse stichtingen, waaronder het Droomfonds van de Triodos Foundation.