In vergelijking met vorig jaar rapporteren organisaties in de Nederlandse publieke sector meer langs de lijn van de ESG-thema’s (environmental, social en governance). Tegelijkertijd blijft de publieke sector achterlopen op private ondernemingen. Volgens PwC-expert Marcus Looijenga is er ruimte ‘om de toon te zetten’. Dat blijkt uit een nieuw PwC-onderzoek naar de verslaglegging van duurzaamheid in de publieke sector. Daarin hebben we naar de jaarverslagen over 2022 van vijftig organisaties gekeken en de resultaten vergeleken met het onderzoek naar de jaarverslagen over 2021. Het volledige onderzoek kunt u onderaan deze pagina downloaden.
In veel verslagen lichten de organisaties acties op het gebied van milieu toe, terwijl sociale aspecten ten opzichte van vorig jaar meer aandacht krijgen. Governance blijft echter onverminderd achter. Veel organisaties linken de duurzaamheidsdoelstellingen aan de sustainable development goals van de Verenigde Naties.
Duurzaamheid hoog op strategische agenda
Duurzaamheid staat bij veel organisaties binnen de Nederlandse publieke sector hoog op de strategische agenda. Toch is het de vraag of de voortgang en prestaties op het gebied van duurzaamheid ook transparant worden weergegeven in een geïntegreerde duurzaamheidsverslaggeving. Een directe verplichting, zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) voor private ondernemingen, ontbreekt namelijk voor publieke organisaties.
Net als vorig jaar blijkt dat gemeenten op alle drie de ESG-thema’s rapporteren. In de onderwijssector is er een flinke toename in het aantal organisaties dat rapporteert op het gebied van de ‘S’: van ongeveer 25 naar vijftig procent. De scores voor woningcorporaties en overheden en uitvoeringsorganisaties zijn vrijwel gelijk aan die van vorig jaar. De ministeries en overige overheden geven vooral toelichtingen op milieuacties, zoals de ambitie om CO2-neutraal te worden.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft over 2022 weer een duurzaamheidsverslag opgemaakt en is hiermee koploper in de subsectoroverheden. De corporaties nemen in de jaarverslagen wel onderwerpen op die relateren aan ‘environmental’ en ‘social’, waaronder verduurzaming, duurzaam bouwen en betaalbare woningen. De link met een duurzame strategie (governance) ontbreekt hier.
Meer impact door ook een outside-inlens toe te passen
Voor alle onderzochte jaarverslagen geldt dat deze opgemaakt zijn vanuit een eenzijdige materialiteit: de impact van de organisatie op de buitenwereld (inside-out). ‘De informatiewaarde en maatschappelijke relevantie van het jaarverslag kan toenemen als de organisatie eerst bepaalt welke duurzaamheidsonderwerpen voor haar het meest relevant zijn’, aldus Marcus Looijenga. De CSRD biedt volgens hem de publieke sector de kans om leidend te zijn in het verhogen van relevantie van de jaarverslagen.
‘De maatschappelijke vraag naar transparantie en verantwoording over de duurzaamheidsaanpak neemt sterk toe richting het bedrijfsleven én de overheid. Het kader van de CSRD kan de publieke sector helpen om te zorgen voor een waardevolle aanwending van middelen en hier op transparante wijze verantwoording over af te leggen aan alle belanghebbenden. Wij moedigen organisaties sterk aan om een dialoog met belanghebbenden te voeren en een dubbele materialiteitsanalyse uit te voeren in overeenstemming met de CSRD.’
‘Een voorbeeld hiervan is dat sommige universiteiten samenwerkingsverbanden hebben met vervuilende industrieën, waar ze door studenten op worden aangesproken. Duidelijk weten welke informatiebehoefte belanghebbenden hebben, samen met het vertellen van het volledige verhaal in het bestuursverslag maakt het evenwichtig schetsen van een inside-out- én een outside-inbeeld mogelijk. Hiermee kan de publieke sector het maatschappelijk vertrouwen vergroten’, zegt Max ten Cate, bij PwC werkzaam binnen de Public Sector-groep.
Samen werken aan (sub)sectorspecifieke doelstellingen
Door de toon te zetten in duurzaamheidsverslaggeving kan de publieke sector invulling geven aan zijn maatschappelijke plicht voor transparantie én sturen op duurzame en sociale doelstellingen. Ten Cate: ‘We zien een toename van duurzame strategieën en ambities bij organisaties in de publieke sector. Hoewel de mate van concreetheid nog sterk afhangt van de subsector. Gezien de impact van de publieke sector is het formuleren van sectordoelen en hierover transparant te zijn een belangrijk actiepunt’.
Hoewel er nu geen verplichting bestaat voor de publieke sector ten aanzien van de CSRD, lijken de sectorspecifieke standaarden te impliceren dat een verplichting wel gaat komen. ‘Wij moedigen de verschillende subsectoren daarom sterk aan op tijd zelf overleggen te initiëren met belanghebbenden binnen én buiten de sector om te komen tot subsectorspecifieke indicatoren. Hiermee wordt voorkomen dat zaken dubbel worden uitgewerkt. Zeker nu de CSRD bijna) definitief is en het raamwerk breed in de Europese Unie zal worden toegepast, is het goed om hierbij aan te sluiten. De ontwikkeling dat er in de toekomst conceptstandaarden komen voor vastgoed, onderwijs en gezondheidszorg onderstreept dit verder.’