Op 15 december houdt Impact Economy Foundation (IEF) de Nationale Conferentie Brede Welvaart. Ter voorbereiding spreekt IEF een aantal koplopers in de transitie naar de Impact Economie, waaronder Solange Rouschop, Chief Sustainability Officer bij ABN AMRO. Solange: “Onze economie is ingericht op het meten en sturen op financiële waarden. Door middel van impact reporting creëren we bewustwording dat er meer is dan financiële waarden en krijgen we inzicht in de impact van bedrijfsvoering”.
Met de maatschappelijke jaarrekening is ABN AMRO één van de voorlopers op het gebied van impact reporting, wat is jullie ervaring met impact reporting tot nu toe?
“We hebben mooie stappen gemaakt in het meetbaar maken van impact en het op gang brengen van de dialoog. Dat is een belangrijke eerste stap. Door transparant te krijgen wat de verschillende waarden zijn, kunnen we dezelfde taal spreken. We zijn echter nog volop in ontwikkeling, ik zie het daarom als een journey.”
Hoe zetten jullie de stap naar het stuurbaar maken van impact informatie?
“Impact wordt op dit moment nog gemeten op sectorniveau, niet op klantniveau. Daardoor is het niet makkelijk om te sturen op impact. We hebben data op klantniveau nodig om te meten wat de impact van onze financiering is op de reële economie en voor specifieke klanten. Door pilots te draaien met Impact Institute onderzoeken we hoe we deze data inzichtelijk kunnen krijgen.”
“Een voorbeeld daarvan is CO2-data. Het voordeel van CO2 is dat het goed meetbaar is. Sociale waarde is minder eenduidig meetbaar. Wanneer je CO2-data voor de hele portefeuille kan inregelen, kan je hier daadwerkelijk op meesturen in je kredietverlening. Dit is een significante onderneming voor een bank.”
Wat is jullie ambitie wat betreft het sturen op impact?
“In ons klimaatplan hebben we als doel gesteld dat onze hele portefeuille in 2050 net zero is. Het intermediaire doel ligt daarbij op 2030, waarvoor we tussentijdse doelen hebben opgesteld voor onze vijf grootste categorieën leningen, betreffende olie en gas, energieopwekking, scheepvaart, commercieel vastgoed en hypotheken. In de volgende fase van het klimaatplan gaan we doelen stellen voor alle sectoren. Hiermee sluiten we aan bij de richtlijnen van de Net Zero Banking Alliance. De data van deze sectoren en van onze eigen directe footprint zijn daarin gedefinieerd en laten zien hoe we met onze portefeuille naar reductie toewerken. Bij het aannemen van nieuwe klanten en bij herfinancieringen wordt ons klimaatplan erbij gepakt als beslissingscriterium. We kijken onder andere naar maatregelen voor het verminderen van energieverbruik, overgaan naar schonere energie en investeren in nieuwe technologieën om schadelijke effecten van fossiele brandstoffen te verminderen. Dat moet ook wel, want we zijn gecommitteerd en worden verantwoordelijk gehouden voor de reductie die we in dit plan hebben gepubliceerd.”
Hoe balanceer je die sociale, menselijke, natuurlijke en financiële waarden in besluitvorming?
“Wij zijn uitstekend in staat om financiële waarden te meten. Daar is ons hele systeem op ingericht, niet alleen wij als bank, maar de hele economie. Nu proberen we met elkaar door een transitie te gaan waarbij op brede waarden wordt gestuurd. Dat betekent dat in besluitvorming ook rekening gehouden moet worden met natuurlijke en sociale waarden. Om dit goed in te richten moeten we de niet-financiële waarden op hetzelfde niveau van ontwikkeling en meetbaarheid krijgen.”
Hoe proberen jullie die natuurlijke en sociale waarden toch zo goed mogelijk meetbaar te maken en hierin te ontwikkelen?
“Hier werken we op verschillende manieren aan. Via ons klimaatprogramma, door het stellen van niet-financiële KPI’s op onder andere de natuur en sociale welzijn en door in bedrijfsvoering in het begin van de cyclus helder te krijgen wat de impact is. Bijvoorbeeld door materialiteitsanalyses en stresstesten op het klimaat en op de natuur. Daarnaast hebben we een Future Generations Board in het leven geroepen die een tool ontwikkeld heeft om in de strategische besluitvorming na te denken over de impact van een besluit op de volgende generatie.”
Welke invloed heeft het Future Generations Board als het gaat om besluitvorming?
“De Future Generations Board is onderdeel van de besluitvorming doordat zij aan tafel zitten bij de Group Sustainability Committee. Dat is een door de Raad van Bestuur gedelegeerd comité dat toeziet op de transitie van ABN AMRO en haar klanten naar lange termijn waarde creatie.”
Hoe bewerkstellig je bewustwording bij zowel medewerkers als klanten?
“We zijn geen productiebedrijf, de impact die wij maken loopt via onze klanten. Het is daarom belangrijk dat we werken vanuit onze purpose en het liefst willen we natuurlijk dat elke medewerker intrinsiek gemotiveerd is voor deze transitie. Het gaat echter ook om een stukje verantwoordelijkheid. Ik vind dat iedereen die een positie bekleedt met verantwoordelijkheid, deze ook moet nemen om te acteren en het gesprek aan te gaan met onze klanten.”
Hoe zorg je dat aandeelhouders enthousiast worden over brede welvaart?
“Dat is zoeken naar aandeelhouders die hetzelfde denken, die ook gericht zijn op waardecreatie voor de lange termijn. Je kan begrip en enthousiasme kweken wanneer je financiële waarde kan creëren door bijvoorbeeld het financieren van hernieuwbare energie. De realiteit is natuurlijk wel dat niet alles is om te zetten naar een positief verdienmodel.”
Hoe ervaren jullie als organisatie de verantwoordelijkheid om transparant te zijn?
“Transparant zijn zit onder andere in het zichtbaar maken van de realiteit. Denk daarbij aan casussen waarbij je invulling wilt geven aan je purpose, maar waar je financieel gewoon niet rondkomt. Dat creëert weerbarstige keuzes.”
Hoe creëer je een cultuur waar mensen durven? Welk leiderschap is hiervoor nodig?
“Dan komen we weer terug bij transparantie. Door het gesprek te voeren met elkaar en elkaar aan te spreken op de impact die we maken, positief en negatief. Ook is het belangrijk om de expertise ‘impact meten’ verder te ontwikkelen en volwassener te maken. Het helpt wanneer de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen pro-actief dezelfde boodschap verkondigen. Bij ABN AMRO werken we daar naartoe met verschillende leiderschapsprogramma’s en spreken we elkaar aan op die verantwoordelijkheid.”
Jullie kijken ook om je heen, bijvoorbeeld met de ‘Banking for Impact Coalition’ (BFI). Kan je iets vertellen over deze samenwerking?
“We hebben vanuit ABN AMRO heel veel verschillende soorten samenwerkingen. In de projectfinanciering werken we altijd met andere banken om risico’s geaccepteerd te krijgen. Ook werken we met andere banken om impact-investeren onder de aandacht te brengen. Het BFI richt zich specifiek op het vergroten van de meetbaarheid, om daarmee directer invloed te krijgen op individueel niveau. Zo kom je tot een systeemverandering waar iedereen bij gebaat is, vooral ook de klant.”
Wat is er in jouw optiek nodig om de transitie te versnellen?
“Allereerst is dat urgentie. Ik merk vaak dat iedereen het onderwerp belangrijk vindt, maar dat de urgentie ondergesneeuwd wordt door korte termijn acties. Mensen moeten deze transitie ook écht als urgent ervaren. Daarnaast moeten financiële markten een manier vinden om andere – niet-financiële – waarden in prijzen uit te drukken en zo meetbaar te maken. Door dit te monetariseren kunnen we de verschillende waarden tot uitdrukking laten komen in de bedrijfswaarden. Hoe pijnlijker de effecten van bijvoorbeeld klimaatverandering, natuurverarming en armoede worden, hoe groter de urgentie.”
Dit interview is eerder gepubliceerd op deze website