Ecoras maakte voor DMC Bio een LCA voor een toekomstige demofabriek die een biomonomeer gaat produceren voor een veel toegepaste kunststof. In eerste instantie was een Nederlandse subsidieaanvraag aanleiding voor DMC Bio om contact op te nemen met Ecoras. DMC Bio had namelijk voor de aanvraag een onafhankelijke carbon footprint nodig. Gaandeweg bleek dat de LCA hun veel meer te bieden had dan alleen de onderbouwing voor een subsidieaanvraag. Marcel Lubben van DMC Bio vertelt waarom zij een LCA meer als instrument zien dan als keurmerk.
“Toen wij de eerste resultaten van de LCA zagen, viel het ons op dat ons biomonomeer proces in eerste instantie ongunstiger uit de bus kwam dan de petrochemische variant. De verklaring bleek te zitten in het feit dat we voor de eerste versie geen optimalisatie van proces en energiestromen hadden meegenomen. En dit is een cruciaal punt. De petrochemie heeft al 50 jaar ervaring. Dat betekent dat het vergelijken van een volledig geoptimaliseerde fossiele route met de biobased route mank gaat. Eigenlijk vergelijk je een ervaren volwassene (chemie) met een puber (biobased) die net komt kijken en nog moet ontdekken wat de beste manier is. Eigenlijk moet je de data van de puber projecteren naar de toekomst om het eerlijk te kunnen vergelijken.”
We waren daarom heel blij met de kennis en kunde van Ecoras. Naast de LCA was Ecoras een waardevolle gesprekspartner om vast te stellen waar verdere verduurzaming in het proces mogelijk is. We weten nu aan welke knoppen we moeten draaien om een groener alternatief te worden dan de petrochemishe monomeer. Dit kunnen we nu al meenemen in de engineering van onze demofabriek.
Een LCA zien wij daarom meer als instrument, om vast te stellen aan welke knoppen we moeten draaien om het goed te krijgen. Het is geen keurmerk waarin staat of het goed is of slecht. We weten nu welke technologische verbeteringen we moeten doorvoeren om ons biomonomeer superieur te maken qua carbon footprint.