Op 13 november jl. is de de white paper ‘Reparatie in de circulaire economie – Europese wetgeving, productontwerp en verdienmodellen’ gepubliceerd. Dit is een gezamenlijke uitgave van het Leiden-Delft-Erasmus Centre for Sustainability en de faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft.
Naast inzichten van wetenschappers uit verschillende vakgebieden bevat de uitgave ook interviews met ondernemers en managers en bijdragen van de Consumentenbond en Techniek Nederland. De lancering vond plaats op de Meet-Up ‘Van wegwerpconomie naar reparatiesamenleving’ in Delft.
De aanleiding voor de paper is een pakket van richtlijnen rondom reparatie van consumentenproducten waar de Europese Commissie momenteel aan werkt, waaronder Right to Repair.
Vijftig jaar geleden was het gebruikelijk om voorwerpen te repareren. Stofzuigers, telefoons en wasmachines gingen lang mee en vertegenwoordigden een hoge waarde. Met de toegenomen welvaart is de gewoonte om te repararen verdwenen, bij consument en producent. Wat niet meer voldoet wordt sneller afgedankt en vervangen.
Een groeiende groep vraagt zich af hoe dit anders kan. Hoe ziet een wereld eruit waarin we consumentenproducten repareren in plaats van afdanken? Welke mechanismen houden de cultuur van weggooien in stand? Wat kunnen we doen om reparatie weer aantrekkelijk te maken? Gaan de nieuwe Europese richtlijnen Right to Repair en Ecodesign het verschil maken?
In de white paper ‘Reparatie in de Circulaire economie: Europese wetgeving, productontwerp en verdienmodellen’ worden al deze vragen en de kansen en uitdagingen van reparatie toegelicht vanuit verschillende invalshoeken. Conclusie: ‘Een betere repareerbaarheid vereist een integrale ontwerpaanpak die zowel het product, wetgeving, nieuwe bedrijfsmodellen als opvoeding van consumenten omvat.’