IMVO is volgens de commissie een cruciaal element in het globaliseringsproces, aldus Wiebe Draijer. De OESO-richtlijnen hierover zijn verankerd bij Nederlandse werkgevers en werkgevers, overheid en maatschappelijk instanties. De rapportages van de commissie laten een positieve ontwikkeling zien in de richting van meer duurzaamheid in het bedrijfsleven, maar het kan beter. Het werkprogramma van de Commissie IMVO is vooral gericht op het verder brengen van de implementatie van due diligence (risicoanalyse) als belangrijk nieuw element van de OESO-richtlijnen.
Minister Ploumen ziet IMVO vooral als een manier om de samenhang tussen hulp en handel te bevorderen. Zij is blij dat ze hierbij kan aansluiten bij de visie en het werkplan van de Commissie IMVO. De bevordering van de handel heeft volop haar aandacht in deze periode van crisis, en in haar visie verleent IMVO het Nederlandse bedrijfsleven juist een concurrentievoordeel. Daarbij blijft hulp nodig, vooral als bijdrage aan zwakke schakels binnen landen. Ze gaf aan dat het ministerie van plan is om een analyse-instrument te ontwikkelen om risico’s beter in kaart te brengen.
De vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers in de commissie gaven aan dat zij ingenomen zijn met het samenbrengen van de beleidsvelden handel, ontwikkelingssamenwerking en IMVO binnen één ministerie en voornemens zijn het werk van de minister middels deze commissie te ondersteunen. De commissie bracht enkele onderwerpen naar voren die in het beleid goed aandacht moeten krijgen, zoals de koppeling tussen handels- en investeringsverdragen enerzijds, en fundamentele arbeidsrechten anderzijds. Verder hoopt de commissie dat het bedrijfsleven het vertrouwen krijgt om zijn duurzame aanpak te realiseren, en het toezicht hierop proportioneel blijft.