Om de klimaatdoelen van Nederland – in 2030 minimaal 55% minder uitstoot van broeikasgassen – te realiseren, ontkomt ook de retailsector er niet aan de CO2-uitstoot te verminderen. Uit een inventarisatie onder de 40 grootste Nederlandse winkelformules blijkt dat slechts een derde van de winkelketens concrete klimaatdoelen heeft gepubliceerd. Vooral formules van beursgenoteerde bedrijven nemen het voortouw, ook gedreven door wet- en regelgeving. Om de CO2-uitstoot te reduceren voeren retailers vooral energiebesparende maatregelen door bij de eigen activiteiten. De CO2-uitstoot veroorzaakt door hun vele leveranciers hebben de meeste retailers nog niet in kaart gebracht, terwijl daar de meeste uitstoot zit. Uiteindelijk moet de retail toe naar een economische groei, waarbij duurzaamheid en commercie beter met elkaar in balans zijn. Dit blijkt uit een vandaag gepubliceerd artikel van ING Research.
Nog weinig winkelketens hebben concrete klimaatdoelen gepubliceerd
Evenals andere sectoren staat de retail voor de uitdaging om de uitstoot van broeikasgassen de komende jaren fors te verminderen om zodoende de door Nederland gestelde klimaatdoelen te behalen. Uit een inventarisatie van ING Research onder de 40 grootste Nederlandse winkelformules (met ten minste 100 vestigingen in Nederland) blijkt dat een meerderheid nog geen concrete klimaatdoelen heeft gepubliceerd. Mogelijk zijn een aantal van deze bedrijven wel al bezig met het formuleren van klimaatdoelen, maar zitten ze nog in de beginfase en willen ze dat, om uiteenlopende redenen, vooralsnog niet publiekelijk delen.
Directe CO2-uitstoot in retail relatief laag
Binnen de keten worden drie stromen onderscheiden die broeikasuitstoot genereren. Scope 1 en 2 betreffen de uitstoot van de eigen activiteiten, zoals het gasverbruik en de inkoop van elektriciteit voor de winkels en het hoofdkantoor. Scope 3 betreft de uitstoot door derden in de keten, zoals de productie van de ingekochte goederen, het transport en het gebruik van producten door consumenten. De retailbedrijven zelf hebben een relatief lage CO2-uitstoot. De scope 1 & 2-emissies van de 40 onderzochte winkelketens vertegenwoordigen gemiddeld zo’n 2% tot 10% van de totale emissies, afhankelijk van het segment waarin een retailer actief is. Circa 90% tot 98% van de CO2-uitstoot zit in de keten, zowel bij producenten en andere leveranciers als bij de consument.
Net-zero meest uitdagende doelstelling
Van de 40 grootste winkelketens hebben 14 bedrijven klimaatdoelen gepubliceerd. Daarvan heeft de helft een net-zero doelstelling. Dit houdt in dat zij ernaar streven de broeikasemissies in de hele keten (scope 1, 2 en 3), in dit geval in de periode tussen 2030 en 2050, maximaal te reduceren (90% tot 95%). Het restant, de onvermijdelijke CO2-emissies, wordt opgevangen en vervolgens opgeslagen om te voorkomen dat het in de atmosfeer terecht komt. Het bereiken van net-zero is voor alle bedrijven zeer uitdagend en het meest verregaand omdat het alle emissies betreft uit de hele keten. Slechts 17% van de 40 grote winkelketens durft dus een net-zero commitment uit te spreken.
Ruime halvering van de CO2-uitstoot in 2030
Gemiddeld streven de bedrijven met concrete klimaatdoelen naar een ruime halvering (55%) van de CO2-uitstoot in scope 1 & 2 in 2030. Daarbij zijn er wel grote verschillen in de gestelde doelen, deze variëren van een reductie van 20% tot 78% van de CO2-uitstoot. Hoewel de grootste CO2-reductie elders in de keten valt te realiseren (scope 3), hebben slechts zeven van de 40 geanalyseerde Nederlandse winkelketens concrete openbare klimaatdoelen opgesteld voor scope 3. Voor veel bedrijven is het ingewikkeld om scope 3 in kaart te brengen.
Regelgeving belangrijke drijver voor duurzaamheidsstrategie
Uit de inventarisatie blijkt dat de winkelformules met concrete klimaatdoelen veelal onderdeel zijn van beursgenoteerde bedrijven. Dit zijn ook de eerste bedrijven die vanaf 2025 volgens een nieuwe Europese richtlijn moeten gaan rapporteren over de impact van de bedrijfsactiviteiten op mens en klimaat. Echter, een jaar later zijn ook andere grote niet-beursgenoteerde winkelformules aan de beurt om te rapporteren. Van deze winkelketens heeft nog lang niet iedereen concrete klimaatdoelen gepubliceerd. De verwachting is dan ook dat zij dit, mede gedreven door wet- en regelgeving, binnen nu en twee jaar doen.
Vooral energiebesparende maatregelen populair
Om de CO2-uitstoot te verminderen voert het gros van de winkelbedrijven allereerst vooral energiebesparende maatregelen door in de eigen panden (scope 1 en 2), zoals het hoofdkantoor, de winkels en distributiecentra. De meest genomen maatregelen zijn onder meer investeringen in ledverlichting, warmtepompen, groene energie en zonnepanelen. De meeste impact van CO2-reductie kan echter in de keten (scope 3) worden gemaakt. Dit kan onder meer door over te stappen op een duurzamer assortiment, meer herbruikbare of recyclebare verpakkingen te gebruiken, voor duurzamer transport te kiezen en door de consument te verleiden duurzamere keuzes te maken.
Toe naar een duurzamere economische groei
“Het is duidelijk dat er in de retail werk aan de winkel is op het gebied van de klimaattransitie”, stelt Dirk Mulder, Sector Banker Retail & Trade bij ING. “Tot nu toe is de meeste vooruitgang geboekt met het doorvoeren van laagdrempelige energiebesparende maatregelen. Maar uiteindelijk moeten winkelketens toe naar een groei, waarbij er meer rekening wordt gehouden met het klimaat dan nu veelal het geval is. Hoewel de focus bij de meeste bedrijven, mede door regelgeving, nu vooral ligt op reductie van de CO2-uitstoot, zijn voor een duurzamere economische groei ook andere factoren op het gebied van duurzaamheid van belang. Zaken als een eerlijke keten, biodiversiteit, watergebruik, gezondheid en een veilige werkomgeving moeten uiteindelijk door bedrijven ook meegenomen worden in de afwegingen van het duurzaamheidsbeleid.”