Werken aan duurzaamheid is een proces van vallen, opstaan maar bovenal samenwerken. Elk initiatief is er een, maar om echt impact te maken moet je samen optrekken. Zelfs, misschien wel juist, met concurrenten. Dit is dan ook de reden dat buitenwinkel Bever 100 experts uit het bedrijfsleven en de politiek, retailers, ontwerpers, afvalverwerkers en gedragspsychologen heeft uitgenodigd om op 16 november elkaar te inspireren en over te gaan tot actie om de afvalberg daadwerkelijk te verkleinen. In aanloop naar het Samen tegen de afvalberg-event sprak Online Kenniscentrum Duurzaam Ondernemen met een aantal van de sprekers. Wat is hun duurzame bijdrage? Wat drijft hen? Wat zijn de belangrijkste obstakels die ze hebben overwonnen, en welke concrete stappen of maatregelen zouden volgens hen snel en efficiënt kunnen worden geïmplementeerd? In dit artikel deelt Roeland Vervloet, sustainability-expert bij Decathlon, zijn kennis en ervaring.
Wat bijzonder dat Decathlon in ‘het huis’ van Bever meer gaat vertellen over jullie duurzaamheidsstrategie.
Ik snap dat je dit zegt. Maar net als Bever geloven wij er als Decathlon in dat om vooruitgang te boeken het belangrijk is om de krachten te bundelen. Ik ben ervan overtuigd dat veel uitdagingen waar wij tegenaan lopen identiek zijn aan die van Bever.
Over welke uitdagingen heb je het dan?
Net als Bever hebben ook wij voor veel producten die aan het einde van hun levensduur zijn nog geen concrete oplossing. Het is kostbaar om te experimenteren en om de kennis te vergaren die nodig is om schaalbare oplossingen neer te gaan zetten. Heel concreet zijn we als Decathlon op zoek naar partijen die iets kunnen met bepaalde afvalstromen – dat kunnen fietsbanden zijn of oude tenten – en deze om kunnen vormen naar een hoogwaardige grondstof voor de productie van nieuwe producten. Op dit moment kunnen we dit nog niet goed genoeg met veel producten. Samenwerking met andere retailers kan helpen de bulk te creëren die het interessant maakt voor andere partijen om te gaan experimenteren met schaalbare processen.
Met welke partijen werken jullie nu samen?
Wij werken met meerdere partijen samen. Zo hebben we bijvoorbeeld een samenwerking met het ‘United Repair Center’ dat kleding repareert. Ook werken we samen met een wasserette die vervuilde kleding voor ons wast en zo een nieuw leven voor die producten mogelijk maakt. En zo zijn er nog veel meer partners, het zijn er te veel om allemaal op te noemen.
Wat drijft jou persoonlijk om deze samenwerkingen aan te gaan?
Ik ben een natuurliefhebber, of het nu klimmen in de bergen is, kitesurfen op zee of het verbouwen van tomaten in mijn moestuin, ik ben me ervan bewust dat we niet alleen afhankelijk zijn van de natuur, maar ook zelf de natuur zijn. En onze huidige samenleving staat op gespannen voet met de natuur. Mijn motivatie is de wens om het huidige onhoudbare systeem om te vormen naar iets dat oneindig door kan gaan. We weten nog niet precies hoe, en dat maakt de uitdaging zowel praktisch, analytisch en conceptueel uitdagend.
Wat zijn de belangrijkste uitdagingen en obstakels die jullie zijn tegengekomen?
Een van de grote obstakels is de loonkloof tussen oost (vaak productielanden) en west, waar wij ons bevinden. Hierdoor zijn nieuwe producten vaak goedkoper dan reparatie, recycling, en ga zo nog maar even door. Als Decathlon kunnen we dit probleem niet per direct oplossen, maar we kunnen wel een beleid voeren waardoor bepaalde businessmodellen versneld gerealiseerd kunnen worden
Aan wat voor businessmodellen moeten we dan denken?
Wij noemen dit onze ‘circulaire businessmodellen’. Deze modellen zijn een eerste stap naar een circulaire economie en focussen in eerste instantie op het verlengen van de levensduur van producten en het efficiënter inzetten van producten. Reparatie bijvoorbeeld, maar ook buyback, een project waarbij wij oude sportspullen terugkopen en er een nieuwe eigenaar voor zoeken.
Welke innovatieve strategieën of technologieën zie je als veelbelovend om overproductie te verminderen en consumenten te inspireren om beter voor hun producten te zorgen?
De ‘right to repair’-insteek is een belangrijke stap om de industrie te bewegen producten te ontwerpen die makkelijker en beter te repareren zijn. Door dit te ontwikkelen kunnen we met in totaal veel minder nieuwe producten eenzelfde welvaartsniveau krijgen. Innovatie moet echt komen van beleidsveranderingen, bijvoorbeeld een verschuiving van belasting op arbeid naar een belasting op grondstoffen en uitstoot. Zo creëren we het speelveld voor bedrijven om sneller de benodigde technologieën te ontwikkelen.
Wat is jouw langetermijnvisie voor een meer duurzame toekomst, en hoe zie je de samenwerking met anderen daarin?
Het realiseren van een duurzame toekomst kan enkel door middel van een samenspel van veel stakeholders. Een spel waarin nieuwe producten steeds meer worden ontworpen vanuit het oogpunt dat ze gemakkelijk te repareren zijn, hoger op de R-ladder gerecycled kunnen worden of dat ze gemakkelijk op een hoogwaardig niveau naar een nieuwe grondstof kunnen worden getransformeerd. Iedereen is betrokken. Iedereen is verantwoordelijk.
Welke concrete stappen of maatregelen zouden volgens jou snel en efficiënt kunnen worden geïmplementeerd?
Voor ons als Decathlon ligt de focus nu met name op subscription, buyback en reparatie. Dit is geen gemakkelijk proces, maar het is wel de snelste stap om met minder producten meer te kunnen doen. Nu hopen dat de businesscase erachter ook uitkomt.