Drieëntwintig procent van de ondernemers zet zich actief en bewust in met Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO). Veertig procent van de ondernemers is zich bewust van het belang en kan met ondersteuning actief worden. Ongeveer een derde vindt dat zij over IMVO zou moeten nadenken (31%) maar doet dat nog niet, een even groot percentage denkt er zelfs nooit over na. Negen procent denkt wel na over IMVO, maar heeft het nog niet in de praktijk gebracht en zo’n 8% heeft er wel over nagedacht, maar besloten om er niet verder in door te gaan. Een derde van de ondernemers die wel aan IMVO doet heeft geen idee welk aandeel IMVO in hun omzet heeft, de rest schat het op 20%.

Marinus Verweij, voorzitter van de Raad van Bestuur van ICCO, de interkerkelijke organisatie voor ontwikkelingssamenwerking: “Rutte-II kan er niet vanuit gaan dat MKB-ondernemers aan internationaal verantwoord ondernemen willen doen. Ze staan er weliswaar niet onwelwillend tegenover, maar ondernemers verwachten toch ook concrete hulp van de overheid en brancheorganisaties. Met name bij het vergaren van kennis over IMVO en lokale organisaties, bij het aandragen van een goed netwerk en met subsidies of belastingvoordeel. Bij ICCO weten we uit ervaring dat zaken doen in ontwikkelingslanden doorzettingsvermogen, ambitie en durf vergt. Tegelijkertijd zien we ook hele mooie samenwerkingen ontstaan. Projecten die goed zijn voor de mensen in het zuiden, maar die ook de ondernemer winst brengen, zowel in financiële zin als in immateriële zin.”

People, planet & profit

Uit het ICCO onderzoek blijkt dat winst maken niet de belangrijkste prioriteit is van ondernemingen met sociaal maatschappelijke ambities in ontwikkelingslanden. De overtuigingen van het management en het bijdragen aan People (leef- en werkomstandigheden) en Planet (beschikbaarheid van grondstoffen en energiebronnen) zijn veel belangrijker. Ook draagt IMVO bij aan de reputatie bij klanten. Verweij: “Op termijn moeten projecten absoluut winstgevend worden natuurlijk, maar ideologische motieven spelen een belangrijkere rol. Ondernemers verwachten dat de overheid helpt om een level playing field te creëren en om de frictietijd te overbruggen. Zonder geld van de overheid om de langere aanlooptijd om winst te maken door te komen, zullen MKB-ondernemers nauwelijks grote risico’s in het zuiden durven nemen. Daar zal de overheid pro-actief op moeten inspelen door kennis te delen over IMVO en het bemiddelen tussen partnerorganisaties voor bedrijven, als zij van het revolverende fonds voor ontwikkelingssamenwerking een succes wil maken.”

Co-creation

ICCO heeft met “co-creation” een uniek concept op het gebied van ontwikkelingssamenwerking ontwikkeld. Het is een nieuwe vorm om te werken aan de doelstelling van armoedebestrijding. Daarbij gaat het om partnerschappen met ambitieuze Nederlandse ondernemers die projecten in het zuiden willen opzetten. De ondernemer richt zich daarbij op de winstgevendheid en de sociale impact, ICCO draagt bij met kennis van de lokale situaties en armoedebestrijding, met het genereren van financiële middelen bij derden en met eigen geld. ICCO brengt de ondernemers die aan co-creation doen ook bijeen in een ondernemerskring waarbij ze van elkaars ervaringen kunnen leren. De ICCO co-creation aanpak past binnen de visie van het nieuwe kabinet op ontwikkelingssamenwerking.

Vuilverwerking in Brazilië

Een ondernemer die ervaring heeft met het co-creation concept van ICCO is Jan Boone, CEO van vuilverwerkingsbedrijf VAR. Zijn bedrijf bouwt in Belem een verwerkingsfabriek die jaarlijks 50.000 ton acai-pitten verwerkt tot hoogwaardige biomassa. Energieopwekking met biomassa is beter dan met biobrandstoffen, omdat die ten koste gaan van voedselproductie. De vuilnisrapers van Belem rapen de pitten van deze populaire vrucht, die de straten en kanalen vervuilen, en daarmee garanderen zij de aanvoer van afvalstoffen voor de fabriek. Zo kunnen zij hun inkomen en leefomgeving verbeteren en prijsverhogingen op de wereldmarkt voor voedsel helpen tegengaan. ICCO helpt de vuilnisrapers om zich te organiseren in producentenorganisaties en met de opzet van het inzamelingsnetwerk.

Jan Boone: “Ik wil de wereld laten zien dat er vele mogelijkheden zijn om afval slimmer te gebruiken en dat dit bovendien werkgelegenheid schept. Co-creation met ICCO toont aan dat zakendoen en armoedebestrijding prima kunnen samengaan. Wanneer ondernemers in de beginfase van de projecten hulp krijgen, dan kunnen zij veel meer voor de omgeving betekenen. Een start-up in den vreemde is nu eenmaal lastiger als je ook iets extra’s in die samenlevingen wilt betekenen, maar uiteindelijk krijg je er wel veel meer voor terug.”