Uit internationaal onderzoek van KPMG onder de 250 grootste bedrijven ter wereld blijkt dat minder dan de helft van de bedrijven in haar duurzaamheidverslaggeving aangeeft welke strategie zij hebben geformuleerd om het aanstaande watertekort het hoofd te bieden. Slechts 10% van de grootste bedrijven ter wereld geeft aan dat zij hun bedrijfsvoering aanpassen aan de beschikbaarheid van water of dat zij de invloed van de waterschaarste op de onderneming of de aandeelhouders proberen te verminderen.
Uit het onderzoek van KPMG naar de wijze waarop de bedrijven verantwoording afleggen over het waterverbruik blijkt dat ruim 75% van de bedrijven in het duurzaamheidverslag op de een of andere manier aandacht besteedt aan het gebruik van water. Bedrijven in landen waar de waterschaarste nu al een aanzienlijk probleem vormt, besteden in hun verslag meer aandacht aan het verschijnsel dan bedrijven in landen waar de schaarste nog niet speelt.
Zo besteden met name bedrijven in India, Israël, Spanje, Taiwan, Griekenland en Portugal, in hun verantwoording aandacht aan de schaarste. Bedrijven in Canada, Denemarken en Finland zien waterschaarste in veel mindere mate als een uitdaging. Minder dan de helft van de onderzochte bedrijven geeft in het verslag aan welke maatregelen zij nemen om het gebruik van water te reduceren.
Uit het onderzoek van KPMG blijkt voorts dat niet meer dan één op drie bedrijven in de verslaggeving informatie geeft over de ‘water footprint’, de hoeveelheid water die nodig is voor de producten, gemeten over de hele productieketen. In een aantal sectoren is het rapporteren over de totale ‘water footprint’ gebruikelijker dan in andere sectoren. Vooral bedrijven die actief zijn in de mijnbouw en de farmaceutische industrie geven inzicht in de totale hoeveelheid water die nodig is voor de productie. Ondernemingen in voedingsmiddelensector, in de olie- en gasverwerkende industrie en nutsbedrijven geven veel minder inzicht in het totale waterverbruik in de keten.
“Gegeven het feit dat met name bedrijven die actief zijn met de productie van voedingsmiddelen en drank de gevolgen van waterschaarste zullen merken, zullen vooral deze bedrijven de druk zien toenemen om het watergebruik van de totale keten te verbeteren”, zegt Wim Bartels, partner bij KPMG Advisory. Bartels: “Dat geldt ook voor bedrijven in de olie- en gasindustrie. Ook zij zullen als gevolg van de waterintensieve olie- en gaswinningtechnieken de druk zien toenemen om minder water in het proces te gebruiken.”
Bedrijven die nog niet beschikken over een langetermijnstrategie die aangeeft hoe zij met de waterschaarste omgaan, moeten zich volgens Bartels zorgen maken over hun continuïteit. Bartels: “Deze bedrijven stellen zich bloot aan een ernstige verstoring van de bedrijfsvoering. Investeerders bijvoorbeeld worden zich ook steeds beter bewust van gevolgen van de risico’s en de mogelijkheden van waterschaarste voor hun portefeuille. Dat betekent dat zij in toenemende mate op zoek gaan naar bedrijven die aantonen dat zij op de lange termijn oplossingen zoeken voor het tekort. In het licht van de opkomende geïntegreerde verslaggeving is het belangrijk dat bedrijven laten zien dat zij het probleem serieus nemen en dat zij hun aandeelhouders overtuigen van toekomstige groei en winstgevendheid.”