34% meer wilde bijen. Het eerste emissieloze schip op batterijen. 500 ton minder CO2-uitstoot door bietenvervoer over het water in plaats van de weg. Dit is een greep uit de resultaten van tien jaar Groene Cirkels. Een samenwerking tussen bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen, waaronder ook Wageningen University & Research. De eerste Groene Cirkel ontstond in 2013, en inmiddels is de achtste in oprichting. De partners werken samen aan transitiethema’s, waaronder stikstof en CO2-uitstoot, het voedselsysteem, biodiversiteit, gezondheid, klimaatadaptatie, en de energietransitie.
Tien jaar Groene Cirkels
Eind september vierden we het tienjarig bestaan van Groene Cirkels tijdens een evenement in Delft. “Het gaat heel hard de verkeerde kant op met het klimaat en de biodiversiteit”, sprak keynote speaker Marjan Minnesma, directeur van Urgenda. “We moeten onder 1,5 graad opwarming van de aarde blijven, maar zitten al op 1,2. We hebben niettot 2050, we moeten de komende tien jaar alles op alles zetten.”
Denken in ketens en drempels wegnemen
Hoe zetten we Groene Cirkels in om die versnelling te realiseren? “Groene Cirkels is enorm krachtig”, aldus gedeputeerde Meindert Stolk van de Provincie Zuid-Holland. “Neem de Groene Cirkel De Tuin van Holland. Begonnen met een regionaal project waarbij horecachefs streekproducten gebruikten, is inmiddels het LUMC aangehaakt en hebben we het over duizenden maaltijden per dag. We moeten denken in ketens.” En: drempels wegnemen. “Onze 8000 telers willen minder gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. Om drempels weg te nemen, experimenteren we op onze inspiratieboerderij met planten die natuurlijke plaagbestrijders aantrekken”, zei CEO van Cosun Beet Company Paul Mesters.
Iedereen is nodig
Om te versnellen en drempels weg te nemen, zijn niet alleen de huidige Groene Cirkels-partners nodig (bedrijven, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en provincie) maar ook burgers en detailhandel. “Met de ongeveer 200 melkveehouders van zuivelcoöperatie DeltaMilk gebruiken we al geen soja meer voor ons veevoer, we houden al CO2 vast in de bodem, we hebben kruidenrijk grasland en doen aan weidevogelbeheer. Maar we zouden nog veel meer kunnen doen. Daarvoor hebben we supermarkten en consumenten nodig”, lichtte melkveehouder Ad van Rees toe.
“Om tot biodiverse landschappen te komen, moeten boeren niet alleen betaald krijgen voor voedsel, maar ook voor landschapsdiensten”, aldus Judith Westerink, onderzoeker bij Wageningen University & Research. “Daar is collectieve actie voor nodig. Dat kan op drie manieren. Ten eerste via de keten, waarbij commitment nodig is van retail en consument. Ten tweede via het gebied waarbij burgers, overheid en ondernemers met elkaar afspreken hoe het gebied eruit moet zien en samen financieren. Dan heb je regie en facilitatie nodig, wat binnen Groene Cirkels gebeurt. Ten derde via collectieve acties van de overheid, zoals belasting en subsidies. En het is alle drie nodig.”